Hersenen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Je hersenen

De hersenen of het brein kun je vergelijken met de hoofdcomputer van mens en dier. Je hersenen regelen werkelijk alles in je lichaam en je kan eigenlijk niet zonder. Je hersenen zorgen er onder andere ervoor dat je niet vergeet adem te halen, dat je organen werken enzovoorts. Hierover hoef je niet eens na te denken. Kortom je hersenen doen alles wat jou doet leven.

Druk informatie verkeer

Je hersenen zijn met je lichaam verbonden door middel van je zenuwen. Zeg maar de 'glasvezelkabels' van en naar de lichaamsdelen.

Een simpel voorbeeld: je denkt: "ik wil een stap zetten". Dan gaan via je zenuwen seintjes met informatie omlaag naar je spieren in je benen en voeten. De benen en voeten sturen informatie naar je hersenen terug dat de grond stevig genoeg is om te staan. Eigenlijk gebeurd er nog veel meer tegelijkertijd: Je ogen controleren waarheen je loopt en geven dat ook via de oogzenuwen door aan de hersenen. Je evenwichtsorgaan in je oor zorgt ervoor dat je in balans blijft en geeft dat door. Je voetzool voelt of er bijvoorbeeld geen scherpe voorwerpen zijn en je spieren van je benen geven een signaal terug dat de beweging is voltooid en eventueel de volgende stap gedaan kan worden. Deels doe je dit allemaal bewust (je gaat op je doel af omdat je dit wilde), maar een groot deel gaat automatisch.

Hersendelen

Je hersenen zijn in de eerste plaats verdeelt in twee helften: de linkerhelft (zeg maar de taal kant) en de rechterhelft (zeg maar de beeld- en creatieve kant). Deze zijn ieder (aan de buitenkant ofwel de schors) verdeeld in een paar delen: kwabben of lobben genaamd. Die kwabben zorgen ieder voor bepaalde dingen.

Zo zorgt je achterhoofdskwab of occidentale lob ervoor dat wat er aan informatie via je ogen (je camera's) en via de oogzenuwen binnen komt, je ook daadwerkelijke kunt zien. Stel je ziet een appel. In je hersenen wordt het binnenkomende beeld meteen vergeleken met wat je al kent (of juist nog niet kent) en herkent. Die informatie ligt weer ergens anders opgeslagen als in een groot beeldarchief met allemaal plaatjes en filmpjes. De dingen die je ziet hebben natuurlijk ook een naam (in dit geval een Appel - eventueel ken je ze in verschillende talen: Apple, Apfel, Pomme). Al die namen (of labels) worden weer ergens anders opgeslagen, namelijk in het taalgebied. Dat taalgebied kan weer een seintje geven aan het spreekgebied dat weer een seintje geeft aan je stem en mond: "Hé, dat is een appel". Dus in je hersenen zelf zijn er ook zenuwen die ervoor zorgen dat al deze informatie wordt uitgewisseld van en naar de verschillende opslaggebieden. Voor je andere zintuigen gebeurt natuurlijk hetzelfde, maar weer op een andere plek in je hersenen.

Leren

Jouw hersenen slaan dus alles op. Dat wordt snel te veel, daarom hebben je hersenen een kortetermijngeheugen en een langetermijngeheugen. Alles gaat eerst via het kortetermijngeheugen (zeg maar je werkgeheugen) en daarna als iets belangrijk is naar het langetermijngeheugen (zeg maar je harde schijf) ook weer door middel van zenuwverbindingen. Iets wat in het kortetermijngeheugen is opgeslagen onthoudt je niet lang. Als je iets lang wilt onthouden dan moet het naar het langetermijngeheugen die aan de buitenkant (in de hersenschors) zit. Dit gebeurt beter als je lang dingen overschrijft of vertelt (het zelf verwerkt zoals bij leren). Als je dit doet dan worden er nieuwe verbindingen gemaakt in je hersenen. Deze sterven uiteindelijk af, maar ze kunnen ook dikker worden (we zeggen dan dat de kennis inslijpt). Als je iets vaak herhaalt, dan worden de verbindingen steeds dikker. Als je iets heel vaak doet zoals lopen en fietsen, dan vergeet je dat nooit meer. Bewegen en zingen helpt bij het leren.

Bij het leren kun je gebruik maken van hulpmiddelen. Dit zijn de zogeheten executieve functies, ook wel brein- of regelfuncties van het brein genoemd. Met bijvoorbeeld de regelfunctie inhibitie kun je je brein afremmen.

Delen

Blauw = frontale lob, geel = pariëtale lob, groen = temporale lob, rood = occidentale lob, wit = kleine hersenen (bij je achterhoofd)
  • Cerebrum (grote hersenen, met vier lobben aan elke kant):
    • Frontale lob (o.a. ruiken en logisch denken, lange termijngeheugen)
    • Pariëtale lob (o.a. proeven, voelen, voorbereiden activiteiten)
    • Temporale lob (o.a. gehoor, spraak taal, korte termijngeheugen en beslissen)
    • Occidentale lob (o.a. zien, kleuren, herkennen)
  • Cerrebellum (kleine hersenen, achterhoofd - o.a. voortbeweging, evenwicht)
  • Prefrontale Cortex (PFC - is betrokken bij kennis- en emotionele functies als beslissingen nemen, motivatie, interesse, persoonlijkheid, abstract denken, plannen, probleemoplossing, sociaal gedrag en zelfbeheersing)
  • Thalamus (selecteert de prikkels die van de zintuigen binnenkomen, behalve van de reuk)
  • Amygdala (deel van het zogeheten limbisch systeem, binnenin de temporale lob - opslag en verwerking van emoties in het algemeen en angsten in het bijzonder)
  • Hersenstam (onderaan bij de kleine hersenen, bestuurt belangrijke levensfuncties als temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk, ook verbinding tussen grote en kleine hersenen en ruggenmerg)
  • Hippocampus (ook binnenin, simpel gezegd het werkgeheugen en besliscentrum van wat er van het korte- naar het lange termijngeheugen moet)
  • Hypothalamus (ook binnenin, regelcentrum voor hartslag, ademhaling, darmen en dergelijke)

Links

 
Organen van de mens

Alvleesklier | Baarmoeder | Bijnier | Bijschildklier | Darmen | Eierstokken
Galblaas | Hart | Hersenen | Hypofyse | Longen | Lever | Maag
Milt | Nier | Prostaatklier | Schildklier | Teelballen | Twaalfvingerige darm
Urineblaas | Wormvormig aanhangsel | Zwezerik

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Hersenen&oldid=693797"