Jaguar

De Jaguar.

ALGEMEEN: De jaguar komt veel voor in Zuid-Amerika en Midden-Amerika. De jaguar is een grote katachtige, en dus familie van de leeuw, de tijger, de panter, het luipaard en de sneeuwpanter. Hij is de grootste kat van Amerika. En de derde grootste kat van de wereld (na de leeuw en de tijger). Hij lijkt veel op een luipaard maar is steviger gebouwd en de jaguar heeft een bredere kop. En ook de vlekken van de jaguar zien er iets anders uit, die vlekken worden rozetten genoemd.

UITERLIJK: De jaguar heeft een gevlekte vacht. Op zijn vacht zitten rozetten, rozetten zijn de vlekken die op zijn vacht zitten.

VOEDSEL: Bijna ieder dier dat in het leefgebied van de jaguar voorkomt is een prooi van de jaguar. Jaguars voeden zich met de prooidieren die in een bepaald gebied het meest voorkomen. Op grond leven de zoogdieren zoals: pekari’s, herten, gordeldieren, miereneters, allerlei knaagdieren zoals agouti’s, stekelvarkens, ratten en capibara’s, op grond vogels, kikkers, kaaimannen, schildpadden, vissen, eieren en zelfs reuzenslangen maken deel uit van het menu. De jaguar is de enige grote kat die vaak reptielen doodt maakt om er van te leven.

LEEFGEBIED: De jaguar leeft in de tropische wouden in Midden- en Zuid-Amerika. Hij heeft een groot leefgebied nodig. Hij is een echte zwemmer en leeft graag in de buurt van rivieren en moerassen. Ook klimmen, kan hij heel goed. Hij jaagt dan ook zowat overal. Zo kan hij op veel verschillende prooien jagen bijvoorbeeld op zoogdieren, reptielen, vogels en vissen.

LEEFTIJD: Jaguars kunnen in het wild 12-16 jaar oud worden, in gevangenschap tot 28 jaar.