Filips de Stoute
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Filips de stoute geboren op 17 januari 1342 in Pontoise en stierf op 27 april 1404 in Hal (Henegouwen), is de vierde en laatste (jongste) zoon van koning Jan II van Frankrijk, bekend in het Frans als “Jean le Bon” (Jan de Goede), en van moeder Bonne (maagd) van Luxemburg. Van 1363 tot 1404 was Filips de eerste hertog van Bourgondië en werd hiermee de stamvader van het huis Valois-Bourgondië, een zijtak van het huis Valois.
De moed die hij toonde tijdens de Franse nederlaag bij Poitiers in 1356, toen hij nog maar veertien jaar oud was, leverde hem de bijnaam "Stoute" op. Hij werd ooit genoemd Filips "zonder land", maar zijn vader beloont in 1360 bij zijn terugkeer uit zijn Londense gevangenschap hem met het graafschap Touraine. In 1363 schonk de koning hem het hertogdom Bourgondië, dat hij had geërfd bij de dood van de laatste van de laatste Capetiaanse hertog van Bourgondië, Filips de Rouvres (die op 15-jarige leeftijd zonder nakomelingen stierf). Filps de Stoute trouwt op 19 juni 1369 in de Sint-Bavokerk te Gent met Margeretha van Male, weduwe van de vorige hertog van Bourgondië en rijke erfgename van de graafschappen Vlaanderen, Artois, Rethel, Nevers en het graafschap Bourgondië. Bij het overlijden van haar vader Lodewijk II van Vlaanderen wordt Filips de Stoute in 1384 heer van deze gebieden, meegebracht als bruidsschat door zijn vrouw.
Alles bij elkaar wordt Filips de Stoute heer van Vlaanderen, Artois, Rethel, de heerlijkheden van Mechelen en Salins, Champagne landen, Nevers en de baronie van Donzy, en het hertogdom Bourgondië en het graafschap Bourgondië (land dat toebehoort aan het Heilige Roomse Rijk). Het bezit van deze aanzienlijke territoriale eenheid (gebied) maakt van hem de machtigste van de "heren van de lelies", de eerste van de gelijken (adel) van Frankrijk .
Filips de Stoute is kunstliefhebber, weelderige mecenas (weldoener), liefhebber van architectuur, maar ook een slimme, scherpzinnige en subtiele (slimme) politicus, die de Bourgondische politiek met voorzichtigheid leidt. "Hij zag ver" schrijft de kroniekschrijver Jean Froissart in zijn Kronieken. Christine de Pizan, een andere getuige uit die tijd, onderstreept zijn "soevereine (heersende) gevoel en advies". Filips de Stoute legt de basis voor een machtige Bourgondische staat die, op zijn hoogtepunt, een rivaal (tegenstander) is van het koninkrijk Frankrijk en zelfs zo ver gaat dat hij het in gevaar brengt. De staat die hij starte, zou een belangrijke pagina in de geschiedenis van Bourgondië worden voor meer dan een eeuw. Ook de nederlandse en Belgische geschiedenis zal hier deel van uitmaken.
Jeugd
Hij werd opgeleid aan het hof met kinderen van dezelfde leeftijd met wie hij later verder zou optrekken of mee te maken zou krijgen: Filips van Orléans zijn oom - zijn broers Charles, de toekomstige Karel V van Frankrijk - Louis, toekomstige hertog Lodewijk I van Anjou en Jean, toekomstige Jean de Berry. Ook Louis de Bourbon, Édouard en Robert de Bar, Godefroy van Brabant, Louis d'Étampes, Louis d'Évreux (broer van Charles le Mauvais), Jean en Charles d' Artois, Charles d'Alençon en Philippe de Rouvre behoorden tot deze kring.
Zijn leermeester is waarschijnlijk Sylvestre de la Servelle. Hij leerde Filips Latijn en grammatica. Zijn moeder en grootmoeder van vaderskant stierven in 1349 aan de pest. Men zocht een zondebok voor deze ziekte. Men wees de Joden aan als boosdoener en dat terwijl de Joden zelf ook aan de pest bezwijken.Zijn grootvader, Filips VI, stierf kort daarna in 1350. Een van de eerste beslissingen van zijn vader Jan II van Frankrijk (gekroond tot koning van Frankrijk op 26 september 1350 in Reims) is om het leger te reorganiseren. Ook de adel die er een groot deel van uitmaakt, weet hij meer disciplineren bij te brengen door de Orde van de Ster opnieuw leven in te blazen. Filips de Stoute en zijn broer, Jean de Berry, worden gewapende ridders van deze orde, samen met honderd anderen op 6 januari 1352.
Slag bij Poitiers
Deze slag is er een tijdens de Honderdjarige Oorlog. Een strijd tussen Frankrijk en Engeland. De Fransen zijn slecht georganiseerd. De dan 14 jarige Filips staat zijn vader Jan II van Frankrijk bij in de strijd. Ze weten te overleven, maar worden gevangen genomen door de Engelsen en naar Londen gebracht. De Franse koning vindt het belangrijk om de eer hoog te houden in plaats van laf te vluchten. Zijn tegenstander de 'Zwarte Prins' van Wales (oudste zoon van Edward III van Engeland), behandelt hem met grote eerbied. Edward III gaf hen eerst nog een vorstelijk onthaal en behandelt zijn gevangenen met vrijgevigheid. Er worden onmiddellijk onderhandelingen gestart om de voorwaarden voor hun vrijlating vast te stellen, evenals het bedrag van het losgeld. Dat overleg mislukt. Het gevangenschap wordt steeds grimmiger en Jan en Filips belanden zelfs in de Tower van Londen. Na vier jaar worden vader en zoon naar Calais (Frankrijk) gebracht en daar nog zes maanden vastgehouden. Twee van zijn zonen, Lodewijk I van Anjou en Jean de Berry, nemen hun plaats in Londen in om de betaling van het losgeld te garanderen. Ook Bourgondië heeft veel last van de oorlog. Plunderingen van de Engelsen zijn de veroorzakers van armoede en de pest doet er een flinke schep bovenop. Filips de Rouvres is dan de Hertog van Bourgondië. Als laatste hoofd van de oudere tak van de Capetiaanse hertogen van Bourgondië komt hij kinderloos in 1361 te overlijden. Via een ingewikkelde lijn van erfgenamen komt Bourgondië toe aan Jan II van Frankrijk. Bij zijn intrede beloofd hij dat Bourgondië de priveleges (voordelen) van het hertogdom mag behouden. Jan keert terug naar Parijs en stelt een gouveneur voor Bourgondie aan; Henri de Bar, heer van Pierrefort. De verdediging van het hertogdom had Jan toevertrouwd aan Jean II de Melun, graaf van Tancarville. Men wil in Bourgondië niet dat Bourgondië een provincie van het koninklijk domein Frankrijk wordt. Dit stemt Jan ontevreden. Op 27 juni 1363 vervangt de koning de graaf van Tancarville door Filips, zijn jongste zoon, aan wie hij de titel van luitenant-generaal van het hertogdom geeft met volledige bevoegdheid om de zaken te beheren.
Hertog van Bourgondië
Zes maanden na zijn benoeming tot luitenant-generaal, maakte de koning zijn zoon Filips tot hertog van Bourgondië. Hij wordt dan ook zoals het heet 'Peer van Frankrijk', een adelijke titel. Hierbij neemt Filips de Stoute een eigen wapen (heraldiek) aan. Hij koos ervoor om dit wapen van de zonen van Frankrijk te delen met het oude wapen van de Capetiaanse hertogen van Bourgondië (huis Capet).
Het koninklijke geschenk dat Jan de Goede en Karel V aan Filips de Stoute schenken, is tweeledig: ze bieden hem zowel land als een "bundel van rechten" aan, merkt Bertrand Schnerb op. Het hertogelijk domein is uitgestrekt en rijk en in zijn hoedanigheid is de hertog de machtigste van de landheren van het vorstendom. Hij bezit land in het hertogdom, enclaves (gebieden) in Outre-Saône (het graafschap Bourgondië ), steden, kastelen, steden, forten, landhuizen, huizen en andere gebouwen. Dit domein bestaat uit uitgestrekte landgoederen, gegroepeerd rond kastelen of hertogelijke residenties (woonverblijven), omgeven door gecultiveerd (bewerkt) land en wijngaarden. Deels in een systeem van directe mandaat en gedeeltelijk verdeeld boer eigendomsrechten. De hertog is ook eigenaar van weiden, bossen, wildreservaten, vijvers en rivieren. Het toezicht op deze goederen wordt verzekerd door de plaatselijke gerechtsdeurwaarders, de schildknaap en de hertogelijke provoosten (militaire ambtenaren). De rechten van Filips de Stoute zijn talrijk: hij oefent feodale rechten uit over zijn directe vazallen en over zijn koninkrijkjes, rechten die ook de achterste leengoederen betreffen (leengoederen in het bezit van de vazallen van zijn directe vazalstaten). Hij ontvangt er aanzienlijke inkomsten uit (overdrachtsbelasting en successierechten). Hij bestuurd Bourgondië in feite op dezelfde manier als een koning in die tijd. Filips voert een slim beleid. Hij wordt gezien als een "man met grote kennis, groot werk en grote wil". Hij was ook een gulle, weelderige mecenas (weldoener), had oog voor alle kunsten, en was vooral geinteresserd in architectuur maar had altijd een tekort aan geld.
Vechten tegen bendes en ander gespuis
De 'Grote Compagnieën', bestaande uit rondzwervende en steeds weer oplevende bendes van ontslagen soldaten. Deze werden geleid door avonturiers zonder geloof en zonder eer, en hebben sinds het Verdrag van Brétigny veel verwoestingen aangericht. Ze worden onverschillig genoemd waarbij het gaat om Bretons, Noormannen, Engelsen en Gascons. Deze bendes zijn wijdverbreid in heel Frankrijk en vooral het hertogdom Bourgondië wordt bedreigd. Deze werkloze soldaten leven van bloed en plundering, zaaien terreur, veroveren pleinen, kastelen, forten, steden, gehuchten en geïsoleerde huizen. Aan alle kanten van de provincie ontstonden bendes, soms tegelijkertijd. Steden als Nivernais, Puisaye, Avallonnais, Auxois, Duesmois, Chalonnais, Mâconnais, de hele Saône-vallei van Pontailler-sur-Saône tot Mâcon, zijn door hen verwoest.
Ook had Filips last van opstandige baronnen, die gesteund werden door de Engelsen. Gelukkig kan Filips rekenen op een aantal zeer toegewijde mensen van de hertogelijke raad (officieren en dergelijke).
Huwelijk
Filips verloofd zich met Margaretha van Male (van Vlaanderen). Margaretha zelf was kort daarvoor nog verloofd geweest met de jonge hertog Filips van Rouvres. Zij was gravin van Bourgondië, Vlaanderen, Nevers, Rethel en Artesië (1384-1405) en hertogin van Brabant en Limburg (1404-1405). De bruiloft vindt plaats op 19 juni 1369 in Gent in de Sint-Bavokerk en werd groots gevierd. Door deze unie kan Filips van Bourgogne contact leggen met de belangrijkste steden van Vlaanderen. Zo bezocht hij Lille, Ieper, Brugge, Damme en L'Écluse, die al belangrijke loyaliteiten (soort vriendschappen) vormden voor de toekomst van zijn vorstendom. Al dit erfgoed maakt de hertog van Bourgondië een aankomend meester van een aanzienlijke gebied en opent het vooruitzicht van een rijke staat. Filips heeft uit zijn huwelijk met Mararetha van Vlaanderen tien kinderen, van wie er zeven de volwassen leeftijd bereiken. Zijn oudste zoon Jan (zonder Vrees), geboren op 28 mei 1371, zal hem opvolgen.
Slag bij Roosebeke
Bij het dorpje Roosebeke (tegenwoordig Westrozebeke) in Vlaanderen vindt een slag plaats (29 november 1382) om de opstandige kapitein van Gent en gouveneur Filips van Artevelde van Vlaanderen te breken. Filips de Stoute spoort de Franse koning aan tot deze slag. Van Artevelde is de leider van de opstand van de Gentse wevers tegen de Vlaamse graaf Lodewijk van Male. Filips de Stoute weet dat hij het graafschap zal erven bij de dood van Lodewijk II, haalt gemakkelijk de dan nog jonge Karel VI van Frankrijk over, van wie hij de oom en de voogd is, om deze expeditie naar Vlaanderen te organiseren. De opstandelingen worden met overmacht verslagen. Van Artevelden komt ook om. Als gevolg hiervan onderwerpen andere opstandige steden als Brugge zich aan de Koning en de graaf van Vlaanderen.