Koude Oorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Toelichting: Uitbreiding en nalopen
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Koude Oorlog

Cold War alliances mid-1975.svg

     Communistische landen
     Kapitalistische landen
     Neutrale landen (kozen geen beide kanten)
Datum 1945 - 1991
Locatie Wereldwijd
Overwinning voor Geen winnaar
Resultaat Uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de val van het communisme in Oost-Europa
Strijdende partijen
Kapitalistisch blok: Communistisch blok:
Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten
Flag of NATO.svg NAVO
Flag of the Soviet Union.svg Sovjet-Unie
Flag of the Soviet Union.svg Warschaupact
Leiders
Harry S. Truman
Dwight D. Eisenhower
John F. Kennedy
Lyndon B. Johnson
Richard Nixon
Gerald Ford
Jimmy Carter
Ronald Reagan
George H.W. Bush
Jozef Stalin
Nikita Chroesjtsjov
Leonid Brezjnev
Joeri Andropov
Konstantin Tsjernenko
Michail Gorbatsjov
Troepensterkte
Verliezen
Portaal Portal.svg Geschiedenis
Op de zwarte lijn loopt het IJzeren Gordijn. Verder is het Oostblok rood gekleurd en het Westblok blauw gekleurd. De lichtblauw gekleurde landen waren neutraal. Joegoslavië en Albanië (roze gekleurd) waren ook neutraal, maar deze landen werden soms tot het Oostblok gerekend, hoewel ze niet officieel bij het Oostblok hoorden. Verder was Albanië nog lid van het Warschaupact en Joegoslavië niet.

De Koude Oorlog was een periode van spanningen tussen het Verenigde Staten (en bondgenoten) en de Sovjet-Unie (en bondgenoten). De oorlog was tussen de kapitalistische landen onder leiding van de Verenigde Staten en de communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie. Vaak wordt het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 gezien als het begin van de Koude Oorlog. Andere historici zeggen dat de Koude Oorlog al begon tijdens de Russische Revolutie van 1917, terwijl anderen zeggen dat het pas in 1947 begon. Doorgaans wordt 1945 als het begin gezien. De Koude Oorlog eindigde in 1991 met de val van het communisme en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Hoewel de naam het woord "oorlog" bevat, was de Koude Oorlog niet echt een oorlog. Dit betekent dat er niet rechtstreeks tussen de twee groepen werd gevochten. Er was sprake van gewapende vrede. Tijdens de Koude Oorlog vond een wapenwedloop plaats. Tijdens deze wedloop ontwikkelde beide blokken steeds meer en steeds zwaardere wapens. Vooral de atoombom was een geliefd wapen in deze periode. In plaats van rechtstreeks met elkaar te vechten, vochten de twee groepen in andere oorlogen. Voorbeelden zijn de Griekse Burgeroorlog, de Koreaanse Oorlog en de Vietnamoorlog. Tijdens de Koude Oorlog bestond een grote angst dat een nieuwe wereldoorlog zou uitbreken. Dit was vooral het geval tijdens de Cubacrisis van 1962. Toen was er bijna sprake van een Derde Wereldoorlog!

De Koude Oorlog was ook een oorlog tussen gedachtegoed, namelijk tussen het kapitalisme en het communisme. De kapitalistische landen verenigden zich in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de communistische landen in het Warschaupact. Niet alleen op militair vlak was een strijd plaats tussen het kapitalisme en communisme. Ook op het gebied van wetenschap, ruimtevaart en sport streden de Verenigde Staten en Sovjet-Unie tegen elkaar. Zij was zogeheten supermachten en wilden beide de wereld leiden. In 1991 was de Koude Oorlog afgelopen toen de Sovjet-Unie uiteenviel. Hierdoor zagen de Verenigde Staten zich als winnaar van de Koude Oorlog.

Voorgeschiedenis

Kapitalisme vs. communisme

Tijdens de Koude Oorlog stonden twee systemen tegenover elkaar; het communisme en het kapitalisme. Het kapitalisme houdt in dat de economie wordt overgelaten aan de vrije markt. Dit betekent dat de overheid er zich weinig mee bemoeit. Winst speelt een belangrijke rol binnen het kapitalisme. In het kapitalisme is bezit vaak privé-eigendom (in handen van personen of bedrijven). Binnen het communisme is het meeste bezit in handen van de staat. De economie wordt dan geregeld door de staat. Dit wordt een planeconomie genoemd.

Alle westerse landen waren in de 19e eeuw kapitalistische landen. Voornamelijk de Verenigde Staten waren de voorvechter van het kapitalisme. In 1917 brak in Rusland de Russische Revolutie uit. Hierbij werd de tsaar afgezet en na de Russische Burgeroorlog kwamen de communisten aan de macht. Hun leider, Vladimir Lenin, stichtte in 1922 de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie wordt vaak gezien als het eerste communistische land ter wereld. Na de dood van Lenin in 1924 kwam Jozef Stalin aan de macht. Hij zorgde ervoor dat de Sovjet-Unie een industriële samenleving werd en liet het land moderniseren. Ook voerde Stalin een schrikbewind (een erge dictatuur) waarbij veel mensen om het leven kwamen. Hij zette zijn tegenstanders gevangen en liet zelfs mensen willekeurig oppakken. In veel westerse landen was er angst voor het communisme (en ook het socialisme). Vooral in de Verenigde Staten bestond de angst dat er ook een revolutie zou uitbreken. Dit leidde tot de zogeheten Red Scare, waarbij veel socialisten en communisten werden opgepakt. De Verenigde Staten erkende de Sovjet-Unie ook niet tot aan de Tweede Wereldoorlog.

De Tweede Wereldoorlog

Zie Tweede Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Voor de Tweede Wereldoorlog waren veel westerse landen banger voor het communisme dan voor het nationaalsocialisme in Duitsland of het fascisme in Italië. Nazi-Duitsland en fascistisch Italië waren ook tegen communisten. Zij zagen communisten als politieke tegenstanders en werden vervolgd, vermoord of opgesloten. De westerse landen veranderden van mening tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Nazi-Duitsland grote delen van Europa bezette. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt zorgde ervoor dat de Verenigde Staten bondgenoten werden van de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie werd erkend als land, aangezien het nodig was om Nazi-Duitsland en Japan te verslaan in de oorlog. Samen met andere landen vormden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de Geallieerden. Door de samenwerking wisten de Geallieerden Nazi-Duitsland te verslaan.

De geallieerde bezettingszones van Duitsland (1945-1949):
     Britse bezettingszone
     Franse bezettingszone
     Amerikaanse bezettingszone
     Sovjet-bezettingszone
Het gebied links is het Saarland dat tussen 1945 en 1957 door Frankrijk bestuurd werd. De gebieden ten oosten van de Oder-Neissegrens werden aan Polen en de Sovjet-Unie gegeven.

Toen het duidelijk was dat Nazi-Duitsland bijna verslagen was, werd de conferentie van Jalta georganiseerd in het plaatsje Jalta op de Krim. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt, de Britse premier Winston Churchill en Sovjetleider Jozef Stalin kwamen er samen. Zij bespraken de toekomst van Europa (en vooral de toekomst van Duitsland) na de oorlog. In Europa zouden democratische regeringen komen. De Geallieerden zouden hiermee helpen om zo Europa weer herop te bouwen. De gebieden die door de Sovjet-Unie bevrijd werden, vielen onder de invloedsfeer van de Sovjet-Unie. Dit waren voornamelijk de Oost-Europese gebieden, zoals Polen en de Balkan. Deze gebieden zouden als bufferzone dienen, aangezien de Sovjet-Unie werd aangevallen tijdens de oorlog. Hoewel de Sovjet-Unie geen democratie was, beloofde het wel dat er in Oost-Europa democratische regeringen met vrije verkiezingen kwamen. Aanvankelijk werd de democratie in Tsjecho-Slowakije hersteld. De westelijke landen vielen onder de Amerikaanse invloedsfeer.

Duitse bezettingszones

Ook besloten de Geallieerden dat Duitsland in vier bezettingszones zou worden verdeeld. Elk van de vier zones zou door één van de Geallieerden worden bestuurd; de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Sovjet-Unie. De Duitse hoofdstad Berlijn lag middenin de Sovjet-zone. Berlijn werd ook in vier zones verdeeld, aangezien hier de Duitse regering zat. Het idee van de bezettingszones was om oorlogsmisdadigers op te pakken en te berechtigen, de verwoestingen herop te bouwen en een democratie in Duitsland te stichten. Dit verliep echter niet erg goed. In de Sovjet-zone werd een communistische regering gesticht, die ook bezittingen van rijke inwoners onteigende. Volgens de Sovjets waren dit namelijk Nazi's die zich tijdens de oorlog hadden misdragen. De Sovjets vonden ook dat in de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszones te weinig werd gedaan aan het oppakken van oorlogsmisdadigers en Nazi's.

Ondertussen namen de spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten toe. Deze twee landen kwamen als de grote winnaars uit de oorlog. De Sovjet-Unie had beloofd om vrije, democratische regeringen te stichten in Oost-Europa, maar kwam deze belofte niet na. In Tsjecho-Slowakije, waar de democratie eerst hersteld werd na de oorlog, werd de democratie omvergeworpen in een staatsgreep gesteund door de Sovjet-Unie.

Begin van de Koude Oorlog (1945-1947)

Vaak wordt gezegd dat de Koude Oorlog direct na of aan het einde van de Tweede Wereldoorlog begon. Sommige historici vinden echter dat de Koude Oorlog pas echt begon in 1947. Dat kondigde de Amerikaanse president Harry S. Truman de zogeheten Trumandoctrine aan. De Trumandoctrine is de naam voor de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten tijdens Trumans presidentschap. Truman wilde voorkomen dat de Sovjet-Unie zijn macht zou uitbreiden. Volgens Truman moesten de Verenigde Staten zich daarom actief inzetten om de uitbreiding van het communisme te voorkomen. Hoewel deze historici zeggen dat de Koude Oorlog pas echt dat jaar begon, waren de spanningen tussen 1945 en 1947 al heel hoog.

President Truman was de opvolger van president Franklin D. Roosevelt. Roosevelt overleed kort voor het einde van de oorlog. Onder Roosevelt was de band tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie beter dan onder Truman.

Conferentie van Potsdam en capitulatie van Japan

Zie Conferentie van Potsdam voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tussen 17 juli en 2 augustus 1945 werd in het Duitse plaatsje Potsdam net buiten Berlijn gesproken tussen de Verenigde Staten, Het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie. Een paar maanden eerder was Duitsland verslagen en de drie landen bespraken de toekomst van Duitsland. Ook speelde de toekomst van Europa een rol, aangezien grote delen van Europa door de oorlog vernietigd waren. Ondertussen was ook de oorlog tegen Japan nog bezig. Truman vertrouwde de Sovjets niet. Tijdens de conferentie kreeg Truman de mededeling dat de eerste test met de atoombom was gelukt. De atoombom was een nieuw wapen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het geheim door de Amerikanen werd ontwikkeld. Truman vertelde dat hij de atoombom in Japan wilde gebruiken om Japan te verslaan en de Sovjet-Unie bang te maken. Toch wist Stalin al waar de Amerikanen mee bezig waren door spionage, maar deed net alsof hij van niets wist.

De Sovjet-Unie was bezig met een grote invasie van Japan via China. Hoewel de Sovjets al grote stukken van China en Korea bevrijd hadden van de Japanners, waren zij nog niet in Japan zelf aangekomen. De Amerikanen waren bezig met de bevrijding van o.a. Indonesië en verschillende eilanden in de Grote Oceaan. Op 6 augustus 1945 gaf Truman het bevel om een atoombom te gooien op de Japanse stad Hiroshima. Drie dagen later werd er ook eentje gegooid op Nagasaki. Dit schrok Japan af en op 15 augustus gaf keizer Hirohito een radiotoespraak waarin opriep aan Japanse soldaten om de strijdbijl neer te leggen. Japan was hierdoor verslagen, waardoor ook de Tweede Wereldoorlog in Azië was afgelopen. Stalin vond het gebruik van atoombommen niet goed en was woedend op de Verenigde Staten. Volgens Stalin hadden de Verenigde Staten de balans in de wereld verwoest en vormden de atoombommen een bedreiging voor de Sovjet-Unie.

Na de overgave van Japan werd Korea in twee stukken verdeeld. Het noorden (Noord-Korea) kwam onder Sovjet-bestuur, terwijl het zuiden (Zuid-Korea) onder Amerikaans bestuur kwam. Dit was tijdelijk en uiteindelijk moest er een verenigd Korea worden gevormd. Door de spanningen tussen beide landen ging dit moeilijker.

Ontstaan van het Oostblok

Stalin had beloofd aan Roosevelt om na de oorlog democratische regeringen te stichten in Oost-Europa met vrije verkiezingen. Deze Oost-Europese landen zouden behoren tot de invloedsfeer van de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie kreeg deze vanwege de inval van Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de Sovjet-Unie het hoogste aantal doden. Al voor de oorlog had de Sovjet-Unie verschillende Oost-Europese landen opgeslokt (Oekraïne, Wit-Rusland, Letland, Estland, Litouwen en Moldavië). Deze landen waren onderdeel van de Sovjet-Unie als deelrepublieken. De landen die tot de invloedsfeer behoorden waren Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië, Joegoslavië, Bulgarije en Albanië. In de maanden na de bevrijding stichtte Stalin communistische regeringen in deze landen. Eerst zouden deze er slechts tijdelijk zijn, maar uiteindelijk werd duidelijk dat dit niet geval was. Na de bevrijding van Tsjecho-Slowakije in 1945 werd de democratie wel hersteld, maar in 1948 werd deze omvergeworpen in een staatsgreep door de Communistische Partij gesteund door Stalin. In plaats van democratieën werden er satelietstaten gesticht in Oost-Europa. Deze landen hadden een beperkte mate van zelfbestuur, maar (vooral voor buitenlandse politiek) waren ze afhankelijk van de Sovjet-Unie.

Oost-Europa werd tot de jaren 1990 ook wel het Oostblok genoemd. Joegoslavië en Albanië worden soms tot het Oostblok gerekend, maar waren er niet echt onderdeel van. De Joegoslavische leider, Josip Broz Tito, wilde Joegoslavië neutraal houden. Hierdoor had Joegoslavië zowel banden met de Sovjet-Unie als met de Verenigde Staten. Ook was Joegoslavië niet aangesloten bij een militair bondgenootschap. De Albanese leider, Enver Hoxha, was een groot bewonderaar van Stalin. Na de dood van Stalin kregen de Sovjet-Unie en China ruzie met elkaar. Albanië koos toen om bondgenoten te worden met China. Hierdoor schermde het land zich eigenlijk af van de buitenwereld en wilde zelfvoorzienend zijn.

Containment (1947-1953)

De Trumandoctrine leidde tot de zogeheten "containmentpolitiek". Het woord containment betekent iets als "insluiting". Men wilde de uitbreiding van het communisme voorkomen. Op deze manier wilden de Amerikanen de Sovjet-Unie insluiten. De containmentpolitiek wordt ook wel "indammingspolitiek" genoemd. Het speelde een rol vanaf 1947 tot 1953. Dit betekent dat de containmentpolitiek precies samenvalt met het presidentschap van Harry S. Truman.

Turkije, Iran en Griekenland

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Iran binnengevallen door de legers van de Britten en de Sovjets. De Britten en Sovjets vielen het land gezamenlijk binnen om de Iraanse olievelden veilig te stellen. Hoewel Iran een neutraal land was, werd de sjah (koning) van Iran gezien als vriend van Nazi-Duitsland. Ook was Iran belangrijk om steun te leveren aan de Sovjet-Unie toen het binnengevallen werd door Nazi-Duitsland. De Sovjets hadden Noord-Iran in handen, terwijl de Britten het zuiden hadden. De Britten en de Sovjets hadden afgesproken zich terug te trekken uit Iran na de oorlog.De Britten deden dit, maar de Sovjets bleven in Iran na de oorlog. Hierdoor vonden de Amerikanen dat de Sovjets probeerden om een communistisch land van Iran te maken. Ook was er een conflict met Turkije over de grens op de Zwarte Zee en de twee zeestraten naar de Zwarte Zee; de Bosporus en de Dardanellen. De Sovjet-Uni wilde Turkije in zijn invloedsfeer trekken. De Amerikanen steunden hierdoor zowel de regeringen van Turkije als van Iran.

Hoewel er na de Tweede Wereldoorlog vrede was in veel Europese landen, gold dit niet voor Griekenland. In Griekenland vond nog altijd de Griekse Burgeroorlog plaats. Tussen 1946 en 1949 ging deze oorlog tussen de communisten (gesteund door Bulgarije, Joegoslavië, Albanië en de Sovjet-Unie) en de monarchisten (gesteund door de Britten en later de Amerikanen). Griekenland was toentertijd een koninkrijk (koninkrijk Griekenland), maar de koning was niet heel populair. Dit conflict was al sinds 1943 aan de gang, maar na een bloederige demonstratie in 1946 brak de strijd los. De Britten steunden de monarchisten eerst, maar konden het in 1947 niet meer betalen. Hierdoor besloten de Amerikanen de monarchisten te steunen. De monarchisten wisten de Griekse Burgeroorlog te winnen in 1949. De Griekse Burgeroorlog was ook een van de redenen dat Joegoslavië neutraal werd, nadat Tito en Stalin ruzie kregen kort voor het einde in 1949.

Marshallplan

Zie Marshallplan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In West-Europa dreigde het communisme ook voet aan de grond te krijgen. Na de oorlog lagen grote delen van West-Europa in puinhopen. Ook was er veel armoede. De Sovjet-Unie was ook in West-Europa als één van de bevrijders gezien. In verschillende West-Europese landen kwamen hierdoor Communistische Partijen op, voornamelijk in Frankrijk en Italië. Om te voorkomen dat West-Europa communistisch zou worden en om West-Europa weer op te bouwen werd het Marshallplan bedacht. De Amerikanen gaven geld aan Europese landen voor de wederopbouw. Dit geld werd besteed aan het opbouwen van huizen, het repareren van wegen en ook aan de verzorgingsstaat. Op deze manier wilden de Amerikanen voorkomen dat het communisme voet aan grond zou krijgen. In Frankrijk werden de communisten bijvoorbeeld uit de Franse regering gezet.

Ook Oost-Europese landen waren uitgenodigd, maar Stalin verbood dit. Tsjecho-Slowakije wilde de Marshallhulp wel aannemen, maar door druk van Stalin zagen ze hiervan af. Niet veel later werd in Tsjecho-Slowakije ook een staatsgreep gepleegd, waarmee een einde kwam aan de democratie en de Communistische Partij de macht greep.

Oost- en West-Duitsland

Let op! Oost-Duitsland werd officieel de "Duitse Democratische Republiek" (DDR) genoemd. West-Duitsland heette officieel de "Bondsrepubliek Duitsland" (BRD). Om verwarring te voorkomen zijn de naam "West-" en "Oost-Duitsland" gebruikt.

Duitsland werd na de oorlog in vier bezettingszones verdeeld; de Amerikaanse, Britse, Franse en Sovjet-bezettingszone. Oorspronkelijk waren deze bezettingszones slechts tijdelijk. De vier landen werkten samen om een democratie in Duitsland te stichten, oorlogsmisdadigers op te sporen en te veroordelen en het nationaalsocialisme uit de bevolking te verwijderen. Ook werd er begonnen met de wederopbouw van Duitsland. De vier landen mochten zelf bepalen hoe dit in hun bezettingszone gebeurde. In de Sovjet-bezettingszone leidde dit tot het stichten van een communistische dictatuur. Naast oorlogsmisdadigers werden ook grootgrondbezitters, bankiers en ondernemers als "nazi" gezien, hoewel zij dit niet altijd waren. Hun bezittingen en grond werden afgenomen.

Na het omverwerpen van de democratie in Tsjecho-Slowakije waren de West-Europese landen bang dat Stalin ook Duitsland zou binnenvallen (en vervolgens West-Europa). Hierdoor werd de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszone samengevoegd tot één land, de West-Duitsland. West-Duitsland werd een kapitalistische democratie. In 1948 werd begonnen met het schrijven van de grondwet. In deze periode werd West-Duitsland steeds meer een land. Toen de nieuwe munt, de Duitse mark, in West-Berlijn werd ingevoerd, besloot Stalin verkeer van en naar West-Berlijn te blokkeren. West-Berlijn lag namelijk als een eiland in de Sovjet-bezettingszone. Stalin wilde het liefste dat de Fransen, Britten en Amerikanen zich terugtrokken uit West-Berlijn. De blokkade van Berlijn duurde van 24 juni 1948 tot 12 mei 1949. De Amerikanen en Britten besloten via vliegtuigen West-Berlijn te bevoorraden (de luchtbrug). Hierdoor was de blokkade zinloos en de Sovjet-Unie was vernederd. Hierdoor hief Stalin de blokkade op. In 1949 werd West-Duitsland officieel een land, hoewel de bezetters nog aanwezig bleven. De Sovjet-bezettingszone werd omgetoverd in Oost-Duitsland en werd een communistische staat. Oost-Duitsland behoorde tot het Oostblok.

Ook Oostenrijk was in vier bezettingszones verdeeld. Deze bleven bestaan tot 1955 toen het Oostenrijks staatsverdrag werd getekend. Oostenrijk werd niet gesplitst in twee landen, maar mocht één land blijven. Wel moest Oostenrijk neutraal blijven, wat het nog steeds is. Dit betekende dat Oostenrijk zich niet bij de NAVO of de Warschaupact mocht aansluiten.

NAVO en Warschaupact

Op 4 april 1949 werd de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht. Dit is een militaire organisatie die bedoeld was om West-Europa tegen de uitbreiding van het communisme te beschermen. Tijdens de oprichting waren de volgende landen lid; de Verenigde Staten, Canada, België, Nederland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, IJsland, Italië, Noorwegen en Portugal. Later traden meer West-Europese landen toe; Griekenland en Turkije (1952), West-Duitsland (1955) en Spanje (1982). De NAVO was ook onderdeel van de Trumandoctrine, aangezien een aanval op één land een aanval op alle landen betekende. Met andere woorden, als de Sovjet-Unie één NAVO-land zou binnenvallen, zou het oorlog krijgen met alle NAVO-landen. Hierdoor was het voor de Sovjet-Unie erg onaantrekkelijk om een van deze landen binnen te vallen. De NAVO-landen werkten ook op militair gebied samen met oefeningen.

In 1955 werd de communistische tegenhanger van de NAVO gesticht; het Warschaupact. Deze organisatie bestond uit de Sovjet-Unie, Albanië (tot 1968), Bulgarije, Tsjecho-Slowakije, Oost-Duitsland, Hongarije, Polen en Roemenië. Ook de Warschaupact was bedoeld als een bescherming, maar dan tegen het kapitalisme. Ook de legers van de Warschaupact werkten intensief samen en werd gebruikt om de volksopstanden in Oost-Europa te onderdrukken.

Chinese Burgeroorlog

Zie Chinese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In China was er al sinds 1927 een oorlog aan de gang. China was oorspronkelijk een keizerrijk, maar in 1912 werd de laatste keizer afgezet. Hierna werd de Republiek China gesticht. Deze werd vanaf 1928 door de nationalisten geregeerd, die in oorlog waren met de communisten. De nationalisten werd geleid door Chiang Kai-shek. De communisten werden geleid door Mao Zedong. De burgeroorlog werd onderbroken in 1937 vanwege de Tweede Wereldoorlog met Japan, maar ging in 1946 weer verder. De nationalisten werden gesteund door de Verenigde Staten en Thailand, terwijl de communisten gesteund werden door de Sovjet-Unie en Birma (tegenwoordig Myanmar). Ook de Amerikaanse steun aan de nationalisten was onderdeel van de Trumandoctrine.

Hoewel de nationalisten eerst leken te winnen, maar werden uiteindelijk verjaagd naar Taiwan. Zedong riep in 1949 de Volksrepubliek China uit. Kai-shek vluchtte naar Taiwan en bleef vanuit daar de Republiek China regeren. Hierdoor ontstonden er twee China's die elkaars grondgebied claimden. De Republiek China werd door de meeste andere landen erkent als het "echte China", maar in de loop van de 20e eeuw erkenden meer en meer landen de Volksrepubliek China als het "echte China". De Verenigde Staten erkende Taiwan als het "echte China" tot 1973 en bleef het militair steunen. Nog altijd steunen de Verenigde Staten Taiwan op militair vlak. Hoewel de communisten Taiwan niet veroverd kregen, waren zij wel de winnaar van de oorlog. Hierdoor waren er inmiddels twee communistische grootmachten; de Sovjet-Unie en China.

Koreaanse Oorlog

Koreaanse Oorlog

Korea was nog steeds in twee stukken verdeeld. Het noorden werd bestuurd door de Sovjet-Unie, terwijl het zuiden door de Verenigde Staten werd bestuurd. In Noord-Korea ontstond hierdoor een communistische staat onder Kim Il-sung, terwijl in het zuiden een kapitalistische staat ontstond onder Syngman Rhee. De Chinese communisten steunden Noord-Korea en wilden militaire bases in Noord-Korea stichten. De Chinezen zaten niet te wachten dat de Amerikanen en hun bondgenoten het communisme gingen bestrijden in Azië. China en de Sovjet-Unie waren bondgenoten van elkaar. Jozef Stalin meende dat de situatie in de wereld in het voordeel van de communisten was. In China was Mao Zedong namelijk aan de macht gekomen en er was weinig weerstand. Ook bezaten de Sovjets inmiddels een atoombom. De Chinezen beloofden hierdoor Noord-Korea te zullen beschermen tegen een invasie van de Verenigde Staten of Zuid-Korea.

Aan de grens tussen Noord- en Zuid-Korea begon het Zuid-Koreaanse leger het Noord-Koreaanse leger te provoceren. Hierop besloot het Noord-Koreaanse leger om Zuid-Korea binnen te vallen op 25 juni 1950. Binnen enkele maanden had Noord-Korea 90% van Zuid-Korea bezet. Toch viel de opmars van het Noord-Koreaanse leger stil en er waren veel doden gevallen. Door troepen uit de Verenigde Staten en hun bondgenoten wisten de Zuid-Koreanen om de Noord-Koreanen terug te dringen tot aan de grens met de Volksrepubliek China. De Volksrepubliek China zag dit weer als bedreiging en stuurde versterking aan het Noord-Koreaanse leger. Hierdoor verjaagden de Noord-Koreanen de Zuid-Koreanen weer uit Noord-Korea. Vanaf 1951 tot het einde van de oorlog waren er vrijwel alleen gevechten rondom de huidige grens tussen beide Korea's. Pas na de dood van Jozef Stalin kwamen er vredesbesprekingen en later dat jaar kwam er een wapenstilstand.

Officieel is er nooit vrede getekend, maar sinds 1953 is er een wapenstilstand tussen Noord- en Zuid-Korea. Beide landen erkennen elkaar niet, maar willen wel een verenigd Korea. Het conflict is nog altijd aan de gang.

Escalatie (1953-1962)

Chroesjtsjov en Eisenhower

Hongaarse Opstand

Berlijnse Muur

Split tussen de Sovjet-Unie en China

Cubacrisis

Cubacrisis

In 1962 liet de leider van de Sovjet Unie, Nikita Chroestsjov, in het geheim raketten met kernkoppen plaatsen op Cuba. De raketten waren voor de Verenigde Staten een bedreiging. Op Cuba was de communist Fidel Castro de leider. In 1959 was Cuba door een oorlog communistisch geworden. Op Cuba hadden de Sovjets dus nu raketten geplaatst, bedoeld om de Verenigde Staten aan te vallen. Toen de Amerikaanse president Kennedy dit zag met behulp van spionagevliegtuigen, reageerde hij direct. Hij liet een blokkade van marineschepen rond Cuba leggen. De Amerikaanse schepen moesten de Russische schepen tegenhouden die op weg waren naar Cuba. Kennedy eiste van Chroesjtsjov dat hij de kernraketten liet weghalen en dat de raketbasis zou worden afgebroken. Ondertussen waren de Russische schepen met materiaal voor de raketbasis al op weg naar Cuba. Ze voeren richting de Amerikaanse vloten. Een kernoorlog lag erg dichtbij. Pas op het laatste moment keerden de Sovjetschepen om en voeren terug richting de Sovjet Unie. In totaal duurde de spanning rond Cuba 13 dagen.

Détente (1962-1979)

Vietnamoorlog

Vietnamoorlog

Tussen 1955 en 1975 woedde er een oorlog in Vietnam. Het niet-communistische Zuid-Vietnam en de Verenigde Staten namen het op tegen het communistische Noord-Vietnam, China en de Sovjet-Unie. Deze 20-jarige oorlog was de langste oorlog in de geschiedenis van de Verenigde Staten, maar het was ook de eerste oorlog die Amerika verloor. Het was een verschrikkelijke oorlog waar veel landen aan meededen. Er vielen tussen de 1.300.000 en 2.700.000 doden en ongeveer 2.000.000 gewonden. Het aantal burgerslachtoffers was misschien nog wel hoger: tussen de 1.500.000 en 4.000.000 burgers stierven.

Praagse Lente

Band tussen China en de VS

Late jaren 1970

Nieuwe Koude Oorlog (1979-1985)

Afghanistan

Reagan

Economische en militaire problemen

Opstanden in Polen

Laatste jaren (1985-1991)

Gorbatsjovs hervormingen

Val van het IJzeren Gordijn

In Oost-Duitsland en andere Oostbloklanden ging het economisch slecht. Het voedsel was soms schaars en er was niet veel luxe. De mensen in het Oostblok werden steeds ontevredener, maar dit werd hardhandig onderdrukt met de Geheime Politie. De onvrede was vooral in Polen sterk, vooral nadat er een paus kwam die een Pool was. Dat was in 1977. Hij sprak veel over vrijheid en solidariteit toen hij een bezoek aan Polen bracht in 1979. Tussen de 10 en 20 miljoen Polen kwamen naar de paus. De Polen begonnen geweldloos te demonstreren en te staken, want ze begrepen dat de preken over hen gingen. De stakingsleider was Lech Walesa. Omdat veel Polen behoren tot de Rooms-Katholieke Kerk, werden ze geïnspireerd door de preken van de paus. De communistische leiders kregen steeds meer het gevoel dat het hele volk hen weg wilde hebben. In juni 1989 werden daarom vrije verkiezingen in Polen gehouden, op voorwaarde dat de communisten de meerderheid in het parlement mochten houden. De vakbond Solidariteit (zo genoemd vanwege de preken van de paus) won de verkiezingen met 99%. Bijna alle Polen wilden van de communisten af. Hongarije en andere Oostblok landen voelden dat ook. Zij gingen demonstreren voor meer vrijheid. In Leipzig begonnen na de zomervakantie van 1989 steeds grotere aantallen mensen te demonstreren voor meer vrijheid. Centraal stond de Nicolai Kerk in Leipzig, waar de dominee hen aanspoorde om vooral geweldloos te demonstreren. Om de economie in het Oostblok te helpen was de in nieuwe regeringsleider van de Sovjet Unie, Michail Gorbatsjov in 1986 al begonnen met hervormingen (perestroika), en meer persvrijheid (glasnost). Het ging echter moeizaam. Het Sovjetleger, dat altijd klaar stond om in te grijpen bij een opstand, trok hij terug uit Oost-Duitsland en de andere Oostbloklanden. En hij vond dat de regeringen van de Oostbloklanden zelf uit mochten maken hoe ze hun land bestuurden. Veel Oost-Duitsers waren het hier mee eens. Ze wilden politieke hervormingen en vrij kunnen reizen naar West-Berlijn en West-Duitsland. De mensen demonstreerden massaal. De DDR kwam steeds meer onder druk te staan. De DDR-regering deed alsof er niks aan de hand was, maar toch gaf de regering het toe. Burgers mochten voortaan vrij reizen van Oost-Duitsland naar West-Duitsland. En dat nieuws verspreidde zich razendsnel. Duizenden Oost-Berlijners kwamen naar de doorgangen van de muur en ze eisten dat de slagbomen opengingen. De grenswachters, die eerst elke vluchteling neerschoten, deden helemaal niets. In 1989 was de muur, na bijna 30 jaar, geen scheiding meer. De muur werd voor een groot gedeelte afgebroken. Een jaar later werden de twee Duitslanden, die 45 jaar lang verdeeld waren, weer één: het huidige Duitsland met als hoofdstad Berlijn!

Uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Gevolgen

Een gedeeld Duitsland

Het kapitalistische West-Berlijn lag als een eiland in de communistische zone. Jozef Stalin, de leider van de Sovjet Unie, wilde dat West-Berlijn zo snel mogelijk in handen kwam van de Sovjet Unie. Daarom blokkeerde hij alle wegen en rivieren die van West-Duitsland naar West-Berlijn liepen. De inwoners kwamen zo dus zonder voedsel en brandstof te zitten. Elektriciteit werd afgesloten. Stalin hoopte dat West-Berlijn het zou opgeven, maar de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk waren vastbesloten om in West-Berlijn te blijven. Het Westen wilde geen oorlog met de Sovjet Unie, maar wilde de inwoners van West-Berlijn ook niet in de steek laten. Ze besloten vliegtuigen in te zetten om de inwoners te helpen. Elke 3 minuten landde er een vliegtuig in West-Berlijn met brandstof en voedsel. Een jaar lang heeft de blokkade geduurd, maar toen zag hun leider Stalin dat het zinloos was. Hij gaf de blokkade op. In West-Berlijn kon je weer alles krijgen wat je nodig had.

De spanning in Berlijn was dan wel gezakt, maar het wantrouwen tussen de twee grootmachten bleef. Om sterker te staan tegenover de vijand, spraken de Westblok landen af dat als een van hen werd aangevallen, de anderen zouden helpen. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie werd opgericht. Ook wel kortweg genoemd: de NAVO. De Sovjet Unie en andere Oostbloklanden deden hetzelfde en verenigden zich in het Warschaupact.

Intussen vonden de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk dat het tijd was om hun macht over te dragen. De Westerse zones richtten in 1949 hun eigen staat op: De Bondsrepubliek Duitsland (BRD). De hoofdstad werd Bonn. En met hun eigen regeringsleider: Konrad Adenauer. In dat zelfde jaar werd Oost-Duitsland ook een staat. De Duits Democratische Republiek (DDR). Hier kreeg alleen de communistische partij het voor het zeggen en die luisterde goed naar de Sovjet Unie. De DDR had als hoofdstad Oost-Berlijn. West-Berlijn was nog steeds in handen van de BRD.

De verschillen tussen de twee Duitslanden namen steeds meer toe. West-Duitsland en dus ook West-Berlijn, hadden na de Tweede Wereldoorlog hulp gekregen van de Verenigde Staten. Snel werd het land weer opgebouwd. Maar Stalin (de leider van de Sovjet Unie) had deze hulp aan de DDR verboden. Oost-Duitsland en ook Oost-Berlijn bleven in hun ontwikkeling achter. Dat leidde tot protesten onder de bevolking. Maar deze werden teruggedreven met hulp van grote Sovjet tanks.

Russische tanks in Leipzig tijdens een DDR-opstand.

Al die tijd mochten de Berlijners overal komen. West-Berlijn was zo aantrekkelijk voor de Oost-Duitsers dat ze massaal verhuisden. In 10 jaar tijd verlieten bijna 3 miljoen mensen de DDR. De communistische leiders waren bang dat als al die mensen verhuisden het slecht zou gaan met de DDR. Om de verhuizingen te stoppen sloten Oost-Duitse soldaten in 1961 onverwachts alle wegen af. Ze bouwden een muur om West-Berlijn heen, de Berlijnse muur. Vanaf nu kon niemand meer van Oost naar West reizen. Mensen die in Oost-Berlijn woonden en die in West-Berlijn werkten raakten hun baan kwijt en vrienden en familie werden ook door de muur van elkaar gescheiden en konden elkaar niet meer ontmoeten. De muur werd streng bewaakt. Iedereen die van Oost naar West probeerde te komen, werd neergeschoten. Maar mensen probeerden het toch. Zeker zolang de muur nog niet overal stond. Zelfs bewakers die de muur moesten bewaken ontsnapten naar West-Berlijn. Maar toen de muur uiteindelijk af was werd het een stuk moeilijker om naar West-Berlijn te gaan. Toch probeerden mensen het nog. De meest slimme verstopplaatsen werden gebruikt. Bijvoorbeeld een uitgeholde surfplank, een stoelzitting die helemaal was leeggehaald of ze waagden de vlucht met een eigen gemaakt vliegtuigje. Maar niet elke vluchtpoging lukte. Ongeveer 135 mensen waren tijdens hun vlucht gedood. De BRD protesteerde tegen de muur, maar veel verder kwamen ze niet. Want de leiders wilden een oorlog voorkomen.

Om zeker te weten dat de een niet sterker werd dan de ander maakten de Verenigde Staten en de Sovjet Unie steeds meer atoomwapens. Met de wapens kunnen ze de wereld helemaal vernietigen. In de Tweede Wereldoorlog zijn al is atoombommen gebruikt. De mensen wisten wat voor verschrikkelijk wapen het was. De leiders van de landen wisten dat ook. In heel veel verschillende landen in Europa nam de regering maatregelen. Ze bouwden bijvoorbeeld schel kelders. Bij een atoomaanval zou je veilig moeten zijn voor een atoombom. Er werden wachttorens neergezet waar vrijwilligers de lucht afspeurden of er geen Sovjet vliegtuig aan kwam. (Nederland en België lagen in het kapitalistische blok dus ze konden niet aangevallen worden door de Verenigde Staten, want deze is ook kapitalistisch. De Sovjet Unie is communistisch, vandaar “een Sovjet vliegtuig”) Ondanks al deze dreiging kwam het gelukkig niet tot een oorlog. Wel hielden beide kanten grote militaire oefeningen om voorbereid te zijn als er een aanval komt vanuit het Oosten of het Westen.

Lech Walesa en de Polen bidden op hun knieën voor de demonstratie begint


Videoclip

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Koude_Oorlog&oldid=721372"