Hoefsmid: verschil tussen versies
(Hoefsmid afgerond) |
k |
||
Regel 22: | Regel 22: | ||
</gallery> |
</gallery> |
||
+ | == Opleiding == |
||
+ | De opleiding voor hoefsmid is een MBO opleiding. |
||
+ | |||
+ | == Links == |
||
+ | * [https://opleiding.com/opleiding/mbo-opleiding-hoefsmid/ Opleiding hoefsmid] |
||
[[Categorie:Beroepen]] |
[[Categorie:Beroepen]] |
Huidige versie van 22 mei 2022 om 16:29
Een hoefsmid is iemand die voor zijn beroep paarden beslaat.
Hij zorgt ervoor dat de hoeven van paarden en pony's gezond blijven en voorziet ze ook vaak van een hoefijzer.
Beslaan
Beslaan van paarden, indien goed en correct uitgevoerd, veroorzaakt geen pijn voor het dier. Hoefsmeden trimmen (snijden) het ongevoelige deel van de hoef, hetzelfde gebied waar ze de nagels (spijkers) inslaan. Dit is nagenoeg hetzelfde als nagels knippen en manicure bij een menselijke vingernagel, alleen op veel grotere schaal.
Voor de hoefsmid begint met beslaan, verwijdert de hoefsmid het oude hoefijzer met behulp van een tang (hoefijzertrekker) en knipt de hoefwand op de gewenste lengte met een tang (een scherp tangachtig stuk gereedschap) en snijdt de zool en straal van de hoef met een hoefmes. Hoefijzers zorgen ervoor dat de hoef minder verslijt zoals dat in het wild zou gebeuren, en de hoef kan dan te lang worden. Het kistbeen (zeg maar de vingertoppen zoals bij de mens) in de hoef moet recht op één lijn liggen met beide botten in de koot. Als de overtollige hoef niet wordt bekapt, zullen de botten niet goed op elkaar afgestemd staan, waardoor de poten van het dier onder druk komen te staan en het kreupel kan worden. Op een schoen lopen met scheve zolen geeft ook pijn in je benen en knieën.
Hoefijzers worden vervolgens gemeten aan de voet en in de juiste vorm gebogen met behulp van een hamer, aambeeld en het smidse (smederijvuur). Hoefsmeden kunnen ofwel cold shoe, waarbij ze de metalen schoen buigen zonder deze te verwarmen, of hot shoe, waarin ze het metaal in een smidse plaatsen voordat ze het buigen. Zogeheten flitsschoenen nemen kan meer tijd in beslag nemen en vereist dat de hoefsmid de beschikking heeft van een smederij; het zorgt meestal voor een betere pasvorm. Het stelt de hoefsmid ook in staat om meer aanpassingen aan de schoen aan te brengen, zoals het tekenen van teen- en kwartclips. De hoefsmid moet oppassen dat hij de flitsschoen niet te lang tegen de hoef houdt, omdat de hitte de hoef kan beschadigen.
Warme hoefijzers worden in water geplaatst om ze af te koelen. De hoefsmid spijkert vervolgens de hoefijzers vast door de spijkers in de hoefwand te slaan bij de witte lijn van de hoef. De nagels zijn zo gevormd dat ze naar buiten buigen als ze worden ingeslagen, waarbij het gevoelige binnenste deel van de voet niet wordt geraakt, zodat ze aan de zijkanten van de hoef uitkomen. Wanneer de nagel volledig is ingeslagen, snijdt de hoefsmid de scherpe punten af en gebruikt een clincher (een speciaal voor dit doel gemaakte vorm van tang) of een clinchblok met hamer om de rest van de nagel te buigen zodat deze bijna gelijk ligt met de hoef muur. Dit voorkomt dat de nagel ergens aan blijft haken en helpt ook om de nagel, en dus het hoefijzer, op zijn plaats te houden.
De hoefsmid gebruikt vervolgens een rasp (grote vijl) om de rand waar deze de schoen raakt glad te maken en eventuele scherpe randen te verwijderen die zijn overgebleven van het afsnijden van de nagels.
Opleiding
De opleiding voor hoefsmid is een MBO opleiding.