Hagedissen
De hagedis is een reptiel, net als de slang en de schildpad. De hagedis heeft vier pootjes en een lange staart. De huid van de hagedis bestaat uit van schubben die erg hard en stevig zijn. De hagedis is meestal bruin als hij op de bodem leeft en groen als hij in bomen leeft. Sommige soorten hagedissen kunnen hun staart verliezen als ze worden aangevallen. Als een aanvaller de staart van een hagedis afbijt heeft de aanvaller eten. Maar hij heeft niet de hele hagedis te pakken. Want zijn staart valt er af, en groeit heel langzaam weer aan.
De hagedis is er in verschillende vormen, waarvan sommige wat bekender zijn, maar de meeste hebben nog niet eens een Nederlandse naam. Er zijn veel verschillende hagedisssen, sommigen hebben zelfs een blauwe tong of een blauwe staart. Er zijn zelfs soorten zonder pootjes, die zien er uit als een slang. Ook in Nederland en België leeft zo'n hagedis. In totaal zijn er zelfs meer dan drie-duizend verschillende hagedissen.
De kameleon
Deze rare hagedis heeft voeten als wanten, een tong die even lang is als zijn lichaam, en ogen die op en neerdraaien. Sommige soorten hebben zelfs hoorns! Maar het meeste verbazingwekkend is de manier waarop hij van kleur kan veranderen. Vroeger dachten mensen dat hij dat doet om niet op te vallen. Maar alleen als de kameleon slaapt is dat waar. Als hij actief is zijn de kleuren de gezichtsuitdrukking van de kameleon.
De gekko
Een gekko kan goed klimmen, maar ook goed kletsen. Er zijn meer dan 1000 soorten gekko’s en vele van hen kunnen vreemde geluiden maken. Andere, zoals de luipaardgekko, zeggen nooit iets. Ook hebben gekko’s hebben een lange tong. Na lekker eten van insecten maakt een gekko zijn snoet schoon maar ook zijn ogen maakt hij schoon. Hij doet dat door zich te likken. Een gekko heeft geen oogleden en wast zo zijn ogen.
De basilisk
De basilisk leeft bij de rivieren en stromen in regenwouden van Midden Amerika. De mensen noemen hem de Jezus Christushagedis omdat hij over het water kan lopen of beter rennen. De basilisk ontkomt uit gevaarlijke situaties door op zijn achterpoten te gaan staan en weg te rennen. Als hij bij een rivier komt of meer komt, loopt hij gewoon door. Zijn grote voeten en zijn snelheid zorgen ervoor dat hij niet zinkt. Basilisken lopen niet alleen over het water. Ze zijn ook heel goede zwemmers en ze kunnen een half uur onder water blijven om aan hun vijanden te ontkomen.
De leguaan
In zuid- en midden Amerika zijn de leguanen de grootste en de meeste voorkomende hagedissen. Ze zijn te vinden in de woestijnen en in regenwouden, en alleen al in West-Indië komen meer dan 120 verschillende soorten voor.
Moeder leguaan legt haar eieren onder een boomstam of in een kuil in de grond. Dan laat ze ze achter. Als de babyleguaan uit het ei komt, moet hij zich maar zien te redden.
De waterleguaan is de enige hagedis ter wereld die zijn voedsel in de zee zoekt. Na een goed maal van zeewier ligt hij in de zon op de rotsen van de Galapagos-eilanden, voor de kust Zuid-Amerika.
Verdediging
Hagedissen vechten vaak met elkaar volgens bepaalde regels. Sommige hagedissen gaan knikken met hun kop of zwaaien met hun pootjes. Eerst bedreigen ze elkaar, meestal gaat de zwakste dan weg. Maar soms wordt er ook hard gevochten. Blazend vallen ze elkaar dan aan en bijten zich vast. Soms gaat er een bloedend weg. Maar ernstige verwondingen komen niet vaak voor. Want hagedissen-koppen zijn goed beschermd. Dit komt door de stevige schedel. De vrouwtjes vechten vaak harder dan mannetjes. Sommige hagedissen leven in zanderige gebieden. Ze zijn daar helemaal op aangepast. Ze hebben bijvoorbeeld grotere poten, zodat ze minder snel wegzakken in het zand. Door hun oogleden zijn ze goed bestand tegen zandkorrels. Sommige hagedissen hebben een schutkleur. Lichte kleuren beschermen de hagedissen vaak tegen de felle zon.