Egyptische oudheid

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Door Egypte stroomt de Nijl, als de Nijl er niet was geweest was Egypte een droogland. De Nijl neemt namelijk slip mee. Slip is heel vruchtbaar. Gebieden langs de bijna 1000 km lange Nijl zijn daarom handig voor landbouw. Er werd eerst alleen maar wilde tarwe gekweekt maar na een tijdje begonnen ze ook eigen gewassen te kweken. De Egyptische bevolking wist al snel hoe je het water van de rivier de gedurende tijd van het jaar te benutten, ze groeven kanalen. Rond 3000 V.C. werden alle staten een staat. Die staat werd geregeerd door een Farao. Als de farao dood ging werd er goed gezorgd voor het lichaam. Het lichaam werd verpakt als mummie wanneer de farao het rotsgraf in ging kwamen er bijzondere schatten mee. Ook bij gewone mensen kregen bijzondere spullen mee, van hun familie. Over een mummies hoofd ging een dodenmasker heen.

Piramides

In Egypte staan heel veel piramides. Die maken ze door stenen op een bepaalde manier op elkaar te stapelen. Eerst vervoerden ze die stenen met boten, maar later met sledes. Dat ging veel sneller. Helemaal boven in de piramide lag het graf van de farao. Mummies. Als beroemde of belangrijke mensen dood gingen werden ze geconserveerd. En daarna gemummificeerd. Als ze geconserveerd werden werden hun hersen eruitgehaald. Dat deden ze door met een grote haak in het oor te gaan. De organen verwijderen ze door met een grote haak in de neus te gaan. Al die organen en hersenen stoppen ze in speciale kruiken. Ze laaten het hart wel met rust. Daarna werden ze ineen bad met natronzout gelegd. Dat duurde 30 dagen lang. dat was omdat je lichaam dan langer goed bljft. Als allerlaatst werden ze gemummificeerd. Dan werd je in doeken gewikkeld en in een doodskist gelegd.

Leven in het Oude Egypte

Woningen

In Egypte was er een onderscheid tussen het gewone volk en de rijken. De gewone mensen leefden in kleine, eenvoudige huisjes. Ze hadden geen etages. Het huis had twee woonvertrekken: een woonkamer en een ontvangkamer waar ze gasten ontvingen. Omdat hout te duur en schaars was, werden de huizen gebouwd met tichels. Dit waren kleistenen gemaakt uit het slib van de Nijl. Ze werden in de zon gedroogd. Het dak werd vervaardigd uit riet.

De rijken woonden in grote huizen met een etage. Het huis was rechthoekig van vorm en had een dakveranda met vensteropeningen naar het noorden gericht. Rondom het huis lag er een mooie tuin met een waterbassin. De huizen werden gemaakt uit baksteen, natuursteen en hout.


Kledij

Ook hier was er een onderscheid tussen rijk of arm. Het gewone volk droegen de mannen een heupschort of lendendoek. Rijke mannen droegen er nog een lang, recht kleed boven dat versierd was met kralen. Vrouwen droegen een lange tunica zonder mouwen met daarboven een doorschijnend kleed met een strakke gordel. Rijke vrouwen droegen graag mooie juwelen gemaakt van beenderen, edelstenen,... De rijken droegen pruiken gemaakt van echt mensenhaar. Het gewone volk droeg een vilten kapje als bescherming tegen de zon. Korte haren waren in Egypte een teken van rijkdom.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Egyptische_oudheid&oldid=553505"