Christoffel Columbus

2: Achtergrond informatie Onze ontdekkingsreiziger is Christoffel Columbus. Hij is geboren in Genua te Italië in 1451. Zijn ouders waren Domenico Columbus en Susanne Fontanarossa. Al op jonge leeftijd ging hij de zee op. Vanaf 1473 werkte hij als koopman voor Centurione, een Genuese handelsfirma en vaart in de middellandse zee. Na een aanval door piraten komt hij in Portugal terecht en gaat bij zijn broer werken als kaarten maker. Hij gaat daar vanaf 1476 leven, trouwt en krijgt een zoon. De Portugese koning ziet niets in zijn reis maar de spaanse koning wel. Deze steunt hem geeft hem goedkeuring voor zijn eerste reis.

3: De eerste reis Hij wilde dus bewijzen dat de aarde niet plat was. Met drie schepen en negentig bemanningsleden vertrekt Columbus in augustus 1492 naar het westen, naar Indië. Door de nauwkeurige logboeken van Columbus weten we hoe deze reis ongeveer is gegaan. Er waren naast Columbus nog twee andere bevelhebbers, dat waren de broers Martin Alonso Pinzon en Vicente Yanez Pinzon. De schepen hadden ook namen. Het vlaggenschip van Columbus heette de Santa Maria. De schepen van de broers: de Pinta en de Nina. Op 12 oktober 1492 is er land in zicht. Omdat Columbus dacht in Indië te zijn. Daarom noemde hij de bewoners Indianen. Hij noemt het eiland waar hij aankomt San Salvador. Dit is een van de Bahama-eilanden. Daarna ontdekten ze nog een paar andere eilanden in de buurt van San Salvador. Na al die kleine eilandjes belande hij op Cuba. Columbus ziet Cuba aan voor Japan. Als Martin Alonso Pinzon hoort over een goudeiland gaat hij er vandoor. Columbus zet de achtervolging in en komt zo terecht op Hispaniola (Haïti en de Dominicaanse Republiek). Daar zette hij een nederzetting neer genaamd La Navidad (Nieuwe Wereld). Als ze daar vertrekken komen ze per toeval Martin Pinzon weer tegen en samen varen ze terug naar Europa.

4: De tweede reis September 1493 vertrekt Columbus met 17 schepen en ongeveer 1200 zeelui naar het westen. Zijn broer Diego ging ook mee. Het eerste eiland waar hij langs kwam is Dominica (een eiland op de kleine Antillen). Op dat eiland zaten kannibalen. Daarna kwamen ze aan bij het eiland St. Croix , daar vochten ze voor het eerst in de nieuwe wereld tegen indianen op de Caraïben. Eind november bereikten ze fort Navidad . Daar merkte hij dat alle 39 Spanjaarden die na de eerste reis daar gebleven waren, vermoord waren door de indianen. Hij liet vlakbij een nieuwe nederzetting bouwen genaamd La Isabela ( genoemde naar de toenmalige koningin van Spanje). Veel mensen stierven daar aan malaria. Een ziekte die wordt verspreid door muggen. Later verkende Columbus Cuba, daar ontdekte hij Jamaica. Daarna ging hij weer terug naar Hispaniola. De indianen daar waren een opstand begonnen. Columbus stuurde er zijn manschappen op af. Op dat moment werden de geweren en honden in de nieuwe wereld geïntroduceerd. Zo’n 1500 indianen werden gevangen genomen en als slaaf naar Spanje gebracht. Op 10 maart 1496 keerde Columbus terug naar Spanje.

5: Derde reis Die schepen vertrokken in 1498 naar Hispaniola met proviand. Na twee maanden ontdekte ze een nieuw eiland genaamd Trinidad. Een paar dagen later ontdekte ze nog een nieuw eiland. Columbus noemde dit eiland Isla De Gracia (het huidige Venezuela). Op 31 augustus kwamen ze aan op Hispaniola. Er werd gewerkt aan de nieuwe hoofdstad, Santo Domingo. Er waren nog steeds problemen met de kolonisten. Hij sloot een korte vrede, maar de vrede duurde niet lang. Op 23 augustus 1500 arriveerde er een ambtenaar om de ruzie op te lossen. Net toen er weer een opstand uitbrak. De ambtenaar was niet bang en gooide Columbus en zijn broers in de gevangenis. Ze werden begin oktober naar Spanje gebracht. Gelukkig stonden de koning en de koningin aan Columbus zijn kant. Columbus werd weer vrijgelaten.

6: De vierde reis In 1502 kreeg Columbus weer toestemming om de zee op te gaan. Hij ging op zoek naar de doorgang bij Indië , die Marco Polo heeft beschreven (de straat Malakka tussen Maleisië en Sumatra). Hij vertrok met 4 schepen en op 30 juli kwamen ze aan bij een nieuw eiland. Hij noemde het eiland Bonacca. Daarna kwam Columbus aan bij een nieuw land. Hij eiste het land voor Spanje op (hij was in Midden-Amerika, in Honduras). In oktober 1502 kwamen ze aan in een enorme baai. De indianen daar vertelden dat er een zeestraat was die leidde naar een grote oceaan. Toen ze daar doorheen gingen kwamen ze weer aan in een hele grote baai. Op 6 januari 1503 bereikten ze de rivier De Belén. Daar gingen ze voor anker. Het water in de rivier daar zat vol met goud. Hier zat veel meer goud dan in Hispaniola. Dus besloot Columbus om een nederzetting te bouwen. Die nederzetting noemde hij Santa Maria De Belén. Op 6 april 1503 ging Columbus verder met 3 schepen, de bemanning van het 4e schip zou bij de nederzetting blijven. Op 16 april vertrokken de 3 schepen naar Hispaniola. De schepen zaten vol paalwormen (levende wormen die hout opeten) het schip lekte behoorlijk. Het slechtste schip lieten ze achter. Ze wisten de schepen nog 2 maanden drijvende te houden. Ze haalde nog net de kust van Cuba. Daar zette Columbus de 2 schepen op het strand en bouwde er hutten op. Op 2 januari 1504 waren ze nog niet gered. Daardoor waren de mannen wanhopig en ze kwamen in opstand. Columbus was ziek en was niet in staat om 50 rebellen tegen te houden. Eind Juni kwam er eindelijk een schip om Columbus en zijn overgebleven bemanning te redden. Op 7 November 1504 kwamen ze eindelijk weer terug in Spanje. Koningin Isabella stierf enkele dagen na Columbus terugkeer. Columbus stierf 20 mei 1506.

n’weetje: Veel mensen denken dat Columbus Amerika heeft ontdekt, Maar dat is niet zo, want: Dat deden de Vikingen al die kwamen veel eerder aan in Amerika.