Boerderij

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met een boerderij wordt vaak het complete bedrijf van een boer bedoeld. boer en boerin

Op een boerderij wonen de boer, de boerin met heel veel land voor hun dieren: een veeteeltbedrijf.

Op de boerderij worden dieren gehouden.

Op een ander soort boerderij wonen de boer, de boerin, met heel veel land waarop ze hun gewassen verbouwen: akkerbouwbedrijf.

akkerbouw

Boerderijen bestaan vaak uit verschillende gebouwen en liggen soms te midden van uitgestrekte velden. Op de boerderij fokt de boer dieren, hij parkeert er zijn machines en hij slaat er zijn oogst op.


De eerste boerderijen

Grotendeels van de geschiedenis hebben de mensen een bestaan geleid als jagers -verzamelaars. Ze maakten jacht op dieren en zochten wilde planten om te eten. Toen de laatste ijstijd afliep leerden de mens hoe ze voedsel konden verbouwen. Nu hoefden de mensen niet meer rond te reien maar konden ze zich op één plek vestigen. Landbouw veranderde alles. Er werden vaste huizen gebouwd en voorwerpen werden steeds belangrijke. Alles kon nu groter en zwaarder worden omdat ze het niet meer hoefden te vervoeren. De eerste boeren hadden het wel een stuk zwaarder, iedereen moest alles met de hand en wat hulpmiddelen doen. Tegenwoordig hebben we daar tractors en veel andere dingen voor. In Nederland en België zijn nog veel oude boerderijen te vinden.


Machines op de boerderij

De machines die er tegenwoordig te vinden zijn:

  • giertank: om de mest mee over het land te verspreiden.
  • Tractor om het land mee om te ploegen, het gras mee op te laden of nieuwe zaden te zaaien.


Op het veld

Als je in de zomer vanuit de lucht naar de velden beneden kijkt, lijk het platteland wel een lappendeken. De boeren telen verschillende gewassen en daarom hebben de velden vaak verschillende kleuren. Ze telen deze gewassen voor mens en dier. Dit zijn gewassen als:

  • Gras
  • Vlas
  • Zonnebloem
  • Maïs
  • Koolzaad
  • Tarwe
  • Aardappelen
  • Suiker- en voederbieten
  • Bloemen, zoals lelies, tulpen, gladiolen

Gewassen als gras, maïs, voederbieten en graan worden vaak voor boerderijdieren geteeld. Als een boer of boerin alleen maar gewassen heeft en geen dieren, noemen we hem of haar een akkerbouwer.

Ploegen

In de herfst zijn de meeste velden leeg. er groeit niet op. Toch heeft de boer veel werk. Hij moet het veld omploegen en verschillende gewassen zaaien. In de winter mag het land niet braak liggen, dat betekent dat er een vanggewas moet worden gezaaid. In het voorjaar ploegt de boer het vanggewas om en zaait er dan bijvoorbeeld maïs in.

Oogsten

Wanneer de gewassen die op het land staan volgroeid zijn zal de boer ze oogsten. Hij gaat met de trekker het land op en oogst het land.


erf

op het erf zie je vaak een vogelverschrikker. en verschillende soorten planten.

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Boerderij&oldid=541701"