Franciscus van Assisi
Franciscus werd in 1181 in Assisi in Umbrië (Italië) geboren en is daar gestorven in 1226. Hij leefde aanvankelijk een gewoon leven. Als jongeman zat hij achter de meisjes aan en was hij een echte wildebras. Toen hij in een veldslag gevangen werd genomen en een lange tijd in de gevangenis moest doorbrengen, begon hij diep na te denken. Hij ging zoeken naar God. Hij kreeg een visioen dat hij de Katholieke Kerk schoon moest maken, want er was te veel vuiligheid. In eerste instantie ging hij de kerk waar hij was ook echt schoonmaken, maar later begreep hij dat het niet letterlijk bedoeld was. Hij ging leven in eenvoud. Hij vroeg aan de paus om toestemming om een orde te beginnen. Eigenlijk voelde de paus daar niet veel voor, want Franciscus zag er uit als een bedelaar. Ook de paus kreeg echter een visioen, waarin Fransiscus de kerk overeind hield. De paus begreep dat juist de eenvoud van Franciscus beter aansloot bij het Evangelie van Jezus, dan zijn rijkdom in Rome met alle prachtige gebouwen. Fransiscus kreeg dus toestemming. In zijn leven kreeg Fransiscus veel volgelingen en zijn kloosterorde, de Franciscanen, bestaat nog steeds.
Al in 1212 kreeg de Orde van Franciscus een vrouwelijke tak. Die noemen ze de Orde van Clarissen en werd door een paus erkend, in 1263.<ref>Kort levensverhaal Franciscus van Assisi</ref>
In 1228, pas twee jaar na zijn dood, werd Franciscus al heilig verklaard. Zijn feestdag is 4 oktober, dat ook de internationale Dierendag is. Dat is niet helemaal toevallig, want volgens de verhalen heeft Franciscus een keer preek voor de dieren gehouden. Ook hield hij hij erg van de natuur en de dieren. Hij heeft ook het Zonnelied geschreven, waarin hij de hele Schepping prijst, waaronder de dieren. De huidige paus, Franciscus, heeft zich genoemd naar Fransiscus. Hij is de eerste paus die dat gedaan heeft.