Geld

Uit Wikikids
Versie door Southparkfan (overleg | bijdragen) op 30 aug 2013 om 13:51 (Robotgeholpen doorverwijzing: Europa - Koppeling(en) gewijzigd naar Europa (werelddeel))
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geld

Geld is een ruilmiddel waar je verder niets aan hebt. Soms zullen er wel geldstukken aan iemands muur hangen omdat ze bijvoorbeeld bewonderd worden vanwege hun herkomst uit het buitenland, maar dat komt niet bij veel geldstukken voor. Eigenlijk is geld alleen wat waard omdat een ander het graag hebben wil en er een goed of een dienst voor wil leveren.

Eerst was er geen geld. Mensen deden toen aan ruilhandel. Ze ruilden bijvoorbeeld eeen brood tegen drie eieren. Later werden goederen betaald met stukjes goud en zilver. Je kunt je voorstellen dat dit helemaal niet handig was, want deze stukjes moesten steeds gewogen worden, en dat duurde heel lang. Weer later maakte men geld uit klompjes zilver of goud, zeldzame edelmetalen. Dingen die zeldzaam zijn - waar dus maar weinig van is - zijn kostbaar, en mensen willen het daarom bezitten.

Dat edelmetaal is ook duurzaam. Duurzaam betekent dat het niet gemakkelijk kapot gaat, en niet roest. Om als geld gebruikt te kunnen worden heeft edelmetaal dus de juiste eigenschappen: Het is kostbaar en duurzaam. Omdat munten gemaakt werden van edelmetaal hadden ze een bepaalde waarde in goud of zilver. We noemen dat intrinsieke waarde: het is een muntje, maar het is ook nog steeds een stukje goud of zilver. Mensen waren niet altijd even eerlijk met deze muntjes. Soms dan haalden ze stiekem wat van het muntje af, zodat ze zelf een stukje goud of zilver hadden. Het muntje werd toen minder waard.

Omdat goud en zilver zeldzaam zijn, maar ook omdat de mensen dus niet eerlijk waren met de muntjes, begon men al vroeg muntjes te maken van andere metalen, bijv. van brons.
In 1967 werd in Nederland de laatste zilveren munt geslagen. Sinds die tijd wordt ons muntgeld gemaakt van ‘gewone’ metalen, zoals koper, nikkel en messing. Het metaal zelf heeft geen of weinig waarde meer. De munt heeft nu een nominale waarde: dat is het bedrag dat erop staat, bijv. € 1.

Geld en het ontstaan ervan

De euro is geld waarmee je iets kunt kopen of ruilen. Heel vroeger hadden de mensen nog geen geld nodig. Ze gingen jagen en vissen. Van de dieren aten ze het vlees op en van de huiden maakten ze kleren. De hutjes waarin ze woonden, bouwden ze zelf van klei en takken. Dingen die ze zelf niet hadden en een ander wel, gingen ze met elkaar ruilen. Men kon bijvoorbeeld een brood ruilen voor 5 eieren. Een boer kon een koe ruilen met de bakker voor een heel jaar lang elke dag een brood. Soms was het moeilijk om te ruilen omdat niet alles evenveel kost. Daarom ging men stukjes zilver en goud gebruiken om te ruilen. Hiervan ging men muntjes maken. Die waren ook makkelijker om mee te nemen. De muntjes ruilden ze dan bijvoorbeeld bij de bakker voor een brood en de bakker ruilde de muntjes weer voor melk of iets anders wat hij nodig had.

Rond 700 voor Chr. werden de eerste munten geslagen in Griekenland en in het gebied waar nu Turkije ligt. Vanaf de Middeleeuwen tot 2002 werd in Nederland met de gulden betaald. Met de gulden kon je alleen in Nederland betalen. Ieder land had zijn eigen munt. Als je iets wilde kopen in een ander land, bijvoorbeeld België, moest je eerst naar een bank om de guldens om te wisselen voor Belgische franken.

In 1992 werd in Maastricht een belangrijke afspraak gemaakt. Elf landen van Europa, en later ook nog Griekenland, spraken af dat er 1 Europese munt moest komen. DE EURO. Met deze munt kon je dan overal betalen vanaf 1 januari 2002. Als je nu op vakantie gaat naar Spanje of Griekenland kun je met hetzelfde geld betalen als bij ons in Nederland.

De landen die de euro als geld hebben zijn;

Nu zijn er nog meer landen bijgekomen: Slovenië (1 januari 2007), Cyprus en Malta (1 januari 2008) en Slowakije (1 januari 2009)

Er zijn 8 euromunten: 1,2,5,10,20 en 50 eurocent en 1 en 2 euro. Munten hebben altijd een voor- en achterzijde. Op de voorzijde (kop) staat van elk land iets anders. Op de Nederlandse euro staat koningin Beatrix, op de Belgische euro koning Albert. De achterzijde(munt) is bij alle munten hetzelfde. Hierop staan de kaarten van alle landen omringd door 12 sterren.

De 1, 2 en 5 eurocent zijn roodkleurig De 10, 20 en 50 eurocent zijn geelkleurig De 1 en 2 euromunt hebben 2 kleuren, nikkel (zilverkleurig) en geelkoper.

Vormen van geld

Geld kan stoffelijk zijn, oftewel tastbaar en zichtbaar, zodat je het mee kan nemen. Geld is dan papiergeld of muntgeld. Verder heb je ook nog niet-stoffelijk geld.

Stel je voor: je hebt €10.000 aan papiergeld bij je en wilt het niet thuis bewaren. Je brengt het daarom naar de bank. Een bankmedewerker noteert dan dat je dit geldbedrag op je eigen bankrekening hebt gezet, maar al dat papiergeld wordt niet speciaal voor jou bewaard. Dat gaat bijvoorbeeld naar een geldautomaat. Toch heb je nog steeds recht op die €10.000, want er is een computer die aangeeft dat jij het op je bankrekening hebt staan.

Vaak wordt er geld van de ene bankrekening op de andere bankrekening gezet. Zo betalen werkgevers hun werknemers meestal.

Herkomst van het woord

Het woord geld komt van het woord goud, denk maar aan het Engelse woord ‘gold’.

Videofilm klokhuis

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Geld&oldid=280808"