Censuur

Censuur betekent dat een land bepaalde informatie controleert of verbiedt. Censuur is in strijd met de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Het doel van censuur is dat bepaalde informatie niet door de bevolking of een grote groep mensen aan het licht komt. Censuur komt niet alleen voor in de pers, maar ook in literatuur, films en kunst.

Voor censuur kunnen diverse redenen zijn:

• Politieke redenen: In Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie was er censuur, zodat mensen niet van de ideologie zouden afwijken. In Nazi-Duitsland werden bijvoorbeeld de werken van Joodse schrijvers en critici van de nationaalsocialisme gecensureerd. Ook werd moderne kunst gecensureerd. In de Sovjet-Unie ging dit vooral om kritiek op het communisme. In Nazi-Duitsland ging het om de werken van onder meer Thomas Mann en Albert Einstein en in de Sovjet-Unie om die van onder meer Aleksandr Solzjenitsyn.
• Religieuze redenen: In landen waar religie een belangrijke rol speelt worden sommige werken gecensureerd omdat ze in strijd zijn met de religie van het land. In de Rooms-katholieke kerk was er tot aan 1968 de index librorum prohibitorum waarin alle werken stonden, die door katholieken niet gelezen mochten worden. Voorbeelden waren de werken van veel filosofen en kerkhervormers. In islamitische landen worden nog altijd werken verboden die in strijd zijn met de Koran. Een bekend voorbeeld is De duivelsverzen van Salman Rushdie.