Nederlandse kinderen in de Tweede Wereldoorlog

Uit Wikikids
Versie door De Wikischim (overleg | bijdragen) op 20 apr 2020 om 23:38 (→‎Wat is de Tweede Wereldoorlog?)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wat is de Tweede Wereldoorlog?

In Nederland begon de Tweede Wereldoorlog op vrijdagochtend 10 mei 1940. Duitse vliegtuigen vlogen over heel Nederland, bommen ontploften en tanks reden de grens over. Het Nederlandse leger was erg verzwakt. Toen de Duitsers op 14 mei het centrum van Rotterdam bombardeerde, was Nederland bang dat zij hetzelfde zouden doen met andere steden. Het Nederlandse leger gaf zich over.

De Duitsers hadden onder leiding van Adolf Hitler nu dus ook de macht in Nederland en zij begonnen steeds meer te verbieden. Joden werden geweerd uit de luchtbeschermingsdienst en sommige boeken en kranten werden in Nederland verboden. Kranten of boeken waarin Hitler als ‘slecht’ werd gezien, mochten niet mee.

Maatregelen van de Duitsers in Nederland

Het werd steeds erger in Nederland. Joden mochten het openbare zwembad niet meer in en verdwenen uiteindelijk uit het openbare leven in Nederland. In februari 1941 begon dan ook de Februaristaking in Amsterdam. De Nederlanders kwamen in staking tegen de Duitsers. De Duitsers werden hier echter kwaad om en probeerden de Nederlanders in bedwang te houden. Alle mensen die zich verzetten, werden opgepakt. Ook kinderen die zich verzetten tegen de Duitsers werden opgepakt.

Dit was niet de enige maatregel die de Duitsers hadden genomen. Zodra het donker werd, moesten de Nederlanders hun huizen verduisteren. Er mocht geen licht van binnen naar buiten komen. Als straten en scholen namen hadden die koninklijk of joods waren of joods klonken, werden deze veranderd door de Duitsers. Dit was nog maar het begin. Joden en hun kinderen mochten niet meer naar het zwembad, naar de bioscoop, naar het park, naar een concert of tentoonstelling. Ook moesten Joodse jongens vanaf 12 jaar gaan werken in munitiefabrieken.

De Joodse kinderen moesten verplicht naar een Joodse school en verdwenen uit de klas. Nederlandse kinderen die niet Joods waren, zagen hun Joodse vriendjes en vriendinnetjes ineens niet meer in de klas zitten. Het werd steeds zwaarder voor de Joden. Voor de Joden kwamen nog strengere maatregelen. Aangezien Hitler een hekel aan Joden had, moesten zij nu een Davidster dragen (Jodenster). Veel Joden doken nu onder omdat zij bang waren voor de Duitsers.

Yellowstar.jpg

Ook was er een schaarste aan voedsel en brandstof. Dit moest eerlijk verdeeld worden, dus kregen alle Nederlanders bonnen. Dit waren voedselbonnen waarop stond wat jij mocht kopen. Bij de slager kon je dus niet aankomen met een bon voor melk. Je moest dus geld meenemen, maar ook de goede bonnen om boodschappen te kunnen doen. Omdat er veel Joden zaten ondergedoken konden zij niet zelf hun voedselbonnen ophalen. Mensen uit het verzet probeerden overvallen te plegen op distributiekantoren of probeerden de werknemers daar over te halen om bonnen achterover te drukken. Als Joden niemand hadden om hen te helpen, zouden zij verhongeren.

Niet alle Joden konden onderduiken. Als Joden door de Duitsers werden gevonden, werden zij naar concentratiekampen gebracht. Dit werden ook wel strafkampen genoemd. Ook moesten veel niet-Joodse Nederlandse mannen naar Duitsland komen om te werken in fabrieken of zij werden ook opgesloten in een concentratiekamp. Men dacht aanvankelijk dat er in de concentratiekampen gewerkt moest worden, maar niets was minder waar. Joden werden naar grote kamers gebracht en er werd hen verteld dat zij hier konden douchen. Wat zij niet wisten was dat dit gaskamers waren en dat zij vergast zouden worden.

Het leven van kinderen in de hongerwinter

Het leven van kinderen in de oorlog was zwaar. Toen de koude winter aanbrak van 1944 en 1945, was er nog meer schaarste in producten en voedsel. Niet alleen voedsel, maar ook vele andere producten kwamen op de bonnen. Voor deze bonnen kon je steeds minder krijgen. Kinderen in Rotterdam moesten vaak iedere week naar een ander schoolgebouw om les te krijgen. Op den duur konden de kinderen niet meer naar school. De meeste scholen werden door de Duitsers bezet en gebruikt als opslagplaats. Vooral in steden in het westen van het land was de hongersnood groot. Door de spoorwegstaking rijden er geen treinen die het voedsel van het oosten van het land naar het westen konden brengen. Er was nu dus nog minder voedsel voor de mensen die hier woonden. Kinderen kregen als avond maaltijd erg weinig te eten en ze werden dan ook steeds magerder. De meeste kinderen raakten erg ondervoed en hadden enorme honger. De honger is zelfs zo erg dat er tulpenbollen worden gegeten. Deze bollen zijn niet giftig, maar ze zijn totaal niet lekker. De reden dat men deze bollen ging eten, was omdat ze erg voedzaam zijn.

In de hongerwinter was het erg koud. De huizen waren in die tijd nog niet zo goed geïsoleerd als de huizen van nu. Centrale verwarming en een warme douche was er in die tijd ook nog niet. Om het een beetje warm te maken in huis moesten mensen de kachel stoken. Dit kon met hout en met kolen. Toen het brandhout op was, gingen vele kinderen hout of kolen zoeken in de wijk. Zo zijn er verhalen dat kinderen kolen gingen stelen in de scholen waar de Duitsers zaten. Ook konden de houten tussenstukken in een treinrails gebruikt worden als brandhout. Dit was erg gevaarlijk werk voor kinderen, want als de Duitsers je te pakken kregen kon het slecht aflopen.

Hoe gaat het nu met deze kinderen?

Toen de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 1945 geëindigd was, kwamen de overlevenden terug naar Nederland. Vele mensen waren overleden en niet alle families konden worden herenigd. Hoe hebben kinderen deze oorlog ervaren en hoe hebben zij deze oorlog overleefd? Om hier achter te komen kun je vele boeken lezen over kinderen uit de oorlog die daar later als volwassenen een boek over hebben geschreven. Zo heeft Isaac Lipschits een brief geschreven aan zijn moeder, hierin vertelde hij wat er met hem en met de rest van zijn familie is gebeurd na de oorlog. Zijn moeder was in de oorlog vermoord en vele andere familieleden waren ook overleden.

Ook kun je vele oudere mensen vragen naar de oorlog. Zij weten hier vaak nog veel over te vertellen. Zo kun je erachter komen hoe het met de kinderen uit de oorlog gaat of ging na de oorlog. Zo heeft Hendrik-Jan Harmsen enorm spannende en verdrietige verhalen hierover. Hij heeft gewoond in het westen van Rotterdam en heeft enorm veel bombardementen gezien en vaak in de straten gezworven om kolen, eten en andere spullen te zoeken om de winter door te komen. Hij heeft geen trauma’s overgehouden aan de oorlog. Hij kan alleen tot op de dag van vandaag geen eten weggooien. Het liefst bewaart hij alles en eet hij het een dag later op.

Uit onderzoek is gebleken dat veel Nederlandse oorlogsgetroffenen een psychische stoornis hebben overgehouden aan de oorlog. Velen van hen zijn bang gebleven na de oorlog. Zij hadden angstaanvallen, nachtmerries, dachten nog veel terug aan de oorlog of zij wisten niet meer wat echt was en wat niet.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Nederlandse_kinderen_in_de_Tweede_Wereldoorlog&oldid=608385"