Maximilien de Robespierre

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Portret van Robespierre

Maximilien de Robespierre leefde van 1758 tot 1794. Als de Franse Revolutie in 1789 niet was uitgebroken, dan had hij een onbekende jurist gebleven. Toen in 1792 een beslissing moest worden genomen over het leven van koning Lodewijk XVI, stemde hij voor onthoofding onder de guillotine. Mede daardoor werd hij opgenomen in het hoogste beslissingsorgaan.

Robespierre geloofde dat de mens beter zou worden als instituten zoals de Rooms-Katholieke Kerk, de adel en de koningsgezienden waren opgeruimd. Veel kerken werden geplunderd, veel priesters en bisschoppen vermoord. In de Vendee werden tienduizenden mensen vermoord. In Parijs maakte de guillotine veel overuren. Iedereen die niet voor de Revolutie was, liep gevaar te worden onthoofd. De basis van de ideeën van Robespierre werd gelegd in de geschiften van Jean-Jacques Rousseau.

Levensloop

Vroege leven

Robespierre werd geboren in Arras in het noorden van Frankrijk. Zijn vader was advocaat en hij had twee jongere broers en één jongere zus. Robespierres moeder overleed in 1764 tijdens een bevalling. Robespierres vader verliet zijn gezin rond 1767. Het is onduidelijk waarom zijn vader besloot om dit te doen. De kinderen werden vervolgens door de opa's en oma's opgevoed.

Op 8-jarige leeftijd ging Robespierre naar school in Arras. Hier kreeg hij de aanbeveling van de plaatselijke bisschop om naar Parijs te gaan. Robespierre leerde toen veel over de Romeinse tijd. Hij was een bewonderaar van de Romeinse Republiek en redenaars als Cicero en Cato de Jongere. Ook kwam hij in aanraking met de ideeën van Jean-Jacques Rousseau, een populaire filosoof toentertijd. Rousseau had een grote invloed op het gedachtegoed van Robespierre. Volgens Robespierre moest de politiek gevormd worden aan de hand van een sociaal contract, waarbij de overheid de algemene wil naleeft. Ook was Robespierre beïnvloed door Charles de Montesquieu en Gabriel Bonnot de Mably.

In de politiek

Robespierre in als afgevaardigde in de Staten-Generaal

Robespierre studeerde rechten voor drie jaar aan de Sorbonne. In 1781 behaalde hij zijn examen en werd door de bisschop van Arras aangesteld. Robespierre werd een van de vijf rechters in een crimineel gerechtshof. Toch besloot hij al snel om te stoppen, aangezien hij zich niet goed voelde bij de doodstraf. Robespierre haalde wel vaker uit naar het rechtssysteem. Volgens hem was niet iedereen gelijk onder het Franse recht. Hij schreef hij verschillende brieven en stukken over, waarmee hij bekend werd. Ook werd hij lid van een literaire academie in Arras.

Begin 1789 (kort voor de Franse Revolutie) riep de Franse koning nieuwe verkiezingen uit voor alle provincies. Robespierre deed mee aan de verkiezingen voor zijn kiesdistrict en werd gekozen. Hierdoor werd hij lid van de Franse Staten-Generaal die enkele maanden later bijeenkwam in het kasteel van Versailles. De Staten-Generaal spiegelde toentertijd de drie standen (geestelijkheid, adel en burgerij) in de Franse samenleving af. Iedere stand had een gelijk aantal zetels. Toch maakte 96% van de Franse samenleving deel uit van de Franse burgerij, terwijl ze slechts 1/3 van de zetels in handen hadden. Hierdoor had de burgerij vrijwel geen invloed, aangezien de adel en kerk altijd steun aan elkaar gaven.

Volgens Robespierre was dit oneerlijk. In de Staten-Generaal bekritiseerde hij de kerk. Na afloop besloot hij samen met anderen het Nationaal Assemblee op te zetten. Dit was een parlement wat wél het volk moest representeren. De Nationale Assemblee kreeg al snel meer steun en Robespierre stelde voor om de macht in Parijs te grijpen. Dit zou uiteindelijk leidden tot de bestorming van de Bastille, wat het begin was van de Franse Revolutie.

Franse Revolutie en de jakobijnen

Robespierre wist verschillende groepen in de Franse samenleving aan te spreken. Dit waren ook veel onderdrukte groepen, zoals protestanten, Joden en Fransen met een andere huidskleur. Hij was voorstander van algemeen kiesrecht voor mannen en de meeste ideeën in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger. Toch was Robespierre ook een stuk radicaler dan de meeste revolutionairen. Hij was betrokken bij de jakobijnen. Dit was een radicale groep linkse republikeinen die weer rechten voor arbeiders wilden en ook tegen religie waren. De jakobijnen grepen uiteindelijk de macht in Parijs en stichtten hier hun eigen bestuur.

In 1790 werd er een nieuw parlement gekozen. De Franse koning bleef het staatshoofd, maar kreeg een stuk minder macht. Frankrijk werd een constitutionele monarchie. In deze tijd gaf Robespierre een hoop speeches. Hij zo pleitte hij voor een nieuwe organisatie voor de Nationale Garde, pleitte voor de afschaffing van de doodstraf en voor het recht op petitie. Nadat de Franse koning geprobeerd had om Frankrijk te ontvluchten, vond Robespierre dat Frankrijk een republiek moest worden. Niet veel later werd de monarchie afgeschaft en ontstond de Eerste Franse Republiek.

Nationale Conventie

Lodewijk XVI tijdens zijn proces in de Nationale Conventie. Robespierre leidt het proces.

De eerste paar jaar stond de republiek onder de Nationale Conventie. In Frankrijk brak een onrustige periode aan. Robespierre werd gekozen tot de Nationale Conventie, maar behaalde minder stemmen dan andere revolutionairen. In het parlement pleitte hij voor minder macht voor de kerk. Zo moest de kerk geen zeggenschap meer hebben over het registreren van geboorten, huwelijken en begrafenissen. Robespierre kreeg ook veel kritiek, aangezien hij betrokken was bij het bestuur van Parijs. In deze tijd deed hij niets om de Septembermoorden te voorkomen.

Een ander punt van discussie was wat er moest gebeuren met koning Lodewijk XVI en zijn vrouw. De koning zat namelijk nog altijd gevangen. Robespierre werden de koning ter dood veroordelen, aangezien hij een gevaar zou zijn voor de nationale veiligheid. Het parlement was hier echter verdeeld over. Dit veranderde toen bekend werd dat de koning documenten geheim had gehouden voor het parlement en deelnam aan een complot. Robespierre wist toen het parlement te overtuigen en op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd.

In Frankrijk was het onrustig, aangezien er allerlei opstanden plaatsvonden (zoals de opstand in de Vendée) en men de Eerste Coalitieoorlog met het buitenland voerde. Robespierre wist van de situatie gebruik te maken door gematigde republikeinen uit elkaar te drijven en de macht te grijpen.

La Terreur

In de zomer van juni 1793 kwam Robespierre met zijn jakobijnen aan de macht. De jakobijnen wilden een verbetering van de arbeidsomstandigheden van arbeiders en boeren. Ook wilden ze meer loon en minder belastingen. Daarnaast wilden zij een verbod op religie. Robespierre was de aanvoerder van de jakobijnen en onder hem stond Frankrijk onder een schrikbewind. Dit betekende dat de tegenstanders van de revolutie door middel van de guillotine onthoofd werden. Deze tegenstanders waren niet altijd echte tegenstanders (zoals monarchisten), maar ook mensen waar Robespierre van mening mee verschilde. Vaak was alleen een vermoeden genoeg om iemand naar de guillotine te sturen; deze mensen waren in feite niet schuldig. In totaal vonden 17.000 mensen de dood onder de terreur, onder wie edelen (zoals Madame du Barry), wetenschappers (zoals Antoine Lavoisier), revolutionairen (zoals Georges Danton), politici (zoals Louis Antoine de Saint-Just) en heel veel gewone burgers.

Onder Robespierre veranderden ook veel dingen in Frankrijk. Zo werden de Franse republikeinse kalender en het metriek stelsel ingevoerd. Ook werd religie verboden en verloor de kerk al haar bezittingen. Kerken werden gesloten, geestelijken werden vervolgd en religieuze uitingen werden strafbaar. Om religie te vervangen voerde Robespierre de cultus van de rede in. Kerken werden toen omgevormd in tempels, waar de "godin van het verstand" geëerd werd. Het verstand speelde namelijk een belangrijke rol tijdens de verlichting. Ook werden verlichtingsfilosofen (zoals Rousseau) en revolutionairen (zoals Jean-Paul Marat) geëerd. De cultus was echter niet populair genoeg en werd enkele maanden later vervangen door de cultus van het Opperwezen. Dit was gebaseerd op het deïsme van Voltaire. Robespierre zou als een soort hogepriester optreden. Dit festival viel door een regenbui in het water.

Val van Robespierre

De arrestatie van Robespierre

Robespierre en de jakobijnen verloren steeds meer steun van het volk en leger. Aangezien het Franse leger nu overwinningen behaalden, was Robespierres dictatuur in Frankrijk niet meer nodig. Toch wist Robespierre zelf van geen ophouden en werd steeds radicaler. Op 26 juli 1794 kondigde Robespierre een nieuwe golf van terreur aan. Hij wilde namelijk de Nationale Conventie zuiveren, aangezien er volgens hem leden waren die een complot tegen hem voerden. Robespierre had een lijst gemaakt met de namen van betrokken leden, maar wilde niet zeggen wie het waren. De meeste leden waren hierdoor bang dat zij op de lijst stonden. Robespierre dacht dat hij steun zou krijgen voor de lijst, maar de gehele Nationale Conventie keerde zich tegen hem. Zij stemden tegen de lijst en voor de arrestatie van Robespierre.

Hij werd gevangengezet. Een dag later lag hij zwaar bebloed op de grond. Waarschijnlijk heeft hij zichzelf door het hoofd geschoten, maar het is ook mogelijk dat een van zijn wachters dan heeft gedaan. Nog dezelfde dag werd Robespierre samen met zijn vrienden onder de guillotine gelegd en onthoofd. Daarmee was de terreur beëindigd, maar Robespierre had nog veel steun in Parijs. Hierdoor werden in de maanden erna zijn medestanders opgespoord en veroordeeld. Uiteindelijk leidde de terreur ertoe dat de Nationale Conventie werd opgeheven, waardoor de Directoire ontstond. Pas toen Napoleon Bonaparte aan de macht kwam kwam er een einde aan alle onrust.

Nalatenschap

Na zijn val had Robespierre de gehele 19e eeuw een slecht imago. Hij werd gezien als dictator en fanaticus. Zijn imago verbeterde pas in de 20e eeuw. Historicus Albert Mathiez was bijvoorbeeld een stuk positiever over Robespierre. Robespierre kwam namelijk op voor de armen en verzette zich tegen de voorstanders van de monarchie en corrupten. Ook verschillende communistische denkers hadden een positieve mening over Robespierre. Zo noemde Vladimir Lenin hem een "Bolsjewiek avant la lettre" (oftewel "een bolsjewiek voordat het een ding was"). Hij liet zelfs in Moskou een monument opzetten ter ere van Robespierre.

In Frankrijk is Robespierre hierdoor nog steeds een omstreden figuur. Aan de ene kant zijn er Fransen die hem als slecht persoon zien. Volgens hen was de Franse Revolutie door het toedoen van Robespierre mislukt. Ook keuren zij zijn terreur af. Aan de andere kant zijn er juist Fransen die hem als held zien. Robespierre is hierdoor een van de weinige Franse revolutionairen met een plein of straat in Parijs vernoemd naar hem. Wel is er een metrostation vernoemd naar Robespierre.

Videoclips

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Maximilien_de_Robespierre&oldid=822822"