Slavische talen
De Slavische talen zijn een taalfamilie. Ze zijn een onderdeel van de Indo-Europese talen, waar bijvoorbeeld ook het Nederlands, Engels, Spaans en Grieks bij horen. Ze worden vooral in Oost-Europa gesproken.
Talen
De Slavische talen kun je onderverdelen in de West-, Oost- en Zuid-Slavische talen. Hier staan alle Slavische talen met sprekersaantallen:
- West-Slavische talen
- Kasjoebisch – 50.000 sprekers
- Nedersorbisch - 14.000 sprekers
- Oppersorbisch - 40.000 sprekers
- Polabisch - uitgestorven
- Pools – 40.000.000 sprekers
- Silezisch - 56.000 sprekers
- Slowaaks – 6.000.000 sprekers
- Tsjechisch – 12.000.000 sprekers
- Oost-Slavische talen
- Oekraïens – 47.000.000 sprekers
- Roetheens – 830.000 sprekers
- Russisch - 145.000.000 sprekers
- Wit-Russisch – 8.000.000 sprekers
- Zuid-Slavische talen
Het Kroatisch, Servisch en Bosnisch worden samen ook wel Servo-Kroatisch genoemd. Sprekers van deze drie talen kunnen elkaar prima verstaan.
Je hebt ook nog het Kerkslavisch. Deze taal wordt alleen gebruikt door de Oosters-orthodoxe kerk, maar wordt niet gesproken.
In het land Montenegro spreken ze het Montenegrijns. Men is er niet over uit of dit een Servisch dialect is, of een aparte taal.
Alfabet
De Slavische talen maken gebruik van twee alfabetten, het Latijnse alfabet (wat ook voor het Nederlands wordt gebruikt) en het Cyrillische alfabet. De Rooms-katholieke landen gebruiken meestal het Latijnse schrift (bijvoorbeeld Kroatië, Polen en Tsjechië). De Ooster-Orthodoxe land gebruiken meestal het Cyrillische schrift (bijvoorbeeld Rusland, Bulgarije en Oekraïne). In Servië gebruiken ze zowel het Cyrillische als het Latijnse schrift.
Kenmerken
De Slavische talen hebben een aantal kenmerken:
- De Slavische talen hebben veel medeklinkers. In sommige woorden staan er daan ook veel medeklinkers bij elkaar, zoals in het Tsjechische woord zmrzlina', wat 'ijsje' betekend. Er is ook een Kroatisch eiland met de naam Krk, een plaatsnaam met alleen maar medeklinkers dus!
- De Slavische talen kennen veel sisklanken, de s, sj, z en zj worden veel gebruikt.
- De Slavische talen gebruiken veel naamvallen, iets wat in het Nederlands (bijna) verdwenen is. Alleen het Bulgaars en het Macedonisch hebben de naamvallen afgeschaft.
Vergelijken van het Slavisch
Hier zie je een woordenlijstje. Je kunt zien hoeveel de Slavische talen op elkaar lijken.
Nederlands | Russisch | Pools | Servisch |
---|---|---|---|
hoofd | голова (golova) | głowa | глава/glava |
oog | глаз (glaz) | oko | око/oko |
vader | отец (otec) | ojciec | Finger |
moeder | мать (mat’) | matka | мајка/majka |
zoon | сын (syn) | syn | син/sin |
dochter | дочь (doč’) | córka | ћерка/ćerka |
West-Slavische Talen: Pools | Tsjechisch | Slowaaks | Sorbisch | Kasjoebisch | Silezisch |