Jim Crow-wetten
De Jim Crow-wetten waren wetten in verschillende Amerikaanse staten tijdens de rassensegregatie tussen 1880 en 1965. De Jim Crow-wetten waren vooral in het zuidwesten van de Verenigde Staten in plaats; in de voormalige slavenstaten. De wetgeving was erop gericht om Afro-Amerikanen gescheiden te houden van blanke Amerikanen. De wetten zorgden voor veel discriminatie en zorgden er o.a. voor dat Afro-Amerikanen hun stemrecht ontzegt werden. Hiermee hoopten de Democraten in het zuiden aan de macht te blijven.
De Jim Crow-wetten ontstonden na de Reconstructie. De Zuidelijke Staten voelden zich vernederd en hadden moeite met gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. In de jaren 1880 ontstonden de eerste wetten om Afro-Amerikanen te benadelen. De gedachte was dat blanke Amerikanen superieur waren. De Jim Crow-wetten hielden o.a. in:
- Gescheiden voorzieningen, zoals aparte toiletten, scholen en drinkwaterfonteinen. Op andere plaatsen, zoals in openbaar vervoer, waren er aparte delen. Afro-Amerikaanse voorzieningen kregen daarnaast minder geld, waardoor de kwaliteit slechter was.
- Het verbod voor Afro-Amerikanen om op bepaalde plekken te komen.
- Het tegenwerken van Afro-Amerikanen bij het stemmen.
Daarnaast waren er nog haatorganisaties actief, zoals de Ku Klux Klan (KKK), die Afro-Amerikanen wilde afschrikken en zelfs moorden pleegden op hen. De Jim Crow-wetten waren vernoemd naar het personage Jim Crow. Jim Crow was een typetje van Afro-Amerikaanse slaaf, gespeeld door een blanke acteur (blackface). Het personage werd gebruikt om de wetten in zijn geheel aan te duiden.
De wetten werden afgeschaft in 1965. In de jaren '50 en '60 ontstonden veel protesten. Dit leidde tot het afschaffen of ongrondwettelijk verklaren van deze wetten. Eén voor één verdwenen al deze wetten.