Post (bezorgen)
Vroeger en nu
Vroeger schreven alleen de koningen, monniken en rijke kooplieden brieven, omdat zij de enige waren die konden schrijven. De brieven werden dan meegegeven aan rondtrekkende reizigers, zangers en kooplui. Tegenwoordig schrijven er heel veel mensen naar elkaar, waardoor er een hoop brieven en andere post is die moet worden bezorgd.
Schrijver en lezer
De persoon die de brief schrijft is de schrijver of de afzender genoemd. Degene die de brief ontvangt en leest is de lezer en noem je ook wel de geadresseerde.
Welke weg legt de brief af?
Dat gaat als volgt:
1. je schrijft een brief
2. je stopt de brief in een enveloppe en plakt het dicht
3. je schrijft op de voorkant de gegevens aan wie je de brief stuurt zodat de postbode weet waar de brief heen moet
4. op de achterzijde van de enveloppe schrijf je jouw eigen adres, want als er iets niet klopt, dan kan de brief altijd weer terug naar jou worden gestuurd
5. rechtsboven op de enveloppe plak je een postzegel
6. de brief doe je in de brievenbus in de buurt, let op in welke gleuf je de brief doet, de ene is voor post dichtbij en de ander voor post ver weg
7. na 18.00 uur wordt de brievenbus leeggehaald met twee postzakken, één voor post in de buurt en één voor post verder weg
8. ook alle zakelijke post van de bedrijven wordt opgehaald
9. de post wordt naar het bestelkantoor gebracht, dat een verzamelplaats is voor alle post die is opgehaald uit brievenbussen uit de buurt
10. van daaruit gaat de post naar verschillende sorteercentra (sorteren = uitzoeken, soort bij soort) in het land gebracht
de 1e machine: verdelen grote en kleine enveloppen en zet een stempel op de postzegel de 2e machine: heeft een cameraatje dat snel een foto maakt van het adres en de postcode de computer in de machine weet dan waar de brief heen moet en zet er een streepjescode op
11. de post gaat dan naar het sorteercentrum van het gebied waarvoor die bestemd zijn
12. een machine leest de codes en schuift dan elke brief in de juiste bak per wijk
13. de bakken gaan per vrachtwagen naar het bestelkantoor
14. de postbode sorteert de volgende ochtend de post
15. de postbode gaat zijn wijk lopen en bezorgt bij de mensen de post
Soms is één postzegel niet voldoende
Hoeveel postzegels je op een enveloppe moet plakken is afhankelijk van het gewicht van de envelop. Op onderstaande afbeelding zie je een postzegelvelletje zoals je die kunt kopen. Onderaan staat hoeveel cent je op moet plakken bij welk gewicht. Bijvoorbeeld: je enveloppe weegt tussen de 20-50 gram. Je verstuurt het binnen Nederland. Je moet €0,88 betalen, wat overeenkomt met twee postzegels, omdat elke postzegel €0,44 is.
Postcodes
Belangrijk bij het verzenden van een poststuk is dat de postcode klopt. Nederland is verdeeld in allerlei postcodegebieden, zoals je kunt zien op onderstaande afbeelding.
Een postcode bestaat uit vier cijfers en 2 letters. De eerste twee cijfers geven de regio aan en de laatste twee cijfers de wijk. De twee letters geven de buurt en de straat aan.
Links