Telecommunicatie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deze werkstuk is gemaakt door Alex Naoumov Basischool de Rank Veldhoven

1 Inleiding

Je zou eens zich zelf voor kunnen stellen hoe de wereld er uit zou zien zonder de telefoon. Een uitvinding waar bijna niemand meer zonder kan, een belangrijk voorwerp wat niet meer weg te denken is: de telefoon die uitgevonden was door Alexander Graham Bell, in het jaar 1876. Ik maak mij werkstuk over de telecommunicatie omdat ik er meer over zou willen weten en het lijkt mij een heel interessant onderwerp voor een werkstuk. Het woord ”Telefoon”bestaat uit twee Griekse woorden: tele (=ver) en phone (=geluid). Een uitvinding waar bijna niemand meer zonder kan, een belangrijk voorwerp wat niet meer weg te denken is uit de wereld: de telefoon. Toch zal de geschiedenis herschreven moeten worden als we eerlijk willen blijven. Met de komst van de telefoon is de wereld heel erg verandert. In de 20 eeuw is de telefoon een belangrijke uitvindig geweest met zeer veel ontwikkelingen. Het is nu een van de beste com- municatiemogelijkheden voor de mensen van de hele wereld. En ik ga ook vertellen over de eerste telefooncentrale in Amsterdam, telegraaf, heel veel typen toestellen, fax en nog veel meer andere manieren om te communiseren! Vanaf de oude tijden was er een probleem om informatie over te brengen. In het verleden konden de mensen geen informatie verzenden op lange afstanden. Nog 260 jaar geleden was de belangrijkste manier om te communiceren een koerier - mensen, ze moesten met de paard enorme afstanden afleggen. Vanaf de 19 eeuw gebeurde dat met de stoomboot en de stoomtrein in plaats van het paard. Maar ook was de post een van de belangrijkste manieren om te communiseren - post kaarten gingen door Europa en andere continenten van het zuiden tot aan het noorden, van het westen tot het oosten! Maar dat duurde heel erg lang, als een vrouw die bijvoorbeeld een kleinzoon heeft gekregen en dat nog niet weet, dan moet ze nog 6 tot 9 maanden wachten tot ze weet dan ze een oma in geworden.

2 Geschiendenis van de telefoon

Het was Valentijndag 1876. Een mooie dag om de wereld op de hoogte te brengen van een uitvinding die mensen zou helpen communiceren. Gelukkig heeft Alexander Graham Bell en niet langer mee gewacht. Twee uur nadat hij de papieren met een beschrijving van zijn telefoon bij mensen van het Amerikaanse patentbureau had ingeleverd, waarschuwde zijn rivaal, Elisha Gray, hen dat hij op het punt stond om octrooi aan te vragen. Maar Bell was hem voor. Het was een teleurstelling voor Gray. Beide mannen hadden dezelfde ideen, maar Bell had een voordeel: hij vist meer van spraak en horen. Bells vader was spraakleraar en had een manier bedacht om dove mensen te leren praten. Zijn opa had spraak lessen gegeven, dus Alexander was tijdens zij jeugd in Edinburgh omringt door ideen over spraak en gehoor. Zelfs zijn hond kon praten: hij liet hem grommen terwijl hij met zijn handen zij bek bewoog! Het gezin emigreerde in 1870 naar Canada. Bell ging naar Boston in de VS, waar hij een school begon voor leraren van dove mensen. Hij experimenteerde ook met een harmonische telegraaf, die berichten als muzieknoten verstuurde. Bell zag dat een strook ijzer in de buurt van een elektromagneet trillingen nabootste van een vergelijkbare strook en elektromagneet trillingen die er via draden mee verbonden waren. Hij dacht dat hij dit kon gebruiken oom spraak over te brengen. Samen met de monteur Thomas Watson probeerde hij geluidsgolven na te bootsen met elektrische stroom. De oorspronkelijke opstelling was niet gevoelig genoeg, dus probeerde hij een naald die in zuur was gedoopt. De naald was verbonden met een stuk perkament dat op een frame was gespannen, en een hoorn richtte er geluid op. Geluid liet het perkament trillen, waardoor de weerstand van het contact tussen de naald en het zuur varieerde, die op zijn beurt de stroom veranderde. In het begin werkte de telefoon niet. Maar op vrijdag 10 maart 1876, terwijl Bell in een kamer aan de zender zat te sleutelen en Watson in een andere kamer met de ontvanger bezig was, zei Bell:’ Mr.Watson, kom hier, ik heb je nodig.’ En Watson kwam. Hij had Bells woorden gehoord, de allereerste woorden door de telefoon. Bells eerdere octrooi omvatte niet deze vloeibare zender die de overdracht van spraak mogelijk maakte, dus besloot hij zijn oorspronkelijk ontwerp te verbeteren. Tegen 1877 had hij een bedrijf opgericht en gaf hij demonstraties. Bell werd rijk van de telefoon. Hij gebruikte een deel van zijn geld om doven te helpen en een deel om een huis in Canada te bouwen. Hij deed verscheidene andere uitvindingen, werd voorzitter van de National Geographic Society en maakte van dit genootschap het blad zoals we het nu nog kennen. Maar Bell wordt voornamelijk herinnerd omdat hij de afstand wist op te heffen, die twee mensen die met elkaar wilen praten, kan scheiden.


3 Hoe werkt de telefoon

Daar telefoontoestel neemt het geluid op en zit het om in stroom, dat word verzonden door een telefooncentrale. In de telefooncentrale word een verbinding gemaakt met degene die u wilt bellen of die naar u belt. Als je naar iemand belt dan gaat zijn ringtone af en als diegene opneemt dan zal er een verbinding worden gemaakt tussen de twee personen. Die verbinding kan worden verbroken als jij of diegene met wie je praat de hoorn op de haak legt op drukt op de rode-telefoontje.

4 De telefoon vroeger te vergelijken met nu

De telefoons vroeger waren veel anders te vergelijken met nu ze hadden een aparte horen waar de microfoon in zat en een aparte hoorn voor het geluid. Later werd de telefoon en de mondstuk een hoorn. Bij de oude telefoons moest je ook eerst naar een telefooncentrale bellen waaruit je werd doorverbonden met de persoon met wie je wou spreken, en dat duurde best wel lang! Later kwam er een automatische kiezer die uit een draaischijf bestond. Weer later werd de draaischijf een knoppen paneeltje. Het ontwerp en het gebruik van de telefoons is de laatste 15 jaar erg verandert. Nu is een telefoon een draadloze dingetje met heel veel functies zoals: Trillingen, SMS, Polyfone-ringtones, foto’s maken, Internetten.


5 De telefooncentrale

De mensen die lid waren van de telefooncompagnie (de telefoonabonnees) werden via de telefoon- centrale door middel van koperen draden onder elkaar verbonden. In de begintijd van de telefoon liepen die verbindingen boven de grond. Toen steeds meer mensen een telefoon kregen, ontstond er een wirwar van draden boven de straten. In de winter zette het ijs zich af op de draden. Vaak bezweken zij onder dat gewicht. Een draadbreuk betekende storingen. De draden werden ook voor het verkeer dat er onderdoor moest steeds meer een probleem. De gebroken telefoondraden waren lastig, maar niet echt gevaarlijk. Gebroken elektriciteitsleidingen leverden echter wel gevaar op. Er werd daarom al snel besloten om alle leidingen onder de grond te leggen. In heel Nederland liggen er nu kabels kan de K.P.N., zodat iedere woning op ons telefoonnet aangesloten kan worden. In het jaar 1878 werd de eerste telefooncentrale in de wereld in gebruik genomen. Dat was in de Amerikaanse staat Connecticut. Met die centrale kregen 21 mensen in de stad New Haven telefoon. In Nederland werd de telefoon ingevoerd in het jaar 1881 in Amsterdam.Bij die eerste telefooncentrale werden 49 toestellen aangesloten.Al heel gauw daarna kwamen er ook telefooncentrales in Rotterdam en Den Haag. Er moesten dan wel verbindingen worden gemaakt tussen die centrales. Nu zijn er 1200 telefooncentrales in Nederland. Weer later werd er een kabel gelegd tussen de centrales. Zo kon een abonnee uit Amsterdam iemand uit Den Haag opbellen. In de begintijd ging dat via de telefoniste. Meneer van Huizen uit Amsterdam belde zijn centrale. Hij zei, dat hij graag wilde praten met zijn vriend van Meer uit Den Haag. De telefoniste uit Amsterdam belde dan via de interlokale kabel naar de telefoniste uit Den Haag. Zij zei, dat zij een gesprek had voor meneer van Meer en zei, en zij een gesprek voor hem had die uit Amsterdam kwam. De verbinding werd dan gemaakt en meneer van Meer kon dan met meneer van Huizen spreken.

De telefonie is in Nederland jaren verzorgd door de PTT (Posterijen Telegrafie Telefonie). Dit bedrijf was van de regeering. Dit bedrijf bestond vanaf 1928 tot 1989. Later is er besloten om de afdeling telefonie op eigen benen te laten staan. Dat heet nu KPN (Koninklijke PTT Nederland). Omdat het vroeger van de regeering was, waren er geen andere bedrijven die hetzelfde deden. Nu vindt de regering dat er meer bedrijven moeten zijn die ook telefonie aanbieden. Dat heet concurrentie!

5.1 De telefooncentrale vroeger

Voordat er automatische telefooncentrales kwamen werden alle gesprekken verbonden door de telefonisten. Je moest de hoorn oppakken en, bij sommige systemen, de telefonist waarschuwen door aan een hendel te draaien. Dan zei je welk nummer je wilde en maakte de telefonist de verbinding door jouw lijn in een schakelbord te steken.

5.2 Strowgers telefooncentrale

Strowgers idee was op een afstand bedienende schakelaar die een telefoon kon verbinden met een van vele anderen. De schakelaar werd bestuurd door elektrische pulsen uit de lijn van de beller. Elektromagneten en pallen verplaatsten een connector naar een van de tien rijen contacten, en dan langs de gekozen rij om de gewenste telefoon te bereiken. 5.3 De automatische telefooncentrale In de jaren dertig neemt PTT het besluit om het gehele Nederlandse telefoonverkeer te automa- tiseren. De voornaamste redenen hiervoor zijn dat de dienstverlening moet toenemen. Daarbij komt dat de grotere telefooncentrales niet meer eenvoudig uitgebreid kunnen worden. PTT ver- wacht bovendien ook een sterke groei van het aantal abonnees en van het telefoonverkeer. In 1930 zijn nog meer dan tweeduizend telefonistes bezig met het doorverbinden van lokale en inter- lokale gesprekken. Naarmate de automatisering vordert, wordt steeds meer lokaal en interlokaal telefoonverkeer afgewikkeld via de automatische telefooncentrales. Geleidelijk neemt het aantal telefonistes af. In 1962 valt het doek voor de ’gewone’ telefoniste wanneer het Groningse dorpje Warffum als laatste op het automatische telefoonnet wordt aangesloten. In heel Nederland kan nu automatisch worden getelefoneerd. Het telefoonverkeer is intussen zo sterk toegenomen dat zonder automatisering er dat jaar 35.000 tot 40.000 telefonistes nodig zouden zijn geweest. De 1760 telefonistes die de PTT in 1962 nog in dienst heeft, houden zich voornamelijk bezig met het internationaal verkeer en het verstrekken van inlichtingen. Eind jaren zeventig is dat voorbij, met bijna alle landen kan dan automatisch worden getelefoneerd.

6 SMS oftewel Short Message Service

Sms is een dient om met een mobiele telefoon korte berichtjes te versturen met een mobiele telefoon, je kan nu ook sms’sjes versturen via een huis telefoon. Sms’sjes verzenden is zeer populair in Europa, Azie en Australie, maar het word wel weinig gebruikt in de Verenigde Staten. Sms wordt het meest gebruikt door jongeren. Maar het is ook papulair voor dove mensen. Om te Sms’sen is er een speciaale toetsenbord met bijvoorbeeld bij 2 staat: A, B en B. Je moet 1 keer op toets 2 drukken dan komt er een A als je twee keer drukt krijg je B. Er is ook een zo genoemde sms-service via de sms-service krijg je de nieuwste nieuwsjes binnen zoals bijvoorbeeld de weer of de file-informatie.

7 Internet

Via internet zijn heel veel mogelijkheden om te communiceren hier lees je een paar manieren hoe je via internet kan communiceren.

7.1 VoIP

Voice over IP kort samengevat als VoIP. Met VoIP is het mogelijk om internet te telefoneren. Middels VoIP kunnen bestaande netwerken zoals het Internet worden gebruikt om te telefoneren. In combinatie met een breed band-abonnement met een vast tarief kan zo een stuk goedkoper gebeld worden dan met klassieke telefoondiensten. VoIP gebaseerde telefooncentrales zijn binnen bedrijven inmiddels algemeen bezit geworden.

7.1.1 Skype

Skype is een klein stukje software waarmee u gratis kunt bellen naar iedereen die ook Skype heeft, overal in de wereld. En zelfs al is het bellen gratis, de kwaliteit is uitstekend. Als u en uw vrienden, familie of zakelijke contacten webcams gebruiken, kunt u ook gratis videobellen. U kunt zelfs vaste en mobiele nummers bellen tegen zeer lage tarieven per minuut (en dat zonder installatie- of abonnementskosten). Skype werkt op de meeste computers - Windows, Mac OS X, Linux en Pocket PC’s. Gesprekken, chats en bestandsoverdracht werkt tussen allerlei computers. Functies • Teksttelefoon • Groepsgesprek • Telefoneren naar een reguliere telefoon, zijnde mobiel of vaste lijn, tegen de kosten van een lokaal gesprek. • Erg hoge gesprekskwaliteit. Beter dan normale telefoon in sommige gevallen. • SMS-jes versturen


7.1.2 VoIP Video-telefoon

Philips brengt deze wel zeer interessante VoIP videofoon op de markt. De VP-5500 werkt immers via Wi-Fi, dus gedaan met die vervelende kabels. Verder draait hij onder Linux en heeft hij een ingebouwde VGA camera die 240 graden kan draaien. Je kunt er eveneens foto’s mee nemen die je vervolgens op je TV kunt afspelen. Het enige nadeel is dat hij in eerste instantie enkel in Nederland verkrijgbaar is.

7.2 E-mail

Email is een belangrijke manier om met elkaar te communiceren met email verstuur je digitale berichten via internet. Email is bedacht in 1968 door Ray Tomlinson, en de eerste email bericht werd ook door Ray verstuurd in 1971. Pas na 1995 werd email populair en er kwamen meer Email-servers zoals Yahoo-mail en Gmail. Met email kan je ook bestanden versturen zoals fotos, filmpjes en nog veel meer soorten bestanden.

7.3 Chat

Chatten is nog een manier om te communiceren via internet, het zit zo: Met Chat kan je een gesprek voern tussen twee of mer mesen die zich op verschilde locaties bevinden. Je tiept een text en die komt in die text komt dan op de scherm van die gene met vie je chat. Er zijn verschilende manieren om te chatten, via een website of met een programa zoals: WlM, MSN, Yahoo en Google Talk. Je kan ook je gevoelens in chat veergeven daarover lees je in het hoofdstuk over Chat emoties.

8 Toestellen

8.1 ISDN

Integrated Services Digital Network is een vorm van digitale telefonie. Het is de opvolger van het analoge. Met ISDN kunnen over de bestaande koperen tweedraads verbinding op wijk niveau meer gegevens worden getransporteerd dan doorgaans met analoge mogelijk is. ISDN wordt ook wel Annex-B telefonie genoemd. De Engelse betekenis staat grofweg voor ’dienst integrerend digitaal netwerk’. Dat betekent dat men niet voor iedere dienst een eigen net nodig heeft maar dat het net in staat is verschillende diensten af te handelen. Over hetzelfde netwerk kunnen niet alleen telefoongesprekken maar ook video- en datadiensten (Teletex, Datex, Telefax, Telemetrie, ...) gevoerd worden. Omdat ISDN in tegenstelling tot bij analoge aansluiting de data digitaal over de lijn stuurt kan de capaciteit van de leiding beter benut worden. Een ISDN verbinding bestaat uit kanalen: B-kanalen waarover de ISDN-gebruiker communiceert, en n D-kanaal waarover de centrale met de aanwezige ISDN apparatuur onderhandelt. Iedere lidstaat van de Europese Unie beschikt over een ISDN-telecommunicatieinfrastructuur, in Belgi en Nederland is ISDN landelijk leverbaar. ISDN geniet een relatief grote populariteit in Nederland, zo’n 20

8.2 DECT

Een DECT-toestel is een draadloze toestel waarmee je tot 300 meter van uit je huis kunt bellen. Deze telefoons bieden een hele-goede geluidskwaliteit, zijn relatief lastig af te luisteren (overigens wel mogelijk met dure apparatuur) en er kan op grote afstand van het basisstation gebeld worden. De toestel is in 1994 in gebruik genomen. En de koop-aantallen stijgen steeds meer per jaar! Zo’n 80 procent van de Nederlanders heeft een DECT telefoon!

8.3 De mobiele telefoon

Mobiele telefoons werden in de VS voor het eerst op de markt gebracht door de laboratoria van bell Telephone. Na een proef in Chicago in 1979, werd de eerste publieksservice in 1983 opgezet. In de tussentijd ontstond er in Scandinavie in 1981 een eigen systeem. Alle mobiele telefoons gaan uit van het zelfde idee. Er zijn relatief weinig radio frequenties, maar miljoenen gebruikers, dus krijgen de basis stations die telefoontjes doorschakelen naar het vaste netwerk een beperkt bereik. Wanneer bellers zich verplaatsen, stellen computers hun telefoons automatisch in.

8.4 Een beeldtelefoon

Een videofoon is een telefoontoestel waarmee geluid en beeld verzonden kunnen worden. Om elkaar te horen heb je een microfoon en een luidspreker nodig. Om elkaar te zien moet je een camera en een beeldscherm hebben. Er zijn verschillende soorten beeldtelefoons. De hele simpele en goedkopere vindt men dikwijls aan bijvoorbeeld een flatgebouw. Daarmee kan je zien wie er aan de deur is. Er bestaan ook dure beeldtelefoons waarmee je kan telefoneren en tegelijkertijd de persoon ziet met wie je aan het bellen bent.

8.4.1 De werking

De beeldtelefoon zet de beelden om in elektrische signalen door heldere en donkere beelden te onderscheiden. Deze signalen gaan dan via de telefoonlijn naar een andere beeldtelefoon. Dit kan ook draadloos gebeuren. Het andere toestel maakt een kopie van het originele beeld en zo kan men elkaar zien op het scherm. Een beeldtelefoon maakt doorgaans gebruik van de beide telefoonlij- nen van een ISDN-aansluiting. Door de stijgende ADSL-snelheden wordt het langzamerhand ook mogelijk om via VoIP te beeldbellen. Beeldbellen via de mobiel komt eveneens binnen bereik door UMTS en de opkomst van mobieltjes met een ingebouwde camera en kleurenscherm. Communi- catie tussen een via ADSL aangesloten beeldtelefoon en een via ISDN aangesloten beeldtelefoon is vooralsnog niet mogelijk.

8.4.2 Soorten beeldtelefonen

Er zijn drie soorten beeldtelefoons: het set-top-systeem, de videotelefoon en de beeldtelefoon in de computer. Bij het set-top-systeem staat de camera op een televisietoestel. Een tv dient als beeldscherm en als dat nodig is als geluidsbox. Er kan een bewegende camera worden aangesloten die ’aan de andere kant van de lijn’ bediend kan worden. Met een camera die kan vergaderin- gendraaien kunnen meerdere personen tegelijkertijd aan een gesprek deelnemen. Zo hoeven ze niet van plaats te wisselen. Bijvoorbeeld tijdens . Een nadeel is dat je bij ’set-top’-bellen minder privacy hebt. Het is vaak een groot televisiescherm en je weet soms niet wie er ’aan de andere kant van de lijn’ meekijkt. Ook de ruimte (2-3 meter) tussen de set-top-telefoon en spreker geeft een gevoel van afstand. Bij de videotelefoon zit het beeldscherm in het telefoontoestel. Het is een compact apparaat. Het is makkelijk te verplaatsen en geeft meer privacy. Het kleine beeldscherm heeft ook nadelen. Doven hebben moeite met het aflezen van gebaren en het mondbeeld. Dit kan voorkomen worden door het toestel te koppelen aan een televisietoestel. Zo wordt het een set-top-systeem. Wanneer je al een computer hebt, is de ingebouwde beeldtelefoon de goedkoopste oplossing. De computer wordt voorzien van een speciale insteekkaart en een speciaal programma. De pc moet aangesloten zijn op het ISDN-telefoonnet, ADSL of een kabelmodem. Bij ADSL en kabelmodem moet de upstream minimaal 128 kb/s zijn. De snelheid van de meeste ADSL- en kabel-abonnementen is hoog genoeg om een beeldtelefoon te kunnen gebruiken. Een nadeel is dat een computer altijd aan moet staan. Ook kunnen storingen optreden tussen de beeldtelefoon en andere onderdelen van de computer. Een voordeel kan zijn dat tekst of een ander bestand gemakkelijk meegestuurd kan worden. Met de andere systemen is dit lastiger. De beeldtelefoon moet dan nog worden aangesloten op een computer.

8.5 FAX

Met de fax kan je tekst, tekeningen en foto’s verzenden. DE fax scant eerst de papier-vel die jij wilt verzenden en dan zet de fax wat je wilt verzenden om in een elektrisch signaal dat via de telefoonlijn wordt verzonden. In een fax zitten honderden lichtsensoren. Als de pagina die je wilt verzend daar langs komt, berekenen de sensoren de lichte en de donkere delen van de pagina. Op die manier verdeelt het apparaat de pagina in duizenden stipjes. Die zwart of wit zijn. Daarna verzendt de fax voor elk stipje een signaal via de telefoonlijn. Bij het apparaat waar naar jij het heb verzonden, worden de signalen naar verwarmingselementen gestuurd. Dan loopt er warmtegevoelig papier langs. Overal waar en stip op de verzonden pagina zwart is wordt het verwarmingselement aangezet. De warmte maakt het papier zwart, daarna wordt het uitgeprint.

8.6 Rooksignalen

Rooksignalen werden niet zoveel gebruikt door de Indianen als mensen denken. Sommige Indianen deden dat wel, vooral die uit de vlakten in het zuidwesten van Amerika, waar de hemel normaal gezien helder is en de rooksignalen van ver gezien kunnen worden. Het waren echter heel simpele signalen. Een korte rookpluim toonde de aanwezigheid van een vijandelijke groep. Als de signalen vlug herhaald werden, betekende dit dat de vijand met velen was en dat hij goed gewapend was. Een constante, ononderbroken rookpluim gaf het signaal aan de Indianen om op een bepaald punt

8.7 De Telegraaf

De telegraaf is een apparaat dat een elektrische code verzendt. De telegraaf werkt net als een deurbel. Als je op de knop drukte dan sloot je een elektrisch circuit, de elektriciteit stroomde door dat circuit en dan ging de bel ringkelen. Er konden 30 woorden per minuut worden verzonden. Je verzond piepjes die bij het ontvanger werden deze piepjes uitgeprint in woorden. Elke letter had een volgorde van lange en korte piepjes. De zo geheten morse. Een balletje was een kort piepje en een streepje een lang piepje. De letter A was eerst een kort en daarna een lang piepje. Bij de hoofdstuk Extra kan je de morse alfabeet zien

8.7.1 De geschiedis van de telegraaf

Tijdens de Franse Revolutie experimenteerde de Fransman Claude Chappe met diverse methoden om snel berichten over grote afstanden door te geven. In 1794 werd zijn telegraafsysteem tussen Parijs en Lille (ca. 220 km) voor het eerst in gebruik genomen. De snelheid waarmee de Chappe- telegraaf werkte was voor die tijd verbluffend. Via de vijftien seinposten deed een bericht er dertien minuten over. Een koerier te paard had daar minstens twintig uur voor nodig.

8.7.2 De telegram

De ”telegraafen het ”telegram”richten hier opnieuw. Voor andere betekenissen van die woorden, gelieve te zien telegraaf (hetondubbelzinnig maken) en telegram (het ondubbelzinnig maken). Te- legrafie (van Grieks woorden tele = ver en graphein = schrijf) de transmissie over lange afstand van geschreven berichten zonder fysiek vervoer van brieven, oorspronkelijk door iets is te veran- deren die van een afstand zou kunnen worden waargenomen (optische telegrafie). Radiotelegrafie of draadloze telegrafie brengt berichten het gebruiken over radio. De telegrafie omvat recente vormen van gegevens transmissie zoals fax, e-mail, en computer netwerken in het algemeen. (A telegraaf is een machine om berichten over lange afstanden, i. over te brengen en te ontvangen.e. voor telegrafie. De woordtelegraaf verwijst alleen over het algemeen naar elektro telegraaf.) De draadloze telegrafie is ook genoemd geworden CW, voor ononderbroken golf (een drager die door het aan-uit- sluiten, in tegenstelling tot de vroegere radiotechniek wordt gemoduleerd die a ge- bruikt vonken hiaat). Langs verzonden de berichten van de telegrafie telegraaf exploitanten het gebruiken Morsecode werden gekend als telegrammen of cablegrams, vaak verkort aan een kabel of a draad bericht. Later, telegrammen die door worden verzonden Telex netwerk, een geschakeld netwerk van telexen gelijkaardig aan het telefoonnetwerk, werden gekend als telex berichten. Al- vorens de telefoondiensten over lange afstand dadelijk beschikbaar of betaalbaar waren, waren de telegramdiensten zeer populair. De telegrammen werden vaak gebruikt om bedrijfstransacties te bevestigen en, in tegenstelling tot e-mail, werden de telegrammen algemeen gebruikt om tot bin- dende wettelijke documenten voor bedrijfstransacties te leiden. Het beeld van de draad of draad foto was een krantenbeeld dat van een verre plaats door een facsimiletelegraaf werd verzonden

8.8 Blue & Me

Fiat Auto en Microsoft presenteren wederom een wereldprimeur: een ontvangen sms-bericht op de mobiele telefoon hoeft niet langer meer gelezen te worden, maar wordt hardop voorgelezen. Blue & Me?, voortgekomen uit de samenwerking tussen Fiat en Microsoft, is een intelligent systeem dat de manier van communiceren en naar muziek luisteren in de auto ingrijpend verandert. Een ontvangen sms-bericht is ook geen probleem; dat wordt hardop voorgelezen. Met Blue & Me? mis je nooit een telefoontje of sms-bericht. Via het systeem kun je bellen en gebeld worden in de auto, het enige wat je nodig hebt is een Bluetooth-toestel. Wil je iemand bellen, dan kun je dat volledig met spraakbediening doen: de nummers uit je telefoonboek worden op het display in het dashboard weergegeven. Ontvang je een sms? Geen probleem: het systeem meldt via een toonsignaal dat er een bericht is ontvangen en vraagt of de sms voorgelezen moet worden. Een gesproken ’ja’ of ’nee’ volstaat om de boodschap wel of niet hardop te laten voorlezen. Het Blue & Me? systeem is gebaseerd op een open systeem. Hierdoor kan het systeem een- voudig aan nieuwe apparatuur en technologie worden aangepast. De klant is niet gebonden aan n bepaald toestel, wanneer er van apparaat wordt gewisseld is dit nog steeds probleemloos compa- tible met de auto. Blue & Me? maakt autorijden comfortabeler en veiliger



Dank je wel voor het lezen van mijn werkstuk de originele versie is HIER

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Telecommunicatie&oldid=12276"