Geschiedenis van Duitsland

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Geschiedenis van Duitsland
Frankische Rijk
Oost-Frankische Rijk
Heilige Roomse Rijk
Rijnbond
Duitse Bond
Noord-Duitse Bond
Duitse Keizerrijk
Novemberrevolutie
Weimarrepubliek
Nazi-Duitsland
West-Duitsland
Oost-Duitsland
Duitse hereniging
Bondsrepubliek Duitsland
Portaal : Duitsland

In dit artikel vind je een overzicht van de geschiedenis van Duitsland. Hoewel Duitsland pas in 1871 ontstond, heeft het een veel langere geschiedenis die teruggaat op de Germanen. Door de geschiedenis heen zijn de grenzen van Duitsland ook vaak veranderd.

Duitsland heeft een grote invloed gehad op de geschiedenis van Europa. Zo begon de Reformatie in Duitsland. Tot 1871 bestond Duitsland uit allerlei kleinere staatjes die vaak los met elkaar verbonden waren. Na de Frans-Duitse Oorlog werd Duitsland verenigd in één land. Duitsland was toentertijd een keizer en bestond uit allerlei kleinere monarchieën. Na de Eerste Wereldoorlog werd de monarchie afgeschaft en werd het land een republiek. In 1933 werd Duitsland een dictatuur onder Adolf Hitler. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland opgedeeld in een Oost- en West-Duitsland. Het westen was een kapitalistische democratie, terwijl het oosten een communistische dictatuur was. Na de val van het IJzeren Gordijn werd Duitsland herenigd in 1990.

Prehistorie

Het Romeinse Rijk (paars) en het woongebied van de Germanen (groen)

De oudste menselijke resten in Duitsland zijn de van Heidelbergmens. Deze mensensoort leefde zo'n 500.000 tot 200.000 jaar geleden. Over deze mensensoort is weinig bekend. De neanderthaler leefde ook in Duitsland. Deze mensensoort werd ontdekt in Duitsland en heeft met de moderne mens samengeleefd.

Tijdens de prehistorie leefden er zowel Kelten als Germanen in Duitsland. De Germanen kwamen uit Scandinavië. Tijdens de Grote Volksverhuizing verplaatsten zij zich meer naar het zuiden en het westen.

Oudheid

De grens tussen de Germanen en het Romeinse Rijk liep langs de Rijn. De Germanen hadden geen eigen rijk. Zij bestonden uit allerlei stammen, die min of meer dezelfde taal en cultuur hadden. Het Germaanse gebied werd door de Romeinen Germania Magna genoemd. Verschillende keren werd geprobeerd om het Romeinse Rijk naar het noorden uitgebreid. Dit mislukte echter elke keer onder andere tijdens de Slag bij het Teuoburgerwoud. De Romeinen stichtten steden op Duitse bodem, waaronder Trier en Keulen.

De Romeinen zagen de Germanen als barbaren.

Middeleeuwen

Het Frankische Rijk (5e eeuw-843)

Zie Frankische Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een kaart van het Frankische Rijk

Door de Grote Volksverhuizing kwam er een einde van het West-Romeinse Rijk. Tijdens deze verhuizing verplaatsten verschillende volkeren zich. Tussen de 3e en 7e eeuw werden deze volkeren bekeerd tot het christendom. De Frankische koning Clovis vormde het Frankische Rijk. Het Frankische Rijk bestond allerlei volkeren, waaronder de Beieren en Alemannen. Koning Clovis was de kleinzoon van Merovech, de stamvader van de Merovingen. De Merovingen waren een dynastie en zij breidde het Frankische Rijk uit naar het oosten en zuiden. Toch bestond de angst dat het rijk uit elkaar zou vallen.

In 751 werd de laatste koning van de Merovingen afgezet. Vervolgen kwam Pepijn de Korte aan de macht. Hij werd gesteund door de paus. Pepijn de Korte zorgde ervoor dat de christendom uitbreidde in het Frankische Rijk. Dit ging door onder zijn zoon, Karel de Grote, die heerste tussen 768 en 814. Karel de Grote was erg bekwaam als heerser en breidde het Frankische Rijk flink uit. Het Frankische Rijk omvatte het huidige Frankrijk, de Benelux, grote delen van Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en het noorden van Italië. Oorspronkelijk reisde de koning door het rijk heen. Hierdoor verplaatste de hoofdstad steeds. Maar uiteindelijk liet Karel de Grote Aken de hoofdstad van zijn rijk maken. Vanaf dan gingen mensen naar Karel de Grote toe in plaats van dat Karel de Grote naar de mensen toeging.

Oost-Frankische Rijk (843-962)

De ligging van het Oost-Frankische Rijk
Zie Oost-Frankische Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Karels zoon Lodewijk de Vrome wist het rijk nog bijeen te houden. Na zijn dood in 840 ontstond er een conflict tussen zijn drie zonen. De drie zonen waren in oorlog met elkaar over wie de opvolger zou worden. Uiteindelijk werd deze strijd beëindigd met het Verdrag van Verdun. Het Frankische Rijk werd opgedeeld in drie delen: West-Francië (het huidige Frankrijk), Midden-Francië (Benelux, Zwitserland en Italië) en Oost-Francië (Duitsland). Oost-Francië, of het Oost-Frankische Rijk, ging naar Lodewijk de Duitser. Tussen 843 en 870 wordt Midden-Francië opgesplitst. onder andere de Nederlanden, Zwitserland en Noord-Italië worden aan het Oost-Frankische Rijk toegevoegd.

De Karolingen bleven tot 911 over het Oost-Frankische Rijk regeren. Tussen 888 en 911 neemt het gezag van de koning af. De macht van de leenmannen neemt toe. Zij waren hertog, graaf of vorst over een klein deel van het land. Op een gegeven moment krijgen ze meer macht dan de koning zelf. Ondertussen wordt het rijk binnengevallen door de Hongaren en de Vikingen. Na het uitsterven van de Karolingen in 911 raakt het rijk in chaos. Er was een grote kans op een burgeroorlog, maar uiteindelijk wordt besloten dat vier keurhertogdommen een vorst kiezen. In 911 wordt Koenraad I tot koning verkozen. Iedere keer wanneer een vorst wordt afgezet of sterft kiezen zij een nieuwe vorst. Hierdoor werd het Oost-Frankische Rijk een kiesmonarchie. Uiteindelijk wordt Otto de Grote gekozen tot koning. Zij vele successen wordt hij gekroond tot keizer 962.

Het Heilige Roomse Rijk

Zie Heilige Roomse Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Hendrik VI smeekt paus Gregorius VII om hem te vergeven tijdens de Investituurstrijd.

Met de kroning tot keizer ontstaat het Heilige Roomse Rijk. Ook het Heilige Roomse Rijk was een kiesmonarchie en de keizers werden op dezelfde manier gekozen. Het Heilige Roomse Rijk bestond naast Duitsland uit de Benelux, Zwitserland, Oostenrijk, Noord-Europa en delen van Oost-Europa. De grenzen van het rijk zijn vaak veranderd door de geschiedenis, aangezien het rijk bijna 900 jaar bestond. Het Heilige Roomse Rijk was niet echt één land. Het was meer een verzameling van meerdere staatjes met eigen regels en wetten. Het rijk moest een opvolger worden van het Romeinse Rijk en het woord "Rooms" verwees hier ook naar. Een bekende uitspraak over het Heilige Roomse Rijk is dan ook: "Het was noch heilig, noch Rooms, noch een rijk".

Het Heilige Roomse Rijk werd steeds machtiger. In de 11e en 12e eeuw was er een machtsstrijd tussen de keizer en de paus. Dit leidde tot de Investituurstrijd tussen keizer Hendrik IV en paus Gregorius VII. Deze strijd werd uiteindelijk gewonnen door de paus, waardoor duidelijk werd dat de paus machtiger was dan de keizer. Tussen de 12e en 15e eeuw waren er ook veel verschillende dynastieën die elkaar opvolgden in een korte tijd. Vanaf 1438 werd het Heilige Roomse Rijk bestuurd door de het huis Habsburg. Vanaf 1512 wordt het rijk opgedeeld in kreisen. De Nederlanden waren tot 1548 onderdeel van het Heilige Roomse Rijk.

16e t/m 18e eeuw

Reformatie

Zie Reformatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Luther timmert de 95 stellingen op de kerk van Wittenberg. Historici zijn verdeeld of dit echt gebeurd is of dat dit een mythe is.

Op 31 oktober 1517 timmert Maarten Luther een lijst met 95 stellingen op de deur van de kerk van Wittenberg. Luther is het oneens met hoe de Rooms-Katholieke Kerk functioneert. Volgens hem leeft de kerk de Bijbel niet na en vooral de handel in aflaten ging voor hem te ver. Een aflaat was een papiertje dat je kon kopen bij de kerk om je van je zonden te vergeven. Volgens Luther kon alleen God de mens vergeven als deze oprecht spijt van zijn daad had. Met zijn 95 stellingen begon de reformatie. De protestanten wilden de kerk hervormen en de Bijbel weer een grote rol laten spelen in de kerk. In de maanden hierna worden de 95 stellingen verspreid door heel Duitsland en grote delen van Europa. Paus Leo X riep Luther naar Rome en hij moest ook naar de keizer toekomen. In 1521 werd Luther vogelvrij verklaard, waardoor iedereen mocht vermoorden zonder bestraft te worden. Ook moest Luthers boeken verbrand worden. De keurvorst van Saksen liet Luther in veiligheid brengen in de Wartburg.

Luther was tegelijkertijd bezig met zijn vertaling van de Bijbel in het Duits. Het Duits bestond toentertijd uit verschillende dialecten die elkaar amper konden verstaan. Door Luthers Bijbelvertaling kwam er een Duitse spelling die in het gehele land gebruikt kon worden. Zijn Bijbel kon door de boekdrukkunst van Johannes Gutenberg snel en goedkoop verspreid worden. Overigens zette de Reformatie zich maar in een gedeelte van Duitsland door. Hierdoor is het noorden van Duitsland grotendeels protestants, terwijl het zuiden katholiek was.

Dertigjarige Oorlog (1618-1648)

Zie Dertigjarige Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Heilige Roomse Rijk in 1648 na de oorlog

In de vrede van Augsburg van 1555 werd besloten dat iedere heerser de religie van zijn eigen land bepaald. De keizer van het Heilige Roomse Rijk ging zich hier niet mee bemoeien. De protestantse landen vormen samen de Protestantse Unie en de katholieke landen vormden samen de Katholieke Liga. De Protestantse Unie bestond uit voornamelijk landen in het noorden van het rijk onder leiding van het Paltsgraafschap aan de Rijn. De Katholieke Liga bestond uit voornamelijk Zuid-Duitse landen onder leiding van Oostenrijk. Toen Oostenrijk Bohemen zijn godsdienstvrijheid afnam, brak een strijd los.

De strijd begon in de Bohemen, waarna het zich verplaatste naar het noorden van Duitsland. Zweden schoot hierna de Noord-Duitse staten te hulp, waarna Spanje zich aansloot hij de Katholieke Liga. Uiteindelijk deed ook Frankrijk mee aan de oorlog om Spanje te verzwakken. De oorlog eindigde in 1648 met de Vrede van Westfalen, dat ook een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de Nederlanden. Na de oorlog werden veel staten in het noorden van Italië onafhankelijk van het Heilige Roomse Rijk. Ook Zwitserland werd onafhankelijk. De keizer verloor de oorlog en Bohemen kreeg haar godsdienstvrijheid terug. De Dertigjarige Oorlog ging gepaard met een hongersnood en een uitbraak van de pest. Tussen de 4,5 en 8 miljoen mensen overleden hierdoor tijdens het conflict. De bevolking van het Heilige Roomse Rijk was toen 19 miljoen mensen, waardoor de oorlog een grote klap was voor het Heilige Roomse Rijk.

Absolutisme en Oostenrijks-Pruisische strijd

Een voorbeeld van verlicht absolutisme: De Pruisische koning Frederik de Grote ontmoet de Franse filosoof Voltaire op zijn kasteel Sanssouci.

De verwoesting van de Dertigjarige Oorlog leidde tot het absolutisme. Het absolutisme betekende dat de vorsten steeds meer macht kregen. Zij zouden deze macht van god zelf gekregen hebben. De Franse koning Lodewijk XIV vormde het voorbeeld voor de vorsten. De vorsten wilden prachtige paleizen en gaven ook veel geld uit aan wetenschap en kunst. Vooral in Pruisen en Oostenrijk, maar ook in andere landen, zoals Saksen, vond dit plaats. In de 18e eeuw ontstond hierdoor het verlicht absolutisme, waarbij vorsten veel hervormingen doorvoerden.

Oostenrijk, wat ook onderdeel was van het Heilige Roomse Rijk, was oorlogen aan het voeren met het Ottomaanse Rijk. Na de Grote Turkse Oorlog werden Hongarije en Transsylvanië en delen van de Balkan toegevoegd aan Oostenrijk. Na de Spaanse Successieoorlog kwamen ook de Zuidelijke Nederlanden (huidige België), Milaan en Napels hierbij. Oostenrijk werd hierdoor het belangrijkste en machtigste land binnen het Heilige Roomse Rijk. De heersers van Oostenrijk heersten ook vaak over het Heilige Roomse Rijk.

In 1740 overleed keizer Karel VI en liet Oostenrijk na zijn dochter, Maria Theresia. Hierover ontstond woede, aangezien Maria Theresia niet geschikt zou zijn om zou groot land te besturen als vrouw. Hierdoor ontstond de Oostenrijkse Successieoorlog, die duurde van 1740 tot 1748. De Pruisische koning Frederik de Grote wist tijdens deze oorlog Silezië te veroveren en werd gesteund door de Fransen. De Oostenrijkers werden door de Britten gesteund, aangezien de Britse koning ook heerser van het keurvorstendom Hannover was. De oorlog leidde tot een paar gebiedsveranderingen. Tijdens de oorlog trouwde Maria Theresia met Karel VII Albrecht en later Frans I Stefan, die beide keizer van het Heilige Roomse Rijk werden. Toch had Maria Theresia de echte macht in handen.

Later werd de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) gevoerd, die gewonnen werd door Pruisen. De oorlog zorgde ervoor dat Pruisen bondgenoot werd van Groot-Brittannië en Oostenrijk van Frankrijk. Oostenrijk en Pruisen werden vijanden van elkaar en de strijd tussen de twee landen zou nog 200 jaar duren. Deze strijd vond ook plaats tijdens de Poolse Delingen en de Beierse Successieoorlog.

19e eeuw

Franse tijd (1789-1815)

Een kaart van de Rijnbond

Na de Franse Revolutie besloten Oostenrijk en Pruisen om de monarchie te verdedigen tegen de Franse republiek. Er bestond namelijk een angst dat de revolutie zou overslaan naar het Heilige Roomse Rijk. Samen met andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Rusland, werd een coalitie gesloten tegen Frankrijk. Dit leidde tot de Coalitieoorlogen. De Coalitieoorlogen werden aanvankelijk gewonnen door de Coalitie, maar uiteindelijk wisten de Fransen steeds meer terrein te winnen onder leiding van Napoleon Bonaparte. In 1801 werden de Duitse gebieden ten westen van de Rijn aan Frankrijk gegeven. In 1803 werden de geestelijke Duitse landen opgedeeld onder de andere landen.

In 1806 kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk toen keizer Frans II zijn troon opgaf onder druk van Napoleon. Frans II bleef keizer van Oostenrijk. Oostenrijk en Pruisen werden onafhankelijke landen. De overige landen sloten datzelfde jaar de Rijnbond, een satellietstaat van Frankrijk. Pruisen bleef aanvankelijk neutraal nadat het de strijd tegen Frankrijk verloor. Ook Oostenrijk bleef neutraal. Dit veranderde toen Napoleon zijn tocht naar Rusland ondernam in 1812. Dit leidde tot een nederlaag, waarna Rusland samen met Pruisen de strijd tegen Napoleon opende. De Russen en Pruisen werden later gesteund door de Zweden, de Britten en de Oostenrijkers. In 1814 werd Napoleon gedwongen om af te treden en verbannen naar Elba. Napoleon keerde een paar maanden terug, maar werd verslagen in beroemde slag bij Waterloo. Hierna werd hij voorgoed verbannen naar Sint-Helena.

Het Congres van Wenen vond ondertussen plaats, waarop de oude orde in Europa hersteld werd. Het Heilige Roomse Rijk was afgeschaft, maar werd vervangen door de Duitse Bond.

Duitse Bond (1815-1866)

Zie Duitse Bond voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De Maartrevolutie van 1848 in Berlijn

De Duitse Bond was het idee van de Oostenrijkse politicus Klemens von Metternich. Hij geloofde dat de verschillende Duitse staten weer één land moest gaan vormen. Dit had er onder andere meer te maken dat men wilde dat Frankrijk omringd werd door sterke landen (zoals een nieuwe revolutie zou uitbreken). De Duitse Bond had een eigen bestuur, de Bondsdag die in Frankfurt am Main zat. De Bondsdag was zowel het parlement als de rechtspraak als de regering. Er was dus geen scheiding der machten. Toch was er gaan sprake van sterkere samenwerking tussen de Duitse staten. Iedere staat had nog steeds zijn eigen wetten en regels en bestuursvorm. In Duitsland ontstond er na 1815 een nationalistische beweging die wilde dat deze verschillende staten één land werden. Ook veel liberalen waren hier voorstander van. Zij wilde niet alleen verbondenheid, maar ook meer democratie en vrijheid. In veel Duitse staten was er amper democratie en veel censuur. Ook de Bondsdag was niet direct gekozen door de bevolking, maar door de vorsten en parlementen van de verschillende staten. Ook had de Bondsdag erg weinig macht. Voor ieder besluit moest iedere deelstaat instemmen. Hierdoor maakten de Duitse staten ook veel afspraken buiten de Bondsdag om, zoals de Zollverein in 1834.

Nadat in Frankrijk de Februarirevolutie in 1848 uitbrak, braken er revoluties door heel Europa uit. 1848 wordt daarom ook wel het revolutiejaar genoemd. In Duitsland wordt dit deel van het revolutie de Maartrevolutie genoemd. Tijdens de Maartrevolutie ontstonden veel opstanden van nationalisten en liberalen. Zij wilde meer vrijheid, meer democratie en een verenigd Duitsland. Kort hierna kwam de Bondsdag bij elkaar in de Paulskirche in Frankfurt am Main en besloot een grondwet samen te stellen. Door deze grondwet zou er meer democratie komen en werden de vrijheden van de burger beschermd. Deze grondwet moest in heel Duitsland gelden. De Pruisische koning Frederik Willem IV moest de keizer van het nieuwe Duitsland worden. Hij weigerde echter de kroon aan te nemen, aangezien de kroon uit de handen van het volk kwam. Hierdoor mislukte de grondwet en de Maartrevolutie.

Otto von Bismarck is de vader des vaderlands van Duitsland. Hij speelde een belangrijke rol bij de eenwording van Duitsland.

Oostenrijk en Pruisen waren de twee machtigste landen binnen de Duitse Bond. Pruisen vond echter dat Oostenrijk te veel macht had. Zij wilden daarom ook een Duitse Bond zonder Oostenrijk erbij. Ook de Pruisische premier Otto von Bismarck wilde dit. Na 1850 liepen de spanningen tussen Oostenrijk en Pruisen zodanig op dat het tot oorlog kwam; de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog. Deze oorlog werd door Pruisen gewonnen. Oostenrijk trok zich daarna terug uit de Duitse Bond en ook Beieren, Baden en Württemberg trokken zich terug. Hierdoor bleven alleen de Noord-Duitse staten over.

Noord-Duitse Bond (1866-1871)

Zie Noord-Duitse Bond voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse Bond ging hierdoor na de oorlog verder als de Noord-Duitse Bond. Pruisen was hierin verreweg de machtigste en grootste staat. Meer dan de helft van het grondgebied bestond uit Pruisen. De Noord-Duitse Bond had ook een eigen parlement, de Rijksdag. De Rijksdag zorgde ervoor dat er meer Duitse eenheid kwam en werd hierdoor gesteund door Bismarck. Bismarck had een belangrijke rol in de Duitse eenwording. Op internationaal vlak wilde hij Duitsland ook neutraal houden en goede banden met de andere grootmachten hebben, voornamelijk Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk-Hongarije.

Tijdens deze periode laaide ook het conflict met aartsvijand Frankrijk op. De Franse keizer Napoleon III had eerst de Duitse eenwording gesteund. In 1867 wilde Napoleon III echter Luxemburg kopen van de Nederlandse koning Willem III (de Luxemburgse kwestie). Pruisen was hier tegenstander van. Ook was Napoleon III bang dat een Duitse prins met de koningin van Spanje zou trouwen (en daardoor koning zou worden). Dit conflict leidde tot de Frans-Duitse Oorlog. De Noord-Duitse Bond viel Frankrijk binnen en wist helemaal tot aan Parijs te komen. In het paleis van Versailles werd de Pruisische koning Wilhelm I vervolgens tot keizer van Duitsland gekroond. In de oorlog werd de Noord-Duitse Bond gesteund door Baden, Württemberg en Beieren. Na de kroning traden deze drie landen ook toe tot het Duitse Keizerrijk. Hierdoor waren alle landen van Duitse Bond verenigd in één land, met uitzondering van Oostenrijk. De Frans-Duitse Oorlog betekende overigens ook het einde van de Franse keizer Napoleon III (Frankrijk werd een republiek). Ook werd Elzas-Lotharingen onderdeel van Duitsland.

Duitse Keizerrijk (1871-1918)

Zie Duitse Keizerrijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De kroning van Wilhelm I tot keizer in 1871. Hierdoor ontstond het Duitse Keizerrijk.

In het Duitse Keizerrijk had de Duitse keizer vrij veel macht. Toch liet de eerste keizer, Wilhelm I, veel beslissingen over Bismarck. Bismarck werd rijkskanselier en wilde zich eerst richten op de Duitse eenwording. Hierdoor wilde hij Duitsland buiten internationale conflicten houden. De beginjaren van het keizerrijk bestonden daarom vooral uit de opbouw van de industrie en de Kulturkampf tegen de katholieken. Bismarck voerde ook veel sociale veranderingen door, zoals een pensioen en verbeterde de arbeidsomstandigheden. Hiermee was Duitsland het eerste Europese land met een soort van welvaartsstaat. Tegelijkertijd vond de wedloop om Afrika plaats, waarbij Europese landen allemaal koloniën wilden in het onbekende continent Afrika. Keizer Wilhelm I wilde dit op een vreedzame manier oplossen en besloot in 1884 om de conferentie van Berlijn te houden. Hierbij maakten de drie grote Europese machten (Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland) en drie kleinere machten (België, Portugal en Spanje) afspraken over wie welk deel kreeg. Duitsland kreeg hierdoor de koloniën Namibië, Tanzania, Togo en later ook Kameroen. In Oceanië wisten ze later ook het noorden van Papoea-Nieuw-Guinea en wat kleinere eilanden (waaronder Samoa) te krijgen.

Keizer Wilhelm I overleed echter in 1888 en werd opgevolgd door Frederik III. Hij overleed nog datzelfde jaar en werd opgevolgd door keizer Wilhelm II. Hierdoor wordt 1888 ook wel het Driekeizerjaar genoemd (drie achten, drie keizers). Keizer Wilhelm II zorgde voor een nieuwe politiek. Hij verving Bismarck met een andere premier en nam zelf ook meer macht in handen. Onder Wilhelm II verslechterden de banden met de Britten en de Russen. Zij zochten meer toenadering tot Frankrijk. Enkel Oostenrijk-Hongarije bleef een echte trouwe bondgenoot. Ook werd Duitsland erg nationalistisch. Het leger werd uitgebreid en kreeg een belangrijke rol (militairisme). Keizer Wilhelm II wilde zijn keizerrijk uitbreiden en een belangrijke rol op het wereldtoneel spelen.

20e eeuw (eerste helft)

Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Zie Eerste Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Schlieffenplan hield in om via België Frankrijk aan te vallen. Zo hoopte men Frankrijk te verrassen en snel te kunnen verslaan. In werkelijkheid werd het Duitse leger tegengehouden door het Franse en Belgische leger, wat leidde tot een bloederige en wrede oorlog aan het westfront.

In Europa waren er al spanningen, maar na de moord op de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Frans Ferdinand brak een oorlog uit. In de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië) tegen de Geallieerden (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland). Voor Duitsland was de Eerste Wereldoorlog een tweefrontenoorlog. Dit betekende dat zowel aan het westfront als aan het oostfront gevochten werd. De Duitsers wilden door middel van het Schlieffenplan via België Frankrijk snel verslaan. Daarna wilde ze alle aandacht richten op Rusland. Het westfront liep echter vast in een bloederige loopgravenoorlog. In de loopgraven vonden grote verliezen plaats. De Geallieerden stopten ook de handel met Duitsland, waardoor er tekorten aan voedsel en goederen waren. Dit leidde tot grote armoede in Duitsland en steeds meer mensen keerden zich tegen de keizer. Vooral in de steden ontstond veel onrust.

Vanaf 1917 ging het bergafwaarts voor Duitsland. De Amerikanen schoten de Geallieerden te hulp in het westen. In het oosten vond de Russische Revolutie plaats en uiteindelijk sloot men vrede met de Sovjet-Unie in de Vrede van Brest-Litovsk. De keizer hoopte hierna de oorlog in het westen te winnen met een zogeheten Kaiserschlacht, maar dit gebeurd niet. Uiteindelijk greep het leger de macht in Duitsland en zorgde dat Max van Baden rijkskanselier was in september 1918. Van Baden wilde vrede onderhandelen met de Geallieerden en ervoor zorgen dat de keizer minder macht had. Desondanks brak een maand later de Novemberrevolutie uit. Dit was een grote opstand tegen de monarchie en tegen de oorlog in Duitsland. Keizer Wilhelm II vluchtte naar Nederland (waar hij woonde tot aan zijn dood). De macht werd overgedragen aan Frank Ebert tot dat er nieuwe keizer gevonden was. Op 11 november 1918 riep Philipp Scheidemann echter de republiek uit, wat het einde van de monarchie in Duitsland betekende.

Door het uitroepen van de republiek was er ook een wapenstilstand. Er werd pas vrede gesloten in het verdrag van Versailles in 1919. In het Verdrag van Versailles werd besloten dat Duitsland verantwoordelijk was voor de Eerste Wereldoorlog. Hierdoor werd het volgende besloten:

  • Duitsland moest haar koloniën en grote delen van haar grondgebied afstaan.
  • Duitsland mocht geen groot leger meer hebben (enkel genoeg voor grensbewaking) en geen marine.
  • Duitsland moest herstelbetalingen doen aan Frankrijk en België voor de gemaakte schade in de oorlog. Dit bedrag was zo hoog dat het tot 2010 duurde voordat alles afgelost was (nadat een groot deel werd kwijtgescholden).

Voor veel Duitsers voelde dit als vernedering en Duitsland kon niets anders doen dan instemmen met het verdrag.

Weimarrepubliek (1919-1933)

Zie Weimarrepubliek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De jaren 1923-1929 worden gezien als de gouden jaren van de Weimarrepubliek. Voornamelijk in Berlijn staan deze periode bekend om zijn kunststromingen, openheid en uitgavensleven.

Scheidemann riep de republiek om radicalere socialisten en communisten voor te zijn, zoals Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg. Deze twee revolutionairen waren lid van de Spartakusbund, die later opging in de Communistische Partij van Duitsland. Op de dag dat Scheidemann republiek uitriep, riep Liebknecht de "socialistische republiek" uit. Na het afschaffen van de monarchie was er chaos in Duitsland. Er waren straatgevechten en er bestond de angst dat de communisten de macht zouden grijpen (zoals in Rusland was gebeurd). In januari 1919 brak de Spartacusopstand uit, waarbij communisten en radicale socialisten Berlijn wilden innemen. Zij wilden een radenrepubliek stichtten naar voorbeeld van de Sovjet-Unie. De Spartacusopstand mislukte en zowel Liebknecht als Luxemburg kwamen om het leven bij de opstand. Omdat Berlijn te onrustig was, werd het parlement verplaatst naar Weimar. Hier werd uiteindelijk een grondwet aangenomen en daarom spreken we van de Weimarrepubliek. Voor het eerst in de geschiedenis was er echte democratie in Duitsland. Toch voelden veel Duitsers zich vernederd door de oorlog en het verdrag van Versailles. Ook vertrouwden zij de republiek niet. Volgens hun had Duitsland de oorlog kunnen winnen als de sociaaldemocraten niet de republiek hadden uitgeroepen. Dit noemen we de dolkstootlegende, die later in de Tweede Wereldoorlog ook een rol zou spelen.

Met de Duitse economie ging het slecht na de oorlog. Hierdoor kon Duitsland haar herstelbetalingen aan Frankrijk en België niet meer betalen. De regering besloot veel geld bij te drukken, maar hierdoor werd de munt in korte tijd minder waard. België en Frankrijk bezetten vervolgens in 1923 het Ruhrgebied tijdens de Ruhrcrisis. Uiteindelijk grijpt de Amerikaanse vicepresident Charles Dawes in. Hij komt met het Dawesplan, waarbij Duitsland geld leent van de Verenigde Staten voor de herstelbetalingen. België en Frankrijk zouden dan vervolgens bij de Amerikanen producten voor de wederopbouw kopen. Hierdoor gaat het enige tijd goed met de Weimarrepubliek. De economie groeit en de politiek wordt stabieler. Dit veranderd in 1929 na de beurskrach als wereldwijd de markten instorten. Vooral Duitsland wordt hierdoor hard getroffen en er ontstaat opnieuw hyperinflatie. Hierdoor neemt de onvrede toe en het aantal kiezer van de NSDAP neemt toe.

Tegen 1933 is de NSDAP zo groot dat rijkspresident Paul von Hindenburg met ze gaat samenwerken. NSDAP-leider Adolf Hitler wordt hierdoor rijkskanselier. Een paar maanden na zijn benoeming tot rijkskanselier wordt het Rijksdaggebouw in brand gestoken. De Nederlandse communist Marcellus van der Lubbe wordt hiervoor opgepakt (die het niet gedaan had) en de noodtoestand wordt uitgeroepen. Hierdoor krijgt Hitler de absolute macht, wat het einde van de Weimarrepubliek is.

Nazi-Duitsland (1933-1945)

Zie Nazi-Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Veel Joodse winkels waren verwoest en leeggeroofd na de Kirstallnacht

Als Hitler aan de macht komt in 1933 komt er een einde aan de democratie in Duitsland. Het nationaalsocialisme wordt de staatideologie en Duitsland wordt een dictatuur. De nazi's weten de economie van Duitsland weer op gang te krijgen onder andere door het aanleggen van wegen en het opbouwen van een groot leger. Politieke Partijen worden opgeheven en er komt meer nationalisme in Duitsland. Ook worden de herstelbetalingen aan Frankrijk niet meer betaald. Volgens de nazi's was het verdrag van Versailles een vernedering voor Duitsland. De nazi's geloofden dan ook in de Dolkstootlegende. Zij gaven niet alleen de socialisten, maar ook de Joden de schuld. De Joden in Duitsland krijgen daarom ook steeds meer te maken met discriminatie en racisme. Zij mogen bijvoorbeeld bepaalde beroepen niet meer doen en niet meer op bepaalde plekken komen. Uiteindelijk komt het tot de Kirstallnacht in 1938, waarbij Joden werden aangevallen, beroofd en synagogen in de brand werden gestoken.

De nazi's voeren ook censuur in voor kranten en radio. Ook mogen bepaalde boeken niet meer gelezen worden. Politieke tegenstanders worden opgesloten en later ook Joden, Roma, homoseksuelen, communisten en andere ongewenste groepen. Veel van hen vluchten ook naar het buitenland. Op buitenlands gebied wilde Hitler eerst Duitsland neutraal houden, maar langzamerhand maakt hij Duitsland sterker. Hitler breidt het leger uit en in 1938 sluit Oostenrijk zich aan bij Duitsland (tijdens de Anschluss). Later dat jaar wil Hitler ook het Sudetenland hebben, wat onderdeel is van Tsjecho-Slowakije. Op de conferentie van München besluiten de Engelsen, Fransen, Duitsers en Italianen dat Hitler dit gebied mag hebben, maar Duitsland mag zich niet verder uitbreiden. Men denkt een nieuwe wereldoorlog te hebben voorkomen. Een jaar later valt Hitler echter Polen binnen.

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Zie Tweede Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het verloop van de oorlog

Na de Duitse inval van Polen verklaren Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk Duitsland de oorlog. Hitler voor de inval een niet-aanvalsverdrag gesloten met de Sovjet-Unie. Hierdoor kon hij zich richten op de oorlog in het westen. De nazi's versloegen Frankrijk tijdens de oorlog en vielen onder andere België, Nederland, Luxemburg, Noorwegen, Denemarken, Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Griekenland binnen. Nazi-Duitsland behoorde tot de Asmogendheden, waartoe ook Italië en Japan behoorden. Zij vochten tegen de Geallieerden, bestaande uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en vanaf 1942 ook de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Ook China behoorde hiertoe. Nazi-Duitsland lijkt de oorlog eerst te winnen, maar in 1942 keert de oorlog zich om. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor verklaren de Verenigde Staten Duitsland de oorlog. Datzelfde valt Hitler de Sovjet-Unie binnen, waarna de Sovjet-Unie hetzelfde doet. Hoewel de nazi's eerst van de Sovjets lijken te winnen, veranderd dit na de Duitse nederlaag in de Slag om Stalingrad. Vanaf 1942 is het bergafwaarts voor nazi-Duitsland en de Geallieerden winnen steeds meer terrein. Uiteindelijk wordt in Italië Mussolini afgezet, waarna ook Italië zich tegen Duitsland keert. Op 8 mei 1945 geeft Duitsland zich over. Hitler heeft enkele dagen daarvoor zelfmoord gepleegd.

Tijdens de oorlog vind ook een genocide (volkerenmoord) van de Joden plaats (de Holocaust). Niet alleen Joden, maar ook Roma, Sinti, homosekuelen, communisten en politieke tegenstanders worden naar concentratiekampen gestuurd. Hier moeten ze werken tot aan de dood of ze worden direct omgebracht. Tijdens de Holocaust worden tussen de 5,1 en 6 miljoen Joden vermoord. Deze gruwelijkheden komen pas na de oorlog bekend. Tijdens de oorlog is in Duitsland ook een grootschalig verzet tegen de nazi's aan de gang. Bekende Duitse verzetshelden zijn Sophie en Hans Scholl (van de verzetsgroep Weiße Rose), Oskar Schindler en Martin Niemöller.

Het verdeelde Duitsland

Trümmerzeit (1945-1949)

De situatie tussen 1945 en 1949

Na de oorlog wordt Duitsland opgedeeld in stukken. Hierbij worden de oostelijke gebieden werden gegeven aan Polen en maken tegenwoordig het Westelijke deel van Polen uit. Het gebied Oost-Pruisen werd verdeeld tussen Polen en Rusland (oblast Kaliningrad). Het overige gedeelte werd verdeeld tussen de vier Geallieerden en bestuurd als bezettingszones na de conferentie van Jalta. De vier bezettingszones waren:

  • De Britse bezettingszone is het noordwesten.
  • De Franse bezettingszone in het zuidwesten. De deelstaat Saarland werd ook bestuurd door Frankrijk, maar als apart gebied (protectoraat Saarland). Dit werd pas in 1957 weer teruggegeven aan Duitsland.
  • De Amerikaanse bezettingszone in het zuidoosten. Ook de deelstaat Bremen werd door de Amerikanen bestuurd.
  • De Sovjet-bezettingszone in het oosten.

De hoofdstad Berlijn, die in de Sovjet-bezettingszone lag, werd ook verdeeld onder de vier landen. Het idee van de bezettingszones was om nazi's en oorlogsmisdadigers te pakken en te berechten, Duitsland te ontwapenen en een democratie te stichten. Hoewel men Duitsland weer één geheel wilde laten worden, begon de Koude Oorlog in deze periode. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszone werden samengevoegd tot de Bondsrepubliek Duitsland (BRD of West-Duitsland) en de Duitse Democratische Republiek (DDR of Oost-Duitsland).

De tijd tussen 1945 en 1949 wordt de Trümmerzeit genoemd, aangezien Duitsland in puinhopen lag. Veel steden en infrastructuur was door de oorlog verwoest. Na 1945 werd begonnen met de wederopbouw van Duitsland. Ook werd de oorlog in deze periode verwerkt. Er werd verwacht dat Duitsland nooit meer een goede economie zou hebben. Hierdoor was er weinig hoop dat het ook beter zou worden. Na de oorlog vonden ook de Processen van Neurenberg plaats, waarbij verschillende oorlogsmisdadigers berecht werden. Nog altijd worden misdadigers uit de oorlog veroordeeld en er zijn nog steeds processen aan de gang.

Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)

West-Duitsland (groen) en Oost-Duisland (oranje)
Zie Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In West-Duitsland werd in 1949 een kapitalistische democratie gesticht. De BRD was onderdeel van de NAVO en had goede banden met Westerse landen, waaronder West-Europa en de Verenigde Staten. De hoofdstad van West-Duitsland was niet Berlijn, maar Bonn. Men koos deze stad, aangezien Berlijn door Oost-Duitsland omsingeld werd. De eerste bondskanselier van West-Duitsland was Konrad Adenauer. Onder Adenauer vond het Wirtschaftswunder plaats in de jaren 1950. De West-Duitse economie begon enorm te groeien en West-Duitsland werd al snel het belangrijkste land van Europa op het gebied van economie. Dit was onder andere te danken aan minister van Financiën Ludwig Erhard, die later ook bondskanselier werd. In dezelfde periode werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht, de voorloper van de Europese Unie. West-Duitsland was samen met Frankrijk, Italië, Nederland, België en Luxemburg hier oprichter van. West-Duitsland werd ook een stabiele democratie, waarbij de CDU en de SPD de grootste partijen waren.

In de jaren 1960 breken er grote studentenprotesten uit in West-Duitsland. Zij zetten zich af tegen hun ouders, zetten zich in voor vrouwenrechten, gelijke rechten en de seksuele revolutie. In de jaren 1970 wordt Duitsland opgeschrikt door de extreem-linkse Rote Armee Fraktion (RAF) die verschillende aanslagen in West-Duitsland pleegt. Tot 1969 ziet West-Duitsland zich als het enige echte Duitsland. Hierdoor wordt West-Duitsland niet erkent door de landen in het Oostblok en Oost- en West-Duitsland erkenden elkaar niet. Dit veranderd onder bondskanselier Willy Brandt. Met zijn Neue Ostpolitik erkennen Oost- en West-Duitsland elkaar eindelijk. Ook worden de banden met Oostblok verbeterd.

Duitse Democratische Republiek (1949-1990)

Zie Duitse Democratische Republiek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Oost-Duitsland werd in 1949 een communistische dictatuur gesticht. De DDR was onderdeel van de Warschaupact en had goede banden met de Oostbloklanden, waaronder de Sovjet-Unie. De hoofdstad was Oost-Berlijn. Op het gebied van economie was de DDR een minder sterke staat. Vooral aan het einde waren er grote economische problemen. De Sovjet-Unie had ook erg veel invloed in de DDR. In de jaren 1950 verhuizen veel Oost-Duitsers naar West-Duitsland, waardoor de DDR lijkt leeg te lopen. Hierdoor wordt het IJzeren Gordijn dwars door Europa gebouwd. In 1961 wordt ook Berlijn door de Berlijnse Muur in tweeën gesplitst. Deze muur maakte het vrijwel onmogelijk om Oost-Duitsland te verlaten.

De val van de Berlijnse Muur in 1989

Kritiek op de DDR wordt hard neergeslagen en politieke tegenstanders worden opgesloten. In 1953 vind een volksopstand die hard word neergeslagen. De Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) heeft de macht in handen en wordt gesteund door de Stasi. De Stasi was de veiligheidsdienst van de DDR die burgers in de gaten hield en ook ondervroeg. Hier werden ook documenten bijgehouden van inwoners die verdacht waren. Kort na het 40-jarig bestaan van de DDR in 1989 vond Die Wende plaats.

Val van de muur en hereniging (1989-1990)

Die Wende is de naam voor de grootschalige protesten tussen 1989 en 1990 in Oost-Duitsland. Men wilde meer vrijheid en meer democratie. De protesten braken uit nadat in Polen demonstranten vrije verkiezingen hadden geëist. Datzelfde jaar werd ook het IJzeren Gordijn tussen Oostenrijk en Hongarije geopend. Hierdoor vertrokken veel Oost-Duitsers via deze grensovergang naar het westen. De Sovjet-Unie kon hier niets tegen doen, aangezien het zelf problemen had. Hierdoor werden de Oost-Europese landen losgelaten. Tussen 1989 en 1990 viel het communisme in veel van deze landen. In Oost-Duitsland was dit een vreedzame overgang met grote protesten in onder andere Leipzig en Berlijn.

Op 9 november 1989 viel tenslotte de Berlijnse Muur. Na een persconferentie werd per ongeluk gezegd dat Oost-Duitsers vrij naar West-Duitsland mochten reizen. In Berlijn werden vervolgens de grensovergangen bestormd door mensen en zelfs een deel van de Berlijnse Muur werd omvergetrokken. Kort hierna werd besloten om vrije verkiezingen te houden in Oost-Duitsland. Hierbij wonnen de partijen die West- en Oost-Duitsland wilden verenigen. Veel Europese landen waren hier tegen, waaronder de Fransen en Britten, maar uiteindelijk stonden de Amerikanen en Russen dit toe. Op 3 oktober 1990 werd Duitsland weer één land.

Het moderne Duitsland

Helmut Kohl en Gerard Schröder

Na de hereniging bleef Helmut Kohl de bondskanselier van het herenigde Duitsland. In Oost-Duitsland weer de economie veranderd en veel infrastructuur werd aangepakt. Toch bleef het slecht gaan met Oost-Duitsland met hoge werkloosheid. Veel jongere inwoners trokken zelfs naar het westen voor meer kans op werk. In 1991 wordt besloten om Berlijn weer de hoofdstad van Duitsland te maken. In de jaren hierna verhuizen het parlement en een aantal ministeries naar Berlijn. Toch zijn er nog altijd ministeries die in Bonn zitten. In de jaren 1990 vecht Duitsland mee in de internationale vredesmissie in Joegoslavië. Toch blijft Duitsland terughoudend op het gebied van oorlog.

In 1998 wordt Gerard Schröder gekozen tot bondskanselier. Hij wil de sociale en economische problemen in Oost-Duitsland oplossen, maar dit lukt niet. In 2002 wordt de Duitse mark vervangen door de euro. Tijdens de strijd tegen terrorisme vocht Duitsland in Afghanistan, maar weigerde te vechten in Irak. De Duitse economie blijft groeien tijdens de jaren 1990 en jaren 2000. Ook wordt Duitsland een belangrijk land binnen de Europese Unie.

Angela Merkel

In 2005 wordt Angela Merkel verkozen tot de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland. Hierdoor wordt zij een van de machtigste vrouwen ter wereld. Tijdens deze periode breekt de Kredietcrisis in 2009 uit. Hoewel Duitsland vrij goed uit de crisis komt, is dit voor Zuid-Europese landen niet het geval. Merkel speelde een belangrijke rol bij het aflossen van de Griekse staatsschulden en het verlagen van de staatsschuld van onder andere Italië en Spanje. In 2015 krijgt ze ook te maken met de Europese vluchtelingencrisis, waarbij ze besluit dat Duitsland zoveel mogelijk vluchtelingen opneemt. Dit doet ze met de beroemde worden Wir schaffen dass! (Wij regelen dat). Duitsland neemt ruim 1 miljoen vluchtelingen op, maar er ontstaan grote spanningen in andere EU-landen en Duitsland zelf. De vluchtelingencrisis zorgt ervoor dat de partij Alternative für Deutschland opkomt.

Merkel wilde op buitenlands gebied goede banden met Rusland, de Verenigde Staten en China. Tijdens haar periode als bondskanselier verslechteren deze banden echter, voornamelijk na 2014. Desondanks blijft Merkel de verkiezingen steeds winnen en is ook erg populair. In 2017 werd het homohuwelijk in Duitsland toegestaan. Tijdens de coronacrisis neemt de populariteit van Merkel toe. Desondanks besluit ze zich niet meer verkiesbaar te stellen voor de volgende verkiezingen.

Olaf Scholz

In 2021 werd Merkel opgevolgd door Olaf Scholz. Scholz wilde de buitenlandse politiek van Merkel doorzetten. Een paar maanden na zijn aantreden wordt dit aangepast nadat Rusland Oekraïne binnenvalt.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Geschiedenis_van_Duitsland&oldid=840424"