Krekels

Krekels leven in de bosjes. Als je goed luistert kun je ze in de zomer horen. De mannetjes wrijven hun vleugels over elkaar, hierdoor ontstaat een hoog geluid. Ze roepen de vrouwtjes. Als een vrouwtje een mannetje gevonden heeft leren ze elkaar, net zoals bij mensen, eerst een beetje kennen. Als het goed zit tussen het mannetje en het vrouwtje gaan ze paren. De paring duurt best wel lang. Na de paring legt het vrouwtje eitjes diep in de grond. Het vrouwtje kijkt niet meer naar haar kinderen om. Het duurt erg lang voordat de eitjes uitkomen. Als de krekel net uit ei komt is die helemaal wit. De krekel kan nog niet lopen. Hij moet eerst wachten tot hij een beetje is opgedroogd en hard wordt. Als hij hard genoeg is kan hij voedsel gaan zoeken.

Krekels worden vaak verward met hun mede-insect de sprinkhaan.