Romeinse Rijk

Uit Wikikids
Versie door AnitaBoer (overleg | bijdragen) op 2 jan 2007 om 01:01
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Geschiedenis

De geschiedenis van het Romeinse Rijk heeft drie hoofdfasen gekend:

753 tot 510 voor Christus - Het tijdperk der koningen 510 tot 31 voor Christus - Het tijdperk van de republiek 31 tot 476 na Christus - De periode van de keizers

In Italie lag een klein dorpje met de naam Rome. In de 7de eeuw v.C. waren er verschillende volkeren die in Italie woonden. In het dorpje Rome woonden de Latijnen. Dit waren eenvoudige boeren en jagers. Maar er was een andere stam, de Etrusken, die daar ook wilden wonen, omdat Rome goed te bereiken was voor de handel. Via de rivier kon men makkelijk uitvaren naar zee en weer terug. En de grond in Rome was erg vruchtbaar.

De Etrusken namen het dorpje in en zorgden ervoor dat het een echte stad werd. De Etruskische beschaving was de eerste grote beschaving op het schiereiland en de Romeinen hebben veel van deze beschaving overgenomen zoals het alfabet en godsdienstige gebruiken. Het woord Roma was waarschijnlijk Etruskisch maar de inwoners van Rome waren niet allemaal Etrusken, er leefden ook veel Sabijnen en Latijnen.

Eerst werd Rome bestuurd door koningen, maar in 509 voor Christus werd de laatste Etruskische koning door de bevolking verdreven.

Rome werd nu een Republiek en werd bestuurd door de Senaat. De senaat telde in het begin 300 mannen. Dit waren allemaal rijke mannen, de Patriciers. Aan het hoofd van de republiek stonden 2 consuls die slechts 1 jaar aan het hoofd van de staat mochten blijven. Ze moesten altijd samen akkoord gaan voordat ze tot actie konden overgaan. Ze waren ook nooit onmiddellijk herkiesbaar.

De burgers in Rome waren verdeeld in twee klassen: de patriciërs of de rijken van Rome en de plebejers of het gewone volk.

Punische oorlogen

Geleidelijk aan werd heel Italie onderworpen aan Rome. Een van de grootste concurrenten van Rome was Carthago. Carthago lag in Afrika aan de baai van Tunis. Het was een republiek en een stad van rijke kooplieden. Vroeger was het een kolonie geweest van de Phoeniciers. In drie grote oorlogen (de Punische oorlogen) is om de heerschappij over de landen rondom de Middellandse Zee gevochten. Ze werden steeds gewonnen door Rome. Tijdens de tweede punische oorlog (218 - 201 voor Chr. ) zag het er slecht uit voor Rome. Aan het begin van de oorlog hadden Carthagers zich in Spanje gevestigd. Rome had aan sommige Griekse steden bescherming beloofd en toen een van die steden werd aangevallen door een Carthaagse generaal, Hannibal, brak de oorlog uit. Deze oorlog is beroemd geworden door de grote mars van Hannibal naar Italie en zijn tocht over de Alpen met een leger dat ook olifanten meevoerde. In 217 wist hij het Romeins leger te verslaan bij het Trasimeense meer door het in een soort hinderlaag te lokken. Ook in Canae werd het Romeinse leger verpletterend verslagen en verschillende romeinse steden liepen over naar de Carthagiers. Het lukte Hannibal echter niet om er meer troepen bij te krijgen, zodat hij deze steden niet kon beschermen en uiteindelijke toch verslagen werd door de Romeinse legers.

Na de verovering van Carthago werden de hellenistische staten in het oosten en zuidoosten van de zee onderworpen. Tegelijkertijd kwam ook West-Europa onder Romeins gezag. Het rijk werd daardoor zo groot dat de de republiek onbestuurbaar werd. Er vond een roerige overgang naar een keizerrijk plaats. Caesar en Augustus stichtten zo een rijk dat onder keizer Trajanus zijn grootste omvang zou bereiken. Het reikte toen van Schotland tot Mauritanië, vandaar tot aan de Soedan en de Iraanse hooglanden. Georgië, de Krim, langs Donau en Rijn tot aan de Nederlandse kust.

In 60 v.C. gaan drie eerzuchtige veldheren met elkaar een driemanschap afsluiten. Om hun gezag te vestigen moesten ze de senaat overwinnen, daarom schakelden ze de aanvoerders ervan uit. Hierna verdeelden ze de provincies onder elkaar: Caesar kreeg Gallië en Illyrië, Pompeius kreeg Afrika en Spanje en Crassus kreeg het oosten.

Caesar

Caesar was een groot veldheer, die met zijn romeinse legioenen tot in Engeland wist door te dringen en verschillende keren de Rijn is overgestoken om de opdringende Germanen de les te lezen en hij heeft geheel Frankrijk onderworpen. Ook drong hij Egypte binnen en herstelde koningin Cleopatra op de troon, vocht in Spanje en Klein-Azie en kon zonder valse bescheidenheid zeggen: Veni, vidi, vici - ik kwam, ik zag, ik overwon. Rome was hier niet mee blij mee. De senaat was bang voor zijn macht en beval hem het commando neer te leggen. Caesar deed dit niet en zo was er weer een nieuwe burgeroorlog, waarin hij overwinnaar werd. In 46 v.C. slaagde Caesar erin zich door het volk en de senaat tot dictator te laten benoemen voor een periode van 10 jaar en in 45 v.C. voor de rest van zijn leven. Als imperator was hij oppperbevelhebber over alle troepen. Hij probeert de Romeinse staat te redden uit de bestuurschaos. Hij gaat de kalender aanpassen en grootse bouwwerken uitvoeren, Rome bloeide weer even. Toch had Caesar ook vijanden, heel wat senatoren verdachten hem ervan koning te willen worden. Hij werd in het het jaar 44 voor Christus in de de senaat vermoord door zijn vriend Brutus.

De moord op Caesar bracht veel onzekerheid met zich mee en de senaat was niet bekwaam om de toestand onder zijn hoede te nemen. Er werd een nieuw driemanschap opgericht, nu door Antonius, Lepidus en Octavianus. Octavianus was de aangenomen zoon van Caesar en de andere twee veldheren van hem. Het driemanschap verdeelde het rijk onder zich: Octavianus kreeg het westen, Antonius het oosten en Lepidus Afrika.

Keizer Augustus

Toen Antonius trouwde met Cleopatra, koningin van Egypte en haar zoon uitriep tot koning der koningen begon Octavianus een oorlog tegen hen. Octavianus won en stond nu alleen aan het hoofd van het rijk. Hij wist dat het romeinse volk niets moest hebben van het koningschap en werd dan ook keizer, ‘imperator’, en kreeg van de senaat de eretitel waaronder hij beter bekend is: Augustus. Onder zijn bewind is Rome opgebouwd tot een stad van marmer en met hem is de verering voor de keizer begonnen.

Keizerrijk ...

Honderd jaar lang was Rome door burgeroorlogen geplaagd. Nu heerste er eindelijk vrede. De handel bloeide op en daardoor ook de landbouw en de nijverheid. De bevolking was tevreden en Augustus zeer dankbaar.

Augustus koos voor Rome als centrum van het Rijk verdeelde de provicies in twee groepen: senatoriale provincies die bestuurd werden door de senatoren zelf en de keizerlijke provincies, provincies die hij zelf bestuurde omdat ze militaire verdediging nodig hadden. De grenzen van het rijk worden vastgelegd, Augustus koos voor natuurlijke grenzen en hij stopte de veroveringspolitiek van de Republiek.

Augustus kreeg zijn bevoegdheden van de senaat voor het leven. En zo werd het keizerrijk steeds meer een monarchie. Hij regelde het zo dat zijn stiefzoon Tiberius hem in 14 n.C. opvolgde. Het probleem was dat de erfopvolging niet officieel geregeld was. In het begin zorgde de heersende keizer vaaak door adoptie voor een geschikte opvolger. Later ging de opvolging vaak door moord op de keizer en het uitroepen van een nieuwe door het leger. Pas in de 4e eeuw na Chr. wordt het keizerschap echt erfelijk.

Het Dominaat (van 284 tot 476 n.C.)

Diocletianus vergrootte de macht van de keizer. hij heette niet langer princeps maar Dominus et Deus, wat Heer en god betekende. De inwoners bleven niet langer burgers maar werden onderdanen die een knieval moesten maken voor de keizer. Aan het hoofd van het Rijk kwamen twee keizers, één in het oosten en één in het westen. Beiden werden ze bijgestaan door een mederegent, die de titel caesar droeg. Door de verdeling van de keizerlijke macht was Rome in feite een viermansregering geworden. De herinrichting van het Rijk kostte veel geld waar de onderdanen moesten voor opdraaien. Voor zo'n staat konden ze geen vaderlandsliefde meer opbrengen. De generatie na Diocletianus gaan het centrum van de Romeinse wereld verschuiven naar Byzantium. Op de plaats van die oude Griekse kolonie stichtten Constantijn Constantinopel of het nieuwe Rome. Constantijn was de christenen welgezind en gaat die godsdienst tot staatsgodsdienst maken door het edict van Milaan uit te vaardigen. Het christendom organiseerde zich naar het model van het keizerrijk. Na de dood van Constantijn gaat de aftakeling verder, burgeroorlogen en invallen van barbaarse volkeren. In het Noorden slagen de Franken erin de rijksgrenzen binnen te vallen. Theodosius kan de eenheid nog één maal herstellen. Na zijn dood viel het Rijk definitief uit elkaar in twee delen: Een westelijk deel met Milaan als hoofdstad en een oostelijk deel met Constantinopel als hoofdstad. In 476 viel het Westromeinse Rijk definitief door invallen van de Germanen. Het Oostromeinse rijk kwam pas in 1453 ten val.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Romeinse_Rijk&oldid=12032"