Tiendaagse Oorlog

Uit Wikikids
Versie door Mike1023 (overleg | bijdragen) op 28 feb 2023 om 23:08 (Eindelijk af!)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tiendaagse Oorlog

Teritorialci so z armbrustom zadeli tank v križišču pred MMP Rožna Dolina..jpg

Datum 27 juni - 7 juli 1991
Locatie Slovenië
Overwinning voor Slovenië
Resultaat Akkoord van Brioni,
Slovenië wordt onafhankelijk,
Joegoslavisch leger trekt zich terug uit Slovenië
Strijdende partijen
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Joegoslavië Flag of Slovenia.svg Slovenië
Leiders
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Ante Marković
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Veljko Kadijević
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Blagoje Adžić
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Konrad Kolšek
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Aleksandar Vasiljević
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Milan Aksentijević
Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg Andrija Rašeta
Flag of Slovenia.svg Milan Kučan
Flag of Slovenia.svg Lojze Peterle
Flag of Slovenia.svg Janez Janša
Flag of Slovenia.svg Igor Bavčar
Troepensterkte
22.300 soldaten 35.200 soldaten
10.000 politiemannen
Verliezen
44 doden
146 gewonden
4.693 vermisten
19 doden
182 gewonden
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Tiendaagse Oorlog of de Sloveense (Onafhankelijkheids)oorlog was een oorlog tussen 27 juni en 9 juli 1991. De Tiendaagse Oorlog was de eerste van de Joegoslavische oorlogen en duurde slechts 10 dagen. Aan het einde van de oorlog wist Slovenië zich af te scheiden van Joegoslavië. Hierdoor werd Slovenië een onafhankelijk land, waarna Kroatië en Bosnië zich ook wilden afscheiden.

Deze oorlog was ook een van de kalmste en minst gewelddadige oorlogen. De Tiendaagse Oorlog had minder dan 100 doden en minder dan 300 gewonden. Slovenië werd namelijk vooral bewoond door Slovenen. Er zijn geen grote minderheden, zoals Serven of Kroaten. In Kroatië en Bosnië was dit wel het geval. Joegoslavië zag het als zijn taak om de Servische minderheden in Kroatië en Bosnië te beschermen. Hierdoor wilde de Joegoslavische regering vooral focussen op de oorlog in Kroatië en Bosnië. Slovenië kon hierdoor vrij makkelijk onafhankelijk worden.

Achtergrond

Voorgeschiedenis

Slovenië was sinds 1918 onderdeel van Joegoslavië. Na de Tweede Wereldoorlog werd Slovenië een deelrepubliek van Joegoslavië. Over de jaren heen kreeg de deelrepubliek steeds meer zelfbestuur. Na de dood van Josip Broz Tito in 1980 ontstonden politieke en economische problemen in Joegoslavië. Deze problemen werden alleen maar groter na de val van het communisme in Oost-Europa, wat begon in 1989. Verschillende deelrepublieken van Joegoslavië wilden zich afscheiden, zo ook Slovenië.

Oefeningen van het Sloveense leger in maart 1991

De Serviërs waren hier niet blij mee. Servië was de grootste deelrepubliek van Joegoslavië. Zij hadden veel macht handen en breidde deze macht uit. Slovenië en Kroatië waren hier niet blij mee. Deze twee deelrepublieken waren de rijkste deelgebieden van Joegoslavië. Ze waren bang dat hun zelfbestuur afgepakt zou worden. Ook wilden ze onafhankelijk worden, aangezien dat beter zou zijn voor de economie.

Op 23 december 1990 hield Slovenië een referendum over de onafhankelijkheid. Slovenen mochten stemmen over de vraag of ze onafhankelijkheid wilden of niet. 95% van de bevolking stemde toen vóór onafhankelijkheid. Hierdoor bereidde Slovenië zich voor om zich onafhankelijk te verklaren in juni 1991. Buurland Kroatië wilde datzelfde doen. De Joegoslavische regering was hier niet blij mee en wilde dit voorkomen.

Voorbereidingen

Na het referendum begon men met de voorbereidingen voor de onafhankelijkheid. In Joegoslavië had iedere deelrepubliek een klein leger, waaronder ook Slovenië. In 28 september 1990 werd bepaald dat het leger enkel bevelen kon opvolgen van de Sloveense regering. Na het referendum begon het leger ook steeds meer oefeningen te doen. De Sloveense regering was bang dat het Joegoslavisch leger Slovenië zou binnenvallen als het de onafhankelijkheid zou uitroepen.

De Sloveense minister van Defensie, Janez Janša, bedacht strategieën voor het leger. Het Sloveense leger zou guerrilla-acties beginnen als Slovenië door Joegoslavië zou worden binnengevallen. Guerrilla-acties zijn niet-organiseerde acties in kleinere groepen. Deze acties zouden zich vooral richten op het beschieten van tanks en het neerhalen van vliegtuigen. Voor tanks was het landschap van Slovenië namelijk erg ongeschikt. Slovenië is erg heuvelachtig en er zijn vaak meer kleine weggetjes. Hierdoor kunnen tanks vaak niet keren.

Verloop

Begin

Op 25 juni 1991 namen Slovenië en Kroatië verklaringen aan, waardoor zichzelf onafhankelijk verklaarde. Dit gebeurde in het geheim. Pas één dag later verklaarden beide landen zich officieel onafhankelijk. De Slovenen en Kroaten verwachtten namelijk dat Joegoslavië zou ingrijpen. Door de wetten één dag van tevoren aan te nemen konden ze hierop voorbereiden.

Het leger van Joegoslavië was verdeeld hoe er ingegrepen moest worden. De Joegoslavische minister van Defensie, Veljko Kadijević, wilde een vreedzame inval. Het leger moest Slovenië ertoe aanzetten zijn onafhankelijkheid te heroverwegen.

26-30 juni

Het Joegoslavische leger in Slovenië

Op de ochtend van 26 juni vertrok het Joegoslavische leger uit het Kroatische Rijeka naar de grens tussen Slovenië en Italië. In Slovenië werd het leger tegengehouden door barricades. De Sloveense bevolking had deze plotseling gemaakt. Ondertussen had de Sloveense overheid de grensposten en het vliegveld overgenomen. Ook werd het Sloveense leger ingezet. Slovenië had hierdoor de eerste stappen gezet om zich af te scheiden van Joegoslavië.

Een dag later verspreidde het Joegoslavische leger zich over Slovenië. De Sloveense president, Milan Kučan, was hiervan op de hoogte. Met vliegtuigen liet het leger pamfletten neervallen. Hierop was te lezen dat het leger in vrede kwam en alle tegenstand omvergeworpen werd. Later die dag schoot Slovenië twee Joegoslavische helikopters neer als een waarschuwing. Ook viel het Sloveense leger de Joegoslavische barakken in Slovenië binnen. Tegen de avond wist het Joegoslavische leger bijna alle grensposten weer terug te krijgen.

Toch werd het Joegoslavisch leger op 28 juni weer aangevallen door de Slovenen. O.a. aan de grenzen met Italië en Oostenrijk werd geprobeerd om de grensposten terug te krijgen. Ook werden barrakken van het Joegoslavisch leger aan te vallen. De Europese Gemeenschap vreesde dat de oorlog uit de hand zou lopen. In de nacht van 28 of 29 juni probeerden vertegenwoordigers een staakt-het-vuren af te spreken tussen de Slovenen en de Joegoslaven.

De bewegingen van het Joegoslavisch leger in Slovenië

Deze onderhandelingen liepen op niets uit. Het Joegoslavisch leger stelde een ultimatum aan de Slovenen, maar ook dit werd verworpen. Op 30 juni ging Slovenië door met de oorlog en wist verschillende grensposten en de Karawankentunnel onder de Alpen in hun bezit te nemen.

1-3 juli

Op 1 juli wisten Sloveense troepen o.a. Pečovnik, Bukovžlak en Zaloška Gorica in hun bezit te nemen. Deze plaatsen waren belangrijk, aangezien veel militair materiaal er opgeslagen lag. De Joegoslavisch luchtmacht trok zich terug naar de grens met Kroatië, maar liep op een Sloveense barricade in Krško. Ondertussen vergaderden de regering van Joegoslavië met elkaar, maar kwam tot geen besluit. Men overwoog om een grote invasie van Slovenië voor te bereiden, maar de president van Servië weigerde dit.

2 juli was de zwaarste dag van de Tiendaagse Oorlog. Toen kreeg het Joegoslavisch leger steeds meer klappen te verwerken, waardoor ze steeds verder werden teruggedrongen. Via Kroatië werd hulp geroepen, maar ook deze hulp was niet genoeg. Om 9 uur 's avonds verklaarde de Sloveense overheid een eenzijdig staakt-het-vuren. Joegoslavië weigerde dit te erkennen en wilde Slovenië overnemen. Een dag later werd met deze operatie begonnen, maar de voertuigen voor de operatie kwamen nooit aan. Desondanks ging het vechten door en het Joegoslavisch leger verloor opnieuw terrein.

4-6 juli

Op 4 juli werd uiteindelijk een staakt-het-vuren afgesproken tussen de twee partijen. Slovenië wist vervolgens de gehele macht in handen te krijgen over het territorium. Ondertussen trok het Joegoslavisch leger zich terug naar Kroatië. Tussen 4 en 6 juli waren er bijna geen gevechten.

Einde

De oorlog was officieel afgelopen op 7 juli toen het akkoord van Brioni werd ondertekent. Zowel Slovenië als Kroatië werden toen erkend als onafhankelijke landen door Joegoslavië. Voor Slovenië betekende dit daadwerkelijk het einde van de oorlog. In Kroatië zou de oorlog ook na het verdrag doorgaan. In Kroatië woonden namelijk grote Servische minderheden, waardoor allerlei conflicten ontstonden.

Gevolgen

Een gedenksteen voor de slachtoffers van de Tiendaagse Oorlog

In de maanden na de oorlog trok het Joegoslavische leger zich terug uit Slovenië. De laatste soldaten verlieten in de nacht van 25 op 26 oktober 1991 Slovenië. De Europese Gemeenschap (de voorloper van de Europese Unie) vroeg Slovenië om zijn onafhankelijkheidsverklaring 3 maanden uit te stellen. Hiermee hoopte men om de gespannen situatie af te koelen. Voor Slovenië werkte dit. In de tussentijd werkte Slovenië aan het opbouwen van een eigen economie en het maken van een grondwet. Vervolgens werd Slovenië erkend door alle andere landen als land. Op 22 mei 1992 trad Slovenië toe tot de Verenigde Naties.

Tijdens de oorlog kwamen 76 mensen om het leven. Hiervan waren 19 Sloveens, 44 Joegoslavisch en 12 kwamen uit een ander land. Deze 12 mensen waren journalisten en Bulgaarse vrachtwagenchauffeurs. 192 Slovenen raakten gewond tijdens de oorlog; aan de Joegoslavische kant waren dit 146 mensen. Joegoslavië leed zware klappen tijdens de oorlog; 4693 soldaten werden gevangengenomen en meer dan 200 voertuigen werden verwoest.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tiendaagse_Oorlog&oldid=771087"