Muis (knaagdier)
Muis Mus en Microtus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | |||
Leefomgeving | velden, bossen | ||
Behoort tot de | Knaagdieren | ||
|
De muis is een klein knaagdierdiertje, in strips zijn vaak de meeste vrouwen zijn er bang voor. Ook eten de muizen in strips en verhaaltje het liefst kaas. Ze kruipen ook graag in kleine holletjes.
Een muis is grijs, wit of bruin. Hij heeft een spits snuitje. Zijn oortjes zijn van binnen roze, zijn staartje ook. De bosmuis is vaak bruin. De muis eet:
- jonge plantjes
- knopjesvruchten
- noten
- kleine diertjes.
De muis heeft kleine knaagtandjes. Een vrouwtjes bosmuis leeft ongeveer 18 maanden. De bosmuis is de hele nacht bezig met voedsel zoeken. De vijand van de bos- muis is de vos. De bosmuis woont in een nestholletje. Als de baby bosmuizen het koud hebben roepen ze hun moeder.
Soorten
De naam muis wordt gebruikt voor allerlei kleine zoogdieren, in het bijzonder de huismuis,
maar ook vele andere soorten, vooral knaagdieren. In de dierenwereld worden "muizen" en "ratten" niet als aparte groepen gezien, ondanks dat leken ze wel vaak zo indelen.
Over het algemeen wordt de naam gebruikt voor kleinere dieren met een lange staart.
In Nederland, België en omgeving leven de volgende "muizen"soorten:
- Huismuis (Mus domesticus)
- Dwergmuis (Micromys minutus)
- Bosmuis (Apodemus sylvaticus)
- Grote bosmuis (Apodemus flavicollis)
- Brandmuis (Apodemus agrarius)
- Woelmuizen (Arvicolinae)
- Aardmuis (Microtus agrestis)
- Veldmuis (Microtus arvalis)
- Noordse woelmuis (Microtus oeconomus)
- Ondergrondse woelmuis (Microtus subterraneus)
- Rosse woelmuis (Myodes glareolus, vroeger Clethrionomys glareolus)
- Slaapmuizen (Gliridae)
- Eikelmuis (Eliomys quercinus)
- Hazelmuis (Muscardinus avellanarius)
- Relmuis (Glis glis)
- Kleurmuis (Mus Musculus)