Goochelaar
Een goochelaar is iemand die goochelt, of - juister gezegd - is een beoefenaar van de goochelkunst. Goochelaars kom je overal ter wereld tegen, maar er zijn maar een paar landen, die er echt bovenuit steken of op dit gebied een - zoals men zegt - grote reputatie genieten. Nederland is één van die landen!.
In de 19de eeuw was Frankrijk toonaangevend op goochelgebied. De beroemdste Franse goochelaar was toen Jean-Eugène Robert-Houdin. (1805-1871). Hij werd zelfs in 1856 ingezet door de regering van Frankrijk om het Franse gezag in de opstandige kolonie Algerije te herstellen. Door zijn optreden moest hij de bevolking ervan overtuigen, dat de tovermacht van een Frans onderdaan veel groter was dan van de maraboets, de Arabische profeten, die met simpele goochelkunstjes net deden alsof ze over goddelijke macht beschikten en zo de bevolking tegen Frankrijk probeerden op te hitsen. De voorstellingen van Robert-Houdin werkte en de rust in Algerije werd voor geruime tijd hersteld.
Zo rond 1900 waren het vooral Engelse goochelaars, die internationaal bewondering oogstten en tussen de beide wereldoorlogen waren het met name Duitse en Oostenrijkse goochelaars die alom bekendheid genoten. Maar ook Nederland deed mee, niet ergens achteraan zoals meestal, maar helemaal voorop, vooral in de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw. Het is namelijk zo, dat goochelaars niet alleen goochelen, maar ook onderling goochelwedstrijden organiseren. Er is zelfs een heus wereldkampioenschap, dat één keer in de drie jaar wordt gehouden, telkens in een ander land. En tussen 1955 en 1979 - met uitzondering van 1964 en 1976 - was het telkens een Nederlander, die wereldkampioen goochelen werd! In 1955 was dat Fred Kaps, in 1958 Tonny van Dommelen, in 1961 weer Fred Kaps, in 1967 Di Sato (die eigenlijk Harry Thiery heette), in 1970 en 1973 Richard Ross en in 1979 Ger Copper. Toen was het voorlopig uit met de pret, maar in 2000 won Nederland wéér, ditmaal door het komische duo Scott The Magician & Miss Muriel.
Er bestaan zowel amateur-goochelaars, die goochelen als hobby hebben, en beroeps-goochelaars, die er - de naam zegt het al - hun beroep van hebben gemaakt en met goochelen hun geld verdienen. Er bestaan ook goochelaarsverenigingen, waar goochelaars geregeld samenkomen en elkaar hun nieuwste trucs vertonen of tips uitwisselen over de techniek van het goochelen, hoe je een truc het best kunt vertonen zonder dat de toeschouwers achter het geheim komen dus. Er zijn ook goochelwinkels, waar je kant-en-klare trucs kunt kopen, inclusief het bijbehorende geheim. Maar die trucs zijn meestal niet goedkoop.
In Nederland zijn er ongeveer 7000 actieve goochelaars, voor het overgrote deel amateurs.