Oceaan
Eigenlijk is de aarde een planeet voor water. Meer dan tweederde van de aarde wordt bedekt door oceanen. de Grote Oceaan is verreweg het grootst. Die loopt van het continent Amerika in het oosten tot Japan, Indonesië en Australië in het westen. De Atlantische Oceaan is de tweede oceaan. Deze ligt tussen Amerika, Afrika en Europa. De Indische Oceaan ligt om India heen en wordt aan de ene kant begrensd door Afrika en aan de andere kant door Sumatra en Australië. Rond de Noordpool ligt de kleinste oceaan: de Noordelijke IJszee. Deze oceanen, ook wel wereldzeeën genoemd, zijn verbonden met kleinere zeeën, zoals de Noordzee en de Middellandse Zee.
Op de bodem van de oceaan
Hoe zou de bodem van de oceaan eruitzien als al het water zou verdwijnen? Nou, er zou een landschap met hoge bergketens, weidse vlakten en diepe ravijnen zijn. En meer dan 15.235 vulkanen, waarvan er heel wat actief zijn. De bodem van de oceaan is zeker niet vlak, zoals men lang dacht! De diepste plek onder de zeespiegel is de Marianentrog in de Grote Oceaan. Die trog is 11.034 m diep - en dus dieper dan de hoogste berg hoog is (en dat is de Mount Everest in Nepal: 8846 m). De diepste diepten van de zee zijn het minst onderzochte deel van de aarde. En daar is een goede reden voor: vanaf 9999 meter onder zee (in troebel water al eerder) is het pikkedonker. Op die diepten is de waterdruk ook nog eens heel hoog. Duikers met een goed zuurstofapparaat kunnen ongeveer 100 m diep komen. In een gepantserd duikerspak kun je 450 m diep duiken. Alleen in een speciaal voertuigje met een drukvrije cabine kun je nog dieper gaan.