Botter

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 9 dec 2022 om 13:02 (Botter afgerond)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zuidwal Botter
Bottermetaap.jpg
Boot informatie
Lengte ca. 13,25 m
Lengte_waterlijn
Breedte ca. 4,10 m
Diepgang 0,85-1,00 m
Massa ca. 26.000 Kg
Bemanning 2-4
Materiaal_romp eikenhout
Materiaal_rondhout naald- of essenhout, masthoogte 13,80 m
Sw
Rya pn
Status
Tuigage gaffeltuig
Zeiloppervlakte ca. 70 m2
Grootzeil
Fok
Genua
Spinnaker
Gennaker
Organisatie
Architect
Jaar
[[Bestand: |250px]]
Website
Portaal Portaalicoon Binnen- en zeevaart

Een Botter is een boot of schuit met een platte bodem met een iets uitstekende kiel.

Botters werden vooral op de voormalige Zuiderzee gebruikt voor de visvangst en worden door kenners beschouwd als een vissersvaartuig dat snel kan varen. Ook werden botters ingezet voor de kustvisserij op de Noordzee en de Waddenzee.

In feite is elke botter uniek. Ze werden op het zicht gebouwd, waarbij mallen werden gebruikt. Je hebt verschillende type botters. De Westwal botter, waar ook de Volendamse kwak onder valt. De Zuidwal botters, afkomstig van de vissersplaatsen langs de zuidkant van de voormalige Zuiderzee (b.v. Huizen, Bunschoten/Spakenburg. En de kleinere Oostwal botter (Vollenhove, Kampen, Elburg).

Er zijn nog enkele werven waar de botters gerestaureerd en vroeger gebouwd werden. Bekende werven waren/zijn Schaap en Kok in Huizen en Nieuwboer in Spakenburg.

Bouw

Voor het bouwen van de botter werd voor de romp voornamelijk eikenhout gebruikt. De plecht (dek voor de mast) was over het algemeen van grenen. Dat is namelijk minder glad is als het nat wordt. De mast, de giek, kluiverboom (soort uitschuifbare boegspriet) en ook de vaarbomen (samen het rondhout) waren van naald- of essenhout. De blokken (katrollen) waren over het algemeen ook van essenhout. De tuigage bestaat uit een massieve steekmast die in een stevige mastkoker staat, zonder zijverstaging. Hierdoor is het vistuig makkelijker te hanteren, want je hebt geen last van de stagen (kabels). Bij licht weer konden voor een kluiver en achter een bras of aap als bijzeilen worden toegevoegd. Opvallend is de zeer grote fok, die de nodige kracht gaf om de netten te kunnen slepen. Maar ze waren zwaar en log om te hanteren bij het overstag gaan bij stormachtig weer.

De zeilen waren van katoen of vlas en werden gevoerd als gaffeltuigage. De zeilen en touwen werden van oudsher getaand in eek, waardoor ze de typische roodbruine kleur kregen (zie ook bruine vloot). Het touwwerk zelf was van hennep of manilla. Tegenwoordig worden er hiervoor modernere materialen gebruikt. Het onderhoud van het hout werd jaarlijks gedaan met harpuis, dit is een mengsel van gekookte plantaardige lijnolie en hars (plakkerig spul uit de dennenboom). Het onderschip (gedeelte onder de waterlijn), werd geschilderd met het zwart-bruine Stockholmer teer.

Botters hebben aan de voorzijde een hoge kop waarmee de boot beter door de golven kan 'breken' en waardoor er een leef- en opslagruimte ontstaat onder de voorplecht, het vooronder. Het achterschip is veel lager. Dit is om het vistuig makkelijker te kunnen hanteren. In het achterschip bevindt zich de typerende 'bun'. Die bestaat uit drie met water gevulde ruimen die met het water waarop gevaren wordt in verbinding staan. Aan de zijkant worden ze afgedekt door de geperforeerde 'kaarplaten,' zodat het buitenwater er vrij doorheen kan stromen, maar de vangst er niet uit kan. In de bun kon de vangst dagenlang levend worden bewaard. Boven de bun bevindt zich de trog met een deksel, zodat je er van bovenaf bij kan. Aan weerkanten van de botter heb je de zwaarden. Dit zijn typische smalle zeezwaarden, met vleugelprofiel (ene kant wat bol en de andere kant plat). Deze werden neergelaten om tegendruk te geven aan de zeilen en afdrijven tegen te gaan.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Botter&oldid=752707"