Schimmenjagers

Uit Wikikids
Versie door Josse.Cottenier (overleg | bijdragen) op 17 aug 2015 om 07:24 (Josse.Cottenier heeft pagina Schimmen jagers hernoemd naar Schimmenjagers: bewijs)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Schimmen jagers is een boek van Annejoke Smids. De illustrator is John Rabou het omslagontwerp is van Annemieke Groenhuizen en de uitgever is Ploegsma.


Sammenvatting

Let op!
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal.
Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt!

Londen, 1874. Het boek gaat over een 16 jarige jongen, Jim. Jim werkte eerst als Toneelhulp in een theater. Het theater waar hij werkte was overstroomd dus hij soliciteerde hij bij een ander theater.

Het Covent Garden theater

Jim was niet de enige die asistent wou worden. Er stond een hele lange rij met jongens die precies het zelfde wouden als Jim. Jim wist zeker dat hij dat baantje nooit zou krijgen als hij braaf achteraan zou sluiten. Darom liep hij gewoon om alle andere heen door de rij en ging vooraan staan. De jongens die dachten zeker dat hij personeel was want zij lieten hem gewoon voorgaan. Jim hoorde dat er al iemand was gekozen maar daar wou hij het niet bij laten. Hij ging naar binnen en kwam in een lange gang terecht. Hij wist niet waar hij heen moest in het onbekende theater. Hij zag een deur op een kier staan en hoorde iemand roepen ‘volgende’. Jim liep naar binnen en hij verzon een smoesje dat hij al heel lang bij een ander theater had gewerkt. Dat was ook zo maar hij bedoelde een heel beroemd theater. Hij zei dat hij heel erg veel van goochel trucks wist. Hij werd aangenomen. Hij werkte als goochelaars assistent van Wallace Blackstone.

Het ging niet goed met het theater en ging bijna failiet. Jim en Wallace ging opzoek naar een nieuwe choochel truc. In de avond liepen ze naar het hotel van Davenpoort . Davenpoort maakt en verzint goochel trucs als beroep. Onderweg zagen ze een mijsje dat mee werd gesleurd in een koets. Jim had dat mijsje eerder die dag in een snoepwinkel gezien en was haar nog niet vergeten. Anderson had de verdwijn truc Gestolen van Anderson. Die kost heel veel geld. Jim keek rond in de kamer van Davenpoort. Hij zag een boek liggen dat heet ‘wie is wie’ over Adel. Jim keek er in om te kijken of hij de koets herkende waar het mijsje in zat. Tijdens het bladeren in het boek viel er een briefje uit. Dat briefje stopte Jim snel in zijn zak en nam het mee naar huis. Onder weg naar huis liet Jim het briefje aan Wallace zien. Wallece vond het niet goed van Jim dat hij het briefje had gestolen maar er stond wel nuttige informatie op. Er stond op dat Davenpoort niet wil handelen met Anderson.

De volgende dag als ze in het theater aankomen ligt één van hun colega’s dood op de grond. Zij is neergestoken en heeft een briefje in haar hand. Daarop staat geschreven dat meneer Anderson het niet fijn vind dat zijn eigendommen worden gestolen. De politie erbij halen zou niet werken omdat Jim ook iets heeft gedaan dat niet mag. Hij heeft het briefje wat bij Davenpoorts boek lag gestolen. Dat briegje was van Anderson. Het theater gezelschap valt die dag nog uit elkaar. Jim en Wallace besluiten maar om zich bezig te houden met het misterieuze mijsje Amanda. Jim vond het Familie wapen van de koets in een boek. Hij kwam erachter dat Amanda in Oxford woont. Ze besluiten naar Oxford te reizen, met de trein.

De volgende dag zijn ze aangekomen in Oxford. Ze vragen een man naar Pembrook (zo heet de familie van Amanda). Ze komen aan bij een kasteel waar Amanda Jim meteen herkend. Ze krijgen een kamer toegewezen door het personeel. Jim begrijp er helemaal niks van. Eerst word Amanda ontvoerd en daarna woont ze in een kasteel. Op de dag dat ze aankomen is er feest in Pembrook hall. Het broertje van Amanda is jarig. Die avond dineren ze in Pembrook Hall. Helaas was Anderson daar ook aanwezig. De volgende morgen is de jacht begonnen. Jim vind het maar niks om dieren voor de lol dood te maken dus gaat niet mee. Hij gaat naast Amanda in het grasveld zitten en vraagt warom zij mee werd genomen door de koetsier. Amanda vertelde dat hun Familie geen geld meer heeft om het landgoed te onnderhouden en darom moest de familie het huis in Londen verkopen. Jim verteld over De truc, de moord op Heidi en over Anderson.

Jim en Wallace besluiten die avond op zoek te gaan naar de groote verdwijntruc in Andersons kamer. Ze zochten naar een boekje en die vonden ze. Net toen ze weg wouden gaan kwamen ze een handlanger van Anderson tegen. Hij wou Wallace bewusteloos slaan maar Jim greep in. Hij pakte een bronze beeldje en sloeg de handlager van Anderson bewusteloos. Ze verstopte hem in de bergruimte onder de banken in de koets. Ze moesten er snel vandoor gaan voordat Anderson het zou merken. Jim wou nog snel even afschijd nemen van Amanda. Toen hij dat deed zij Jim dat hij had gevonden wat hij zocht en dat hij naar huis ging. Amanda zie dat hij Jim niet met lege handen naar huis kon laten gaan en romeldewat in haar laatje. Ze haalde er een pistool uit. Ze zij tegen Jim dat hij de truc wou om veel geld mee te verdienen en het landgoed en haar familie er weer bovenop te helpen.

Daarna werden ze opeens mee naar de koets gesleurd. Ze werden verdoofd. Ze werden wakker in een schuur. Een goed bewaakte schuur. Ze gingen maar praten met de bewaking. Die man heete Solly en bleek heel aardig te zijn. Ze zaten er heel veel dagen. Ook de onschuldige Davenpoort was daar opgesloten. Ze zouden pas vrijgelaten worden als Davenpoort de verdwijntruc had opgeschreven. Maar een truc opschrijven doe je niet zo snel. Ook wouden ze niet dat Anderson de truc in handen krijgt.

Anderson beveeld Davenpoort, Wallace en Jim de truc te oefenen en uit te voeren. Hij zou ze opsluiten totdat ze het zou lukken. Hij had Amanda opgesloten in een oud gammel hutje op een heuvel in het moeras. De truc lukte. Maar Anderson hield zich niet aan zijn belofte. Davenpoort, Wallace en Jim zouden in het moeras gegooid worden. Anderson wist nog niet precies hoe de truc werkte dus Davenpoort kreeg uitstel. De toch wel goede Solly hielp Wallace en Jim. Jakson was in het moeraswater gevallen. Solly, Wallace en Jim probeerde Jakson nog te redden. Alleen de loop van het geweer van Jakson was nog boven water en er klonk een knal. Solly en Jim keken bij zichzelf of ze geraakt waren. Gelukkig was voor hun de afloop goed. Maar niet voor Wallace. Jim voelde een traan over zijn wang lopen. Solly en Jim gingen naar het eiland waar Amanda was opgesloten. Het moment brak aan waar Jim allang op had gewacht. Amanda kwam naar hem toe in een gammel bootje dat Solly had geregeld. Amanda omhelsde Jim en samen liepen ze terug naar de schuur waar Davenpoort was. Hij had in de tijd dat Jim en Wallace weg waren Anderson laten verdrinkenin het moeras. Helaas had Jakson het moeras overleefd. Toen hij Jakson zag kon hij niet laten. Hij pakte het pistool waarmee Amanda hem bedrijgde uit zijn jaszak en hij schoot Jakson neer. Het was Jim teveel geworden en hij barste in tranen uit. Een uur later liepen ze terug naar Pambrook Hall. Jim en Davenpoort gingen die zelfde dag nog met de trein naar London.

Jim en zijn kleine broertje Sam voerden die truc op in het convent garden theather. Ze verdienen veel geld maar daar gaat het hun niet om. Het ‘feest’ was alweer een jaar geleden. Op een dag werd Jim verteld dat er een speciale fan in de kleedkamer was. Jim liep naar binnen en zag Amanda daar zitten. Hij vroeg hoe het met hem ging. Amanda vertelde dat er een nieuw feest werd georganiseerd en dat ze verloofd was. Jim vond dat stieken wel een beetje jamer. Amanda vertelde dat ze was verloofd met een man van 50 (Amanda en Jim zijn nu 18). Maar ze vertelde ook dat ze veel liever met Jim mee ging om de truc op te voeren in verre landen. Zo kwam het dat de twee nog lang en gelukkig leefden en ook nog een prachtigen wereldrijzen maakten.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Schimmenjagers&oldid=413229"