Amfibieën

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Inleiding

Ik doe mijn werkstuk over amfibieën omdat ik er bijna niks van Amfibieën af weet en omdat ik erg hou van het fotograferen van Amfibieën.

Wat zijn amfibieën Amfibieën zijn eigenlijk gewoon kikkers, padden en salamanders. Amfibieën kan je dus makkelijk herkennen.

Kikkers en padden

Kikkers hebben een lichaam dat een beetje op een peer lijkt, een platte kop en een brede bek. (ze hebben natuurlijk altijd vier poten.) Hun achterpoten zijn lang en gespierd zodat ze ver kunnen springen. Bij sommige kikkers zijn de lange achterpoten ergens anders handig voor. Alle kikkers en padden (ook degene die niet zo ver kunnen springen) kunnen goed zwemmen door de gespierde achterpoten. De kikkers en padden die meer tijd doorbrengen in het water, hebben zwemvliezen tussen de tenen. Zwemvliezen zijn kleine vinnetjes die dus tussen de tenen van de kikker zitten. Hierdoor kunnen ze nog beter zwemmen dan andere kikkers en padden.

Salamanders

Salamanders hebben een lang lichaam en een ook een lange staart. Er zijn maar een paar Salamanders die 2 poten hebben. Wormsalamanders lijken op grote wormen. Ze hebben poten, maar na een tijdje vallen ze er af. Standaard Salamanders drukken hun pootjes juist tegen het lichaam en lopen met kronkelende bewegingen. Hun staart gebruiken ze vooral om te zwemmen.

De huid

Salamanders die het meeste in het water leven hebben geen waterdichte huid en een zuurstof doorlatende huid, die daardoor heel dun is. Maar toch hebben veel Amfibieën (salamanders en kikkers) aanpassingen om toch de winterslaap te houden. Hun huid wordt dan droger en waterdichter waardoor ze langere tijd op het land, onder stenen of in holletjes kunnen slapen. Een groot kenmerk van alle Amfibieën is dat ze klieren in hun huid hebben. Dat zijn organen waar ze een soort van slijm mee produceren. ook produceren alle amfibieën gifstoffen of andere irriterende stoffen. Die zijn vaak duidelijk zichtbaar op klieren op de kop of achter het oog. Die worden patroïden genoemd. Veel soorten kikkers en salamanders (vooral de padden) hebben veel kleine, bobbeltjes op hun rug. Die lijken erg op wratten. Die bobbeltjes werken ook als klieren. Amfibieën moeten net als Reptielen vaak vervellen. Dit doen ze meestal s’ nachts binnen een korte tijd waardoor dit niet vaak gezien word. Dat is een intensieve bezigheid. Dat betekent dat het veel energie kost en het moeilijk is. Veel amfibieën sperren de bek wijd open, maken kronkelende bewegingen met hun lichaam, blazen zich op of schuren langs stenen of andere dingen om de huid te laten scheuren. De huid is vliesachtig en doorzichtig. De achtergebleven wordt meestal opgegeten.


De spieren

Ook al zijn amfibieën een beetje sloom, ze hebben goede spieren. Hiermee kunnen salamanders bijvoorbeeld snel weg kunnen zwemmen onder water door kronkelende bewegingen te maken met hun lichaam. Sommige kikkers kunnen best grote afstanden afleggen met hun achterpoten. en gravende soorten zoals de knoflookpad kunnen supersnel graven. De rugstreeppad is ook heel snel en loopt met sprintjes die lijken op stapjes van een muis. ’s Nachts als de rugstreeppad gaat jagen kan die grote afstanden afleggen.


Het ontstaan van de Amfibieën

Volgens de evolutietheorie zijn de Amfibieën ontstaan uit een onbekende soort vissen. (deze soort is waarschijnlijk al uitgestorven.) de evolutietheorie is de manier waarop wetenschappers denken dat de aarde en alle mensen en dieren zijn ontstaan. Op de afbeelding hiernaast zie je een fossiel van een kikker deze soort is jammer genoeg uitgestorven. Dit is waarschijnlijk een Palaeobatrachus gigas. Dit fossiel is gevonden in Tsjechië.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Amfibieën&oldid=404372"