Conferentie van Potsdam
De conferentie van Potsdam was een conferentie tussen de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De conferentie duurde van 17 juli tot 2 augustus 1945. In deze periode ontmoette de drie landen elkaar in het Cecilienhof in de Duitse stad Potsdam (in de buurt van Berlijn). Duitsland was enkele maanden voor de conferentie verslagen, maar de oorlog in Azië was nog steeds bezig. Tijdens de conferentie bespraken de drie landen de toekomst van Europa en vooral de toekomst van Duitsland. De conferentie van Potsdam was de opvolger van de conferentie van Jalta
Namens de Verenigde Staten was president Harry S. Truman aanwezig. Bij de vorige conferentie in Jalta Franklin D. Roosevelt nog president was, was Roosevelt kort na de conferentie overleden en Truman volgde hem op. Namens de Sovjet-Unie was leider Jozef Stalin aanwezig. De Britten stuurden premier Winston Churchill, maar tijdens de conferentie werd hij vervangen door de nieuwe premier Clement Attlee. In het Verenigd Koninkrijk vonden namelijk verkiezingen plaats tijdens de conferentie. Churchill verloor deze verkiezingen van Attlee. Hierdoor vond er een wissel plaats tijdens de conferentie.
Op de conferentie vertelde president Truman aan Stalin over de atoombom. Na de conferentie liepen de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hoog. Hierdoor ontstond uiteindelijk de Koude Oorlog.