Bier
Bier is een licht-alcoholische drank. De meeste bekende soort, pilsner, bevat meestal 5% alcohol.
Je kunt deze drank pas kopen als je 18 jaar bent, net zoals bij sterke dranken zoals jenever of whisky. Bij winkels wordt om je ID-kaart gevraagd zodat ze weten hoe oud je bent. Anders mogen ze alcoholische dranken niet verstrekken. Veel kinderen zien als ze een jaar of 14, 15 zijn, hun ouders bier drinken en denken dan: "Dat zou ik ook wel lusten!". Maar dat valt vaak vies tegen. Ze kunnen nog geen maat houden en als ze er te veel van drinken, moeten ze overgeven en hebben de volgende dag een kater.
Een biertje zo nu en dan kan geen kwaad. Onder de 18 is het erg slecht omdat je hersenen dan nog groeien. Niet doen dus. Bierfabrikanten zeggen dan ook: "Geniet, maar drink met mate!". Anderen hebben er van gemaakt: Geniet, maar drink met maten! Ook als je ouder dan 18 jaar bent, kun je maar beter de drank laten staan.
Middeleeuwen
In de middeleeuwen heeft bier een belangrijke rol gespeeld. Mensen dronken namelijk nooit water. Je had toen geen kraan met schoon water en moest je het dus doen met water in de rivier dat vaak erg vervuild was. Niet met de vervuiling die we nu hebben, maar met de poep en plas van de hele stad! Maar bier was een stuk gezonder omdat bierbrouwers het eerst kookten zodat een groot deel van de bacteriën stierven. Toen deden ze er alcohol bij zodat nog meer bacteriën werden gedood. De alcohol en andere ingrediënten zorgde er ook voor dat er meer vitamines bij kwamen dan je in alleen water hebt. Verder zat er toen een verschil in het recept waardoor er minder alcohol in zat dan nu, daardoor kon je er meer van drinken. Soms kregen kinderen zogenoemde scharrebier waar minder alcohol in zat, maar meestal dronken ze gewoon hetzelfde als hun ouders. Wijn was duurder en daarom konden gewone mensen het vaak niet betalen en dronken het daarom alleen bij speciale gelegenheden.