Platte (boeren)wagen
Platte (boeren)wagens of Landbouwwagens zijn gebouwd voor algemeen multifunctioneel gebruik in een agrarische of landelijke omgeving. Ze werden en worden als landbouwwerktuig gebruikt voor het vervoeren van hooi, gewassen, melkbussen en hout en het afleveren ervan op de boerderij of op de markt. De wagens werden voorheen getrokken door een paard of een span paarden en ze kunnen ook met tractoren worden getrokken als een aanhanger om deze materialen gemakkelijk te vervoeren.
Een veel voorkomende vorm die in heel Europa werd gebruikt, is de zogeheten ladderwagen (niet te verwarren met die van de brandweer), een grote wagen waarvan de zijkanten vaak bestonden uit ladders die op hun plaats waren vastgebonden om hooi of graanschoven te vervoeren, hoewel deze konden worden verwijderd om andere spullen te vervoeren. Later werden het dichte planken die met scharnieren naar beneden konden worden geklapt bij het lossen. Op de beide uiteinden van de wagen plaatsten men ook wel een soort hekken om het hooi hoger op te kunnen laden.
Voorheen waren de vier wielen van hout, met een ijzeren band erom. De achteras zat vast en de voorste as kon draaien om bochten te kunnen maken. Het paard trok de wagen in een lamoen. Achter de tractor werd dit de dissel. De houten wielen werden later vervangen door luchtbanden.
De huifkar is er van afgeleid. Dat is een platte wagen met een huif van zeildoek, gespannen over bogen die aan de zijkant van de wagen vastzitten. Ze lijken ook wel op een Jan Plezier.
Overigens is een boerenkar meestal met twee wielen en een boerenwagen met vier wielen, maar beide woorden worden door elkaar gebruikt.
Gelderse boeren wagen, met lamoen
Boeren wagen of brik
Platte wagens geladen met hooibalen
Los hooi op platte wagen, opgeladen met hooivork
Platte wagen met opbouw
Hooiwagen achter tractor
Klassieke ladderwagen
Jan Plezier of huifkar
.jpg)
