Vuile Oorlog (Mexico)
Vuile Oorlog | ||
Mexicaanse soldaten in de straten van Mexico-Stad in 1968 | ||
Datum | 1964 - 1982 | |
Locatie | ![]() | |
Overwinning voor | Mexicaanse regering | |
Strijdende partijen | ||
Extreemlinkse groeperingen | Mexicaanse overheid | |
Mexicaanse Communistische Partij Grupo Popular Guerrillero Partij van de Armen Asociación Cívica Nacional Revolucionaria Liga Comunista 23 de Septiembre Fuerzas de Liberación Nacional Verschillende andere communistische groepen |
![]() Institutioneel Revolutionaire Partij Mexicaanse politie, leger en veiligheidsdiensten ![]() |
|
Portaal ![]() |
De Vuile Oorlog (Spaans: Guerra Sucia) was een periode in Mexico tussen 1964 en 1982. In deze periode voerde de Mexicaanse regering een strijd met linkse studentengroepen en guerrillabewegingen. De Mexicaanse regering stond onder leiding van de Institutioneel Revolutionaire Partij en werd gesteund door de Verenigde Staten. De Vuile Oorlog was onderdeel van Operatie Intercept en Operatie Condor tijdens de Koude Oorlog. Beide operaties waren pogingen van de Amerikanen om te voorkomen dat het communisme voet aan de grond kreeg in Latijns-Amerika.
De oorlog viel samen met het presidentschap van Gustavo Díaz Ordaz, Luis Echeverría en José López Portillo. De Institutioneel Revolutionaire Partij bestuurde Mexico in feite als dictatuur. De studenten en guerrillabewegingen wil meer democratie en vrijheid. Dat wilde zij op verschillende manieren bereiken. De studentengroepen kozen vaak voor vreedzame protesten en demonstraties, terwijl de guerrillabewegingen gebruikmaakten van geweld.
De oorlog wordt de "Vuile Oorlog" genoemd, omdat de Mexicaanse overheid gebruikmaakte van geweld, mishandeling, moord, verdwijningen en meer. Pas sinds 2000 begint duidelijk te worden hoever de Mexicaanse overheid is gegaan. Nog steeds zijn niet alle misdaden verklaard.
Voorgeschiedenis
De Institutioneel Revolutionaire Partij
Na de Mexicaanse Revolutie kwam de Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) aan de macht. De PRI bestuurde Mexico van 1929 tot 2000. In die tijd was Mexico in feite een eenpartijstaat en een dictatuur. De PRI was altijd gegarandeerd van een overwinning tijdens de verkiezingen. De verkiezingen waren daarom ook meer een show en werden ook vervalst. Toch was Mexico geen expliciete dictatuur. De typische eigenschappen van een dictatuur waren verborgen. Zo bleef een president maximaal maar zes jaar aan de macht. De PRI was tijdens deze periode een vorm van corporatisme.

Tussen 1940 en 1970 beleefde Mexico een periode van grote economische groei. Die periode staat bekend als het Mexicaanse wonder. Doordat de oliesector in handen was de staat, kreeg de Mexicaanse staat veel inkomsten. Die inkomsten werden gebruikt voor infrastructuurprojecten (zoals wegen en stuwdammen), onderwijs en gezondheidszorg. De investeringen waren succesvol. Zo stegen de levensverwachting en het aantal mensen dat kon lezen en schrijven. Desondanks waren er grote verschillen tussen de regio's. Sommige regio's zagen amper vooruitgang.
Ook ontstond vanaf de jaren 1960 onvrede over het bestuur van Mexico. Demonstraten was niet toegestaan en politieke tegenstanders werden onderdrukt. Dat gebeurde grotendeels op een verborgen manier. Die situatie wekte woede bij verschillende Mexicanen. Voornamelijk studenten, maar ook Mexicanen in achtergestelde regio's wilden juist dat Mexico een democratie werd en keerden zich tegen de PRI.
Opkomst van het communisme
Ondertussen was de Koude Oorlog bezig. De Verenigde Staten en haar bondgenoten voerden toen een strijd met de Sovjet-Unie en haar bondgenoten. De strijd was niet alleen tussen twee (groepen) landen, maar ook tussen twee ideologieën. De Verenigde Staten waren een aanhanger van het kapitalisme. Zij geloofden in een vrije markteconomie waarin de overheid weinig ingreep, er privaat bezit was en alles geregeld werd volgens de wet van vraag en aanbod. De Sovjet-Unie was een aanhanger van het communisme. Zij geloofde in een planeconomie, waarin de overheid een zeer grote invloed op de economie had. Door middel van vijfjarenplannen werd de economie gepland.
De Verenigde Staten waren bang dat de Sovjet-Unie het communisme zou verspreiden naar andere landen. Zo probeerden de Verenigde Staten tijdens de Vietnamoorlog te voorkomen dat het communisme zich naar Vietnam verspreidde. De Amerikanen waren al helemaal bang dat het communisme zich door Latijns-Amerika verspreidde, zoals tijdens de Cubaanse Revolutie gebeurde. De Verenigde Staten werkten daarom samen met rechtse dictaturen in Latijns-Amerika en zou die later ook aan de macht helpen.
In Mexico steunden de Amerikanen de Mexicaanse regering geleid door de PRI. Zij zagen de PRI als een middel om te voorkomen dat de Verenigde Staten een communistisch buurland zouden krijgen. Mexicaanse tegenstanders van de PRI hingen voor een deel communistische stromingen aan. De PRI voerde daarom ook een anticommunistisch beleid.
Verloop
Begin
Het precieze begin van de Vuile Oorlog is onduidelijk. Vaak wordt 1968 aangehouden als het begin van de oorlog, maar soms wordt ook 1964 genoemd. 1968 wordt vaak gezien als het begin van de Vuile Oorlog. Dat jaar organiseerde Mexico de Olympische Zomerspelen 1968 in Mexico-Stad. Dat was erg bijzonder, omdat de spelen voor het eerst in een ontwikkelingsland werden gehouden. Wereldwijd was de aandacht op Mexico gevestigd. Demonstranten wilden gebruikmaken van die aandacht. Zij wilden het ondemocratische karakter van Mexico onder de aandacht brengen door middel van demonstraties. Op het Plein van de Drie Culturen in Tlatelolco (een wijk van Mexico-Stad) ontstond een protest van enkele honderden studenten. Dat protest was al wekenlang aan de gang. Op 2 oktober 1968 besloot de Mexicaanse president Gustavo Díaz Ordaz hardhandig in te grijpen. Op het plein werden toen 250 mensen gedood.
Hoewel weinig veranderde, zagen voor veel Mexicanen voor het eerst in hoe erg ondemocratisch de PRI te werk ging en hoever zij wilden gaan. Het bloedbad betekende het einde van het protest, maar het veroorzaakte ook nieuwe protesten. Dat gebeurde zowel op het platteland als in de steden.
Guerrillabewegingen
In de staat Guerrero was er sinds 1960 al grote woede onder de bevolking. Guerrero was een van de armste staten. Er waren verschillende politieke hervormingen, waardoor de inwoners hun rechten voelden aangetast worden. De inwoners waren niet meer bang om zich tegen de overheid uit te spreken, waardoor de PRI meer onderdrukking uitvoerde op de staat.
Tijdens de jaren 1960 en 1970 kwamen er verschillende guerrillabewegingen op. Zij waren ongeorganiseerde groepen die vochten tegen de PRI. Na de Mexicaanse Communistische Partij waren er ook andere groepen, zoals de Partij van de Armen. Zij hingen vaak extreemlinkse stromingen aan, zoals het marxisme-leninisme en het maoïsme. Andere groepen gebruikten juist Che Guevara als voorbeeld en hoopten dat Mexico een eigen Cubaanse Revolutie zou krijgen.
De guerrillabewegingen probeerden de PRI te ontregelen. Zij voerden overvallen en aanslagen uit op politiebureaus en overheidsgebouwen, stichtten brand en zetten vallen op. De Partij van de Armen ontvoerde zelfs de PRI-partijprominent Ruben Figueroa.
Misdaden
De PRI gebruikte verschillende technieken om de guerrillabewegingen en politieke tegenstanders te onderdrukken. De PRI martelde zijn tegenstanders om informatie vrij te krijgen over de groepen. Zij werden hierna gevangengezet en vermoord. Vrouwen kregen daarnaast te maken met seksueel geweld zoals verkrachtingen. Daarnaast maakte de PRI gebruik van gedwongen verdwijningen.
Gevolgen
Hoewel de Vuile Oorlog in de jaren 1980 stopte, werd pas in 2000 voor het eerst duidelijk hoever de Mexicaanse overheid ging. De PRI zou tot 2000 aan de macht blijven. In 2000 werd Vicente Fox de Nationale Actiepartij president. Het was de eerste keer sinds de jaren 1930 dat de PRI de presidentsverkiezingen verloor. Fox zorgde ervoor dat meer onderzoek kwam naar de misdaden tijdens de Vuile Oorlog. Hoewel er meer informatie vrijkwam, lukte het de overheid in veel gevallen niet om misdadigers te berechten. In 2019 zorgde president Andrés Manuel López Obrador ervoor dat alle archieven over de Vuile Oorlog openbaarder werden. De president beloofde ook om de misdadigers op te pakken en slachtoffers compensatie te geven.
Doordat de Vuile Oorlog in het geheim gebeurde, is er weinig bekend over de grootte van de oorlog. Tijdens de oorlog raakten 3.000 mensen vermist. Van de meeste mensen is nog altijd onduidelijk wat er precies met ze gebeurd is. Na de oorlog werd geen waarheidscommissie opgericht. In andere Latijns-Amerikaanse landen was dat wel het geval. Zo werd in Chili na de regering van dictator Augusto Pinochet een waarheidscommissie opgericht. Zo'n waarheidscommissie zoekt uit wat er met slachtoffers gebeurde en wie verantwoordelijk is voor hun dood. In Mexico is dat nooit gebeurd, waardoor veel mensen nog steeds niet weten wat gebeurd is met hun verdwenen familieleden en vrienden.
In 2006 vond er wel een groot onderzoek plaats naar de misdaden van het PRI-regime tijdens de Vuile Oorlog. Ondanks dat het rapport misdaden tegen de menselijkheid vaststelde, werden partijprominenten niet gearresteerd. Ook toenmalig president Luis Echeverría (die een belangrijke rol had tijdens de Vuile Oorlog en nog in leven was) bleef een vrij man. Voor de slachtoffers zorgt dat voor minder vertrouwen in de Mexicaanse overheid en rechtspraak.