Lichaam
Lichaamsdelen
Algemene namen van goed-bekende delen van het menselijke lichaam, van boven tot onder:
- Huidkanker
- Hoofd -- Voorhoofd -- Oog -- Oor -- Neus -- Mond -- Tong -- Tanden -- Onderkaak -- Gezicht -- Wang -- Kin
- Hals -- Keel -- Adamsappel -- Schouders
- Arm -- Elleboog -- Pols -- Hand -- Vingers -- Duim
- Wervelkolom -- Borst -- Ribbenkast -- Flank
- Buik -- Geslachtsorganen (Penis/Scrotum of Clitoris/Vulva) -- Anus -- Taille
- Heup -- Lende(n) -- Billen -- Been -- Dij -- Kuit -- Knie -- Hiel -- Enkel -- Voet -- Tenen
Botten
Botten heb je om stevig te blijven, door je botten kun je rechtop staan. Je botten bestaan uit lijmstoffen en samengestelde kalk. Kalk komt uit calcium en dat zit bijvoorbeeld in melk en kaas.
Kraakbeen
Kleine kinderen hebben meer kraakbenen dan botten, oudere mensen hebben kraakbenen bij de neus, oren en in je ribben. Kraakbeen is stevig maar ook elastisch je kunt het dus bewegen.
Gewrichten
Je hebt gewrichten om te kunnen bewegen, zonder gewrichten sta je stijf en kan je bijvoorbeeld niet met je hoofd naar links of rechts draaien. Je hebt: scharniergewricht, rolgewricht, kogelgewricht en het zadelgewricht. Op alle plekken waar je je kan bewegen heb je gewrichten voorbeelden: pols, elleboog, schouder, knie, voet, vingers, nek enzovoort
Bloed/aderen
Bloed komt in je lichaam door je hart, je hart pompt het naar je aderen. Je bloed bestaat uit bloedcellen en vloeistof. Het bepaalt je afvoering van je voedingsstoffen en de zuurstoftransport, en het voert afvalstoffen af. In het bloed zitten bepaalde stoffen en die hebben allemaal een eigen taak. Een volwassen mens heeft ongeveer 5 tot 6 literbloed in het lichaam. Bloed is een dikke niet doorschijnende vloeibare rode stof. Bloedplasma:Dit is vloeibaar en het bestaat voornamelijk uit water en afvalstoffen. Je bloed stroomt door je aderen dat heet een bloedsomloop. Aderen zijn dunne slierten en je hebt ze over je hele lichaam.
Hersenen
Je hersenen zijn de computer van je lichaam. Het stuurt seintjes naar je arm als je die bijvoorbeeld wil bewegen. Zonder hersenen kan je niets meer. Dan ben je dus hersendood. De hersenen bestaan bijna helemaal uit zenuwcellen, misschien wel 10 miljard bij elkaar. Elke zenuwcel heeft een hele serie dunne ‘vingers’, waarlangs zij signalen naar andere zenuwcellen kan sturen. Welke weg zo’n signaal neemt, hangt af van wat het betekent. Iedere zenuwcel is op duizenden anderen aangesloten, dus het aantal wegen dat een signaal door het web van zenuwcellen kan kiezen is onvoorstelbaar groot. Je hersenen bestaan uit een linker en rechter hersenhelft. Je linker helft bestuurt je rechter lichaamsdeel en je rechter hersenhelft bestuurt je linker lichaamsdeel. Dus als je met je linker hand schrijft, gebeurt dat allemaal in je rechter hersenhelft. Je lichaam heeft ook een automatische piloot. Dat is je hersenstam, het onderste gedeelte van je hersenen. De hersenstam bestuurt volautomatisch bepaalde delen van je lichaam.. je hart slaat en je longen halen adem zonder dat er een moment bij na hoeft te denken.
Spieren
Hoe werken je spieren?
Zo ziet je standaard positie eruit van je arm als je iets pakt, moet je sommige spieren aanspannen en sommige spieren samenspannen. Maar dat gebeurt allemaal vanzelf.
Elke spier heeft een bot nodig want de spier zit vast aan je bot. Samen zorgen ze ervoor dat je niet in elkaar zakt.
Er zijn ook nog veel spieren die bewegen zonder dat jij het wilt. Dat zijn vooral de spieren in je organen. Bijvoorbeeld je maag, hart en longen. Elke spier bestaat uit dikke bundels. En in die bundels zitten weer allemaal kleine vezeltjes. Die vezeltjes noem je fibrillen. Door al die fibrillen krijgt de spier voedsel voor het vele werk dat hij moet doen. Spieren kunnen ook moe worden. Als ze al heel lang aan het werk zijn dan kunnen ze je hoofd niet meer overeind houden, je ogen niet meer open houden en dan rolt je hoofd om! Na een goede nachtrust zijn je spieren weer uitgerust! Je hart is eigenlijk ook een spier. Je hart heeft weer alles te maken met bloed. Elke keer als je hart samentrekt, wordt het bloed uit het hart geperst. Dat kunnen we ook horen en we noemen dat hartslag. Je hart is erg bijzonder, omdat het dag en nacht werkt en nooit moe wordt! Als je je arm wil buigen span je je linker spier aan en die trekt aan je botten. De rechter spier ontspant zich en wordt lang. Deze spier trekt niet meer aan het bot. En zo heb je je arm gebogen. Waarom wordt je sterker als je bijv. naar de sportschool gaat? Als je oefeningen doet die je niet gewend bent komt er een klein scheurtje in je spier. Als je het de tijd geeft om te herstellen dan is het voortaan bestand tegen zwaardere oefeningen en zo wordt je sterker.
Weetjes over Spieren
- Je spieren wegen bijna de helft van je totale gewicht.
- Je lichaam heeft een linker en rechterkant van elkaars spiegelbeeld zijn. De meeste spieren heb je dubbel, omdat de rechterkant van *Je lichaam dezelfde spieren nodig heeft als de linkerkant. Dat heet symmetrie
- Ieder mens heeft honderden spieren. Van de skeletspieren alleen al hebben we meer dan 650.
- Soms hoor je zeggen dat vrouwen minder spieren hebben. Dat is niet waar. Ieder mens heeft evenveel spieren. Alleen zijn de spieren van Vrouwen minder groot en sterk. Iemand die niet sterk is, heeft niet minder spieren. De sterkte van de spieren is voor ieder mens anders.
Huid
Waarvoor heb heb je een huid: deze beschermt je bijvoorbeeld tegen kou en ziektes.
Je huid bestaat uit drie lagen
Je huid is het grootste orgaan van je lichaam. Als je volwassen bent, heb je ongeveer 2 vierkant meter huid. Je huid groeit altijd met je mee.
Hart
Je hart pompt het bloed door al je aderen en die aderen zorgen er voor dat al het bloed door je lichaam gaat. En zoegt dat de organen kunnen werken.
Longen
Je longen doen eigenlijk twee dingen ze vervoeren zuurstof door je lichaam en halen kooldioxide er uit. Elke keer als je inademt komt er lucht met zuurstof je lichaam in. Dat wordt vervoerd door heel je lichaam. Als je weer uitademt wordt de kooldioxide die je lichaam heeft gemaakt weer afgevoerd.
Darmen
Je hebt 2 soorten darmen dikke darm en dunne darm. In de dikke darm zitten voedselresten die de dunne darm niet heeft kunnen verwerken, je dikke darm verteert je eten en wat er overblijft poep je via je anus weer uit.