Cacao

Cacao is het hoofdbestanddeel van chocola.

Cacao groeit als een vrucht aan bomen. Deze cacaobomen groeien alleen maar in landen met een tropisch klimaat.

De grootste producenten zijn: Ivoorkust, Ghana, Indonesië, Nigeria, Kameroen, Brazilië, Equador, Dominicaanse Republiek en Maleisië.

De bonen worden met nog wat aanhangend vruchtvlees op bananenbladeren gegooid en nog eens afgedekt met bananenbladeren. Het vruchtvlees schimmelt langzaam weg, daarbij is het 50 graden. Het duurt ongeveer 5 dagen. Daarna zijn de bonen taai, paars en smaken bitter. Uit de bonen kunnen planten groeien en daarom wordt de kiem gedood. Dan worden ze gedroogd. Deze manier van werken wordt vooral gebruikt in West-Afrika. De bonen worden nu naar chocoladefabrieken gebracht.

De meeste cacao gaat naar Zwitserland, Oostenrijk, Ierland, Duitsland, Noorwegen, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, België, Australië en Zweden.