Humor

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Te moeilijk
Dit artikel is te moeilijk voor de kinderen van WikiKids. Wil jij het aanpassen zodat iedereen het kan begrijpen? Schrijftips vind je op deze pagina.

Humor is een vermogen om iets wat leuk en grappig is aan te voelen, te waarderen of juist mee te delen met anderen. Het woord humor komt uit het Latijn en betekent vloeistof of lichaamssap. In de middeleeuwen dacht men dat mensen vier lichaamssappen (humores) hadden die met elkaar in balans moesten zijn. Er werd uitgegaan van de denkwijze dat, als deze lichaamssappen in balans waren, de mens in balans was, wat leidde tot een goed humeur. Wanneer deze sappen niet in balans waren, leidde dat tot ziekte. Tweeduizend jaar geleden werd er dus al over humor gesproken om naar een bepaalde stemming te verwijzen.

Hoe werkt humor?

Humor is meestal beïnvloed door persoonlijke meningen en gevoelens. Wat één iemand hilarisch vindt, is voor een andere flauw, ongepast of onbegrijpelijk. Persoonlijke verschillen spelen een belangrijke rol, zoals verschillen in cultuur, leeftijd, intelligentie, geslacht en opleiding. De werking van humor is gebaseerd op een dubbele binding: aan de ene kant zorgt de verteller dat je je betrokken voelt tot het onderwerp en het serieus neemt, en aan de andere kant wordt ervoor gezorgd dat verteller en publiek afstand nemen van het onderwerp, er als het ware buiten gaan staan en het dus niet (langer) serieus nemen. De dubbele binding die hierdoor in de hersenen ontstaat, leidt doorgaans tot lachen. de mediaal prefrontale cortex (het groene gedeelte is de temporale kwab) Onderzoek naar de relatie humor en hersenfuncties maakt op dat vooral de mediaal prefrontale cortex actief is als mensen naar gesproken grappen luisteren. Dit deel van de hersenen is ook actief bij beloning, en is vooral betrokken bij het verwerken van het gevoelsdeel van humor. Daarnaast blijken ook de taalgebieden in de temporale kwab actief. Dit deel van de hersenen lijkt vooral verbonden te zijn met de cognitieve kant van humor: dat wil zeggen het begrijpen van de betekenis van taalkundige grappen.

Wat heb je aan humor?

Als je humor hebt, maak en begrijp je grappen. En als je dat doet, dan moet je vaak lachen. En als je lacht:

  • train je je longen en stimuleer je je bloedcirculatie.
  • maak je hormonen aan die de alertheid verhogen en komen er endorfinen vrij, de natuurlijke pijnstillers van het lichaam.
  • versterk je je immuunsysteem, waardoor je een betere weerstand tegen ziektes hebt.

Daarnaast vervult lachen de taak als buffer tegen stress. Humor is een uitlaatklep voor emoties en een ideale manier om stoom af te blazen. Deadlines, iets belangrijks vergeten, een kennis die weggaat, een spreekbeurt die nog niet af is. Lachen om een vervelende situatie of een probleem zorgt ervoor dat je je stressniveau verlaagt en dingen meer van een afstand kunt bekijken. Zo kun je je probleem kleiner maken, en dat helpt je om de waarheid gemakkelijker onder ogen te zien en problemen in de juiste context te plaatsen. Hierdoor begrijp en accepteer je het probleem of de vervelende situatie en kun je daar een oplossing voor bedenken. Humor is dus best wel handig, want met humor kun je vrolijk zijn en blijven. Je staat veel positiever in het leven, en zo gaat van alles je veel gemakkelijker af. Anderen vinden je ook aardiger, want zeg nou zelf; jij hebt toch ook veel liever iemand tegenover je die je aan het lachen maakt dan je kwetst?

Soorten humor

Je hebt verbale humor en non-verbale humor. Ik ga nu noemen welke soorten humor onder de categorie verbaal, non-verbaal en zowel verbaal als non-verbaal zitten: Verbale humor:

  • Woordspeling; door een bepaalde woordcombinatie iets grappigs laten ontstaan, bijvoorbeeld: zegt de ene kaars tegen de ander:“Zullen we vanavond uitgaan?”
  • Grap of mop
  • One-liner; een kernachtige en meestal grappige uitspraak in één zin.
  • Ironie; De fijne spot waarbij men het tegenovergestelde zegt van wat hij/zij bedoeld.
  • Sarcasme; een ergere vorm van ironie
  • Grappige accenten, dialecten, versprekingen of spraakgebreken

Non-verbale humor:

  • Gezichtsexpressies; een (grappig) gezicht dat iemand trekt
  • Slapstick; een beetje grove humor met vooral veel gooi-en-smijtwerk
  • Gewelddadige slapstick; een ergere vorm van slapstick
  • Overdreven en onverwachte bewegingen en gebaren
  • Practical joke; iemand met opzet in een grappige situatie lokken (verborgen camera, 1 aprilgrappen ...)

Humor die zowel verbaal als non-verbaal kan zijn:

  • Parodie of imitatie; iemand spottend napraten
  • Karikatuur; afbeelding die iets of iemand belachelijk maakt
  • Typetjes; Een typetje is een fictief, komisch personage met sterk uitgesproken eigenschappen en karaktertrekjes die meestal karikaturaal worden uitvergroot.
  • Sketches; Een sketch is een kort komisch optreden met een of meer acteurs.
  • Onbedoelde humor; vaak lachwekkend overkomende zaken die door de makers zelf niet zo bedoeld zijn.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Humor&oldid=818624"