Hart

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Hart anatomie.png
1. Rechter atrium (boezem), 2. Linker atrium, 3. Bovenste holle ader, 4. Aorta, 5. Longslagader, 6. Longader, 7. Mitralisklep, 8. Aortaklep, 9. Linker ventrikel (kamer), 10. Rechter ventrikel, 11. Onderste holle ader 12. Tricuspidalisklep, 13. Pulmonalisklep,

Het hart ligt in de hartholte, tussen de longen, en is een van de belangrijkste organen in een lichaam. Het hart is een sterke spier die steeds samentrekt en weer ontspant en zo het bloed door het lichaam pompt. Dat is belangrijk, want in het bloed zitten voedingsstoffen en ook zuurstof die overal in het lichaam nodig zijn.

Het bloed blijft dus voortdurend rondjes maken in je lichaam. Per minuut verwerkt het hart wel 5 liter bloed! Elke keer als het hart pompt, heet dat een hartslag. Het hart klopt tussen de 60 en 100 keer per minuut. Het hart van een mens is ongeveer zo groot als de vuist en weegt zo'n 300 gram.

Hoe ziet je hart eruit?

Een hart lijkt eigenlijk niet zoveel op de hartjesfiguren die mensen vaak tekenen. Het hart van mensen en zoogdieren bestaat uit twee helften, een linker- en een rechterhelft. Die twee helften bestaan elk weer uit twee holle ruimtes, een "boezem" en een "kamer". Die boezems en hartkamers worden van elkaar gescheiden door de hartkleppen. Die kleppen werken een beetje als een sluis. Ze laten het bloed maar in één richting door. Als het hart het bloed heeft weggepompt en daarna even ontspant, dan kan het bloed niet weer terugvloeien.

Natuurlijk zitten aan het hart ook een aantal bloedvaten vast waardoor het bloed wordt aan- en afgevoerd. We noemen die bloedvaten ook wel slagaders (aanvoer) of aders (afvoer). In de aders zitten ook weer kleppen zodat het bloed niet de verkeerde kant op kan stromen.

Hoe werkt je hart?

In de eerste boezem komt via twee grote aders bloed binnen vanuit de rest van het lichaam. Dat bloed bevat bijna geen zuurstof meer, want de zuurstof is er door de rest van het lichaam uitgehaald. Het bloed stroomt naar de eerste kamer en vanuit die kamer wordt het naar de longen gepompt om nieuwe zuurstof op te halen. Via de "longslagader" stroomt het bloed naar de longen. In de longen neemt het zuurstof op. Het zuurstofrijke bloed komt via de "longaders" weer naar het hart.

Het zuurstofrijke bloed komt nu binnen in de tweede boezem. Vanuit de boezem stroomt het naar de tweede kamer. Die tweede kamer heeft een extra dikke wand van spieren. De wand trekt samen en zo pompt het hart het bloed, dat nu vol zuurstof zit, terug het lichaam in. Het bloed stroomt het lichaam in via de aorta, ofwel de lichaamsslagader. Het hart blijft voortdurend pompen.

Als je schrikt, gaat je hart sneller pompen. Bij sporten en rennen zal je hart ook sneller moeten werken. In je bloed zit zuurstof, dat zuurstof hebben je spieren nodig. Als je loopt, pompt de hart op de manier dat die het altijd doet. Maar als je rent of sport, hebben je spieren meer zuurstof nodig. Dan moet je hart extra snel pompen om al je spieren zuurstof te geven. Meestal voel je dan ook dat je hart sneller pompt dan normaal.

Het hart is dus de pomp van je lichaam. Het is een soort spier die bloed door je lichaam pompt. Mensen, maar ook honden, leeuwen, wormen, krabben en muggen hebben allemaal een hart. Bijna alle dieren hebben een hart.

Bloed

Bloed stroomt door aderen en holten door je lichaam. Aderen of bloedvaten zijn een soort buizen. Het hart pompt al dat bloed door je aderen. In bloed zitten allemaal voedingsstoffen uit je voedsel en zuurstof uit de lucht die je inademt. Alle spieren en andere organen in je lichaam, zoals je darmen en je hersenen, halen voedingsstoffen en zuurstof uit het bloed. Zonder die stoffen kunnen ze niet werken. Het hart zorgt er dus voor dat steeds opnieuw bloed wordt rondgepompt zodat de organen kunne blijven werken.

Hoe krijgt je hart eten?

Het hart pompt de hele dag bloed rond en zorgt ervoor dat je organen 'eten' krijgen. Het is raar, maar als het hart dit werk doet eet het zelf niet. Het eten krijgt het net als alle organen in je lichaam uit het bloed. Met de grote bloedsomloop krijgt je hart zelf eten. Meer uitleg over de grote bloedsomloop kan je vinden in Hart en vaatstelsel. De aders die je hart voeden, heten de kransslagaders.

Hart van mensen

Bij mensen is het hart een groot orgaan. Het ligt in het midden van je borstkas. Het hart van mensen bestaat uit vier ruimten: twee boezems en twee hartkamers. Als deze ruimten samentrekken, wordt het bloed door je aderen gepompt. De aderen die direct bij het hart uitkomen, zijn extra groot en dik. Er stroomt heel veel bloed doorheen. Dat zijn slagaderen. Bij je pols en in je hals liggen de slagaderen vlak onder je huid. Je kunt daar je hartslag voelen. De grootste bloedvat in je lichaam is de aorta.

Hartslag

Wat je voelt bij je hartslag, is de hoeveelheid bloed die per samentrekking van je hart door de slagader wordt gepompt. Je kunt je hartslag zelf meten. Voor volwassenen ligt een normale hartslag tussen de 65 en de 85 slagen per minuut. Een kind van zeven jaar heeft een hartslag van ongeveer 90 slagen per minuut. Bij een baby is de hartslag wel 140 slagen per minuut. Als je lichaam veel werk moet verzetten, gaat je hart ook sneller kloppen. Je hart pompt het bloed dan sneller door je lichaam. Zo kunnen er meer voedingsstoffen en zuurstof bij de spieren komen die dat nodig hebben. Je hartslag kan helpen bij het controleren van je gezondheid. Bij ontstekingen gaat je hartslag omhoog. Bij andere ziekten kan de hartslag juist omlaag gaan.

Sporthart

Je hart is een spier. Als je een spier veel gebruikt wordt het groter. Net zoals bijvoorbeeld je spierballen. Als je sport gebruik je je hart dus extra, dan wordt je hart dus ook groter. Het kan wel bijna een half keer groter worden. Maar dan moet je wel heel veel sporten. Zo een groot hart door het sporten noemen we een sporthart.

Blijft je sporthart altijd groot?

Nee. Je hart is een spier. Als je niks doet, wordt het weer zo groot als eerder.

Is een sporthart erg?

Nee, een sporthart is niet erg! Je gaat er ook niet dood aan. Door aan sport te doen maak je je hart gezond en wordt de kans kleiner dat je hart ziek wordt. Soms lees je weleens dat er zomaar kinderen dood gaan terwijl ze aan het sporten zijn. Hun hart hield er ineens mee op. Mensen dachten eerst dat dat door een sporthart kwam. Een mevrouw, Dr. Babette Pluim heeft er onderzoek naar gedaan. De kinderen waren niet doodgegaan door een sporthart. De kinderen die dit overkwam hadden al een hart dat ziek was. Door te sporten, kan je juist veel hartziekten voorkomen.

Bronnen

De informatie over het eten van het hart komt van de website van de hartstichting: [www.hartstichting.nl] en uit Natuuronderwijs inzichtelijk, geschreven door Carla Kersbergen en Amito Haarhuis, uitgeverij Coutinho, Bussum 2010.

De informatie over het sporthart is komt uit verschillende artikelen op het internet. http://mens-en-gezondheid.infonu.nl-sterk-sporthart.html, opgehaald op 30 oktober 2016.

Artikel naar aanleiding onderzoek Babette Pluim: [1], opgehaald op 30 oktober 2016


Externe links

Wil je een spreekbeurt houden over het hart dan kan je hiervoor informatie vinden op : [2]

 
Organen van de mens

Alvleesklier | Baarmoeder | Bijnier | Bijschildklier | Darmen | Eierstokken
Galblaas | Hart | Hersenen | Hypofyse | Longen | Lever | Maag
Milt | Nier | Prostaatklier | Schildklier | Teelballen | Twaalfvingerige darm
Urineblaas | Wormvormig aanhangsel | Zwezerik

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Hart&oldid=489623"