Slangen
Een slang is een reptiel. Het heeft het slanke lijf dat veel hagedissensoorten ook hebben, maar heeft geen pootjes. Slangen glijden als het ware over de grond. Ze kunnen erg groot zijn, zoals de enorme boa constrictor, of klein, zoals een glasslangetje. Veel slangen doden hun prooi met vergif, met name de kleinere soorten. Grote slangen zijn vaak wurgslangen. Die zijn niet giftig, maar verstikken hun prooi met hun grote zware lijf. Die eten soms hele buffels op, waarna ze weken lang geen eten meer hoeven. Slangen zijn in staat hun voedsel in zijn geheel te verteren, letterlijk met huid en haar!
In verhalen
In spreekwoorden, gezegden, en religie is de slang vaak een onheilsbrenger, of een verraderlijk wezen. In de Bijbel staat de de slang eerst een wezen was met armen en benen, die Adam en Eva een verboden appel liet eten. ALs straf voor zijn schurkenstreken maakte God de slang in een wezen zonder poten: vanaf dat moment moest de slang over de grond kruipen, als straf. In het Hindoeisme is de slechte godin Kali vaak afgebeeld als een vrouw met blote borsten, woest haar en slangen met gevorkte tongen in haar handen. Zelf heeft Kali ook vaak een gevorkte tong. Tot slot is er de Griekse Medusa: wie haar in de ogen keek stierf van schrik en versteende: haar haar bestond uit allemaal kleine slangetjes!
Videolink
 |
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
 |
Dit artikel is een beginnetje.
|