Vroegchristelijke kunst
Vroegchristelijke kunst of Paleochristelijke kunst is de kunst die door Christenen werd gemaakt van de beginperiode van het Christendom tot 525. Dus vanaf de 2e eeuw. Na 550 gaat de christelijke kunst over in de Byzantijnse kunst. De vroegchristelijke kunst werd voorafgegaan en beïnvloed door de Romeinse kunst.
Hun beelden, tombes, fresco's, gebruiksvoorwerpen, sieraden, munten, speelgoed en kleine persoonlijke eigendommen zijn door archeologen aangetroffen in de catacomben, die normaal gesproken dienden als grafkelders voor de Romeinen. De Christenen zaten daar tijdens de vervolgingen ondergedoken of ze kwamen er samen en gebruikten de ruimte als een soort schuilkerk.
De symbolen op de afbeeldigen komen vaak uit bijbelse vertellingen. Denk aan de Goede herder met een lam, of Jona met de walvis. Ook David in de Leeuwenkuil komt geregeld voor en natuurlijk Maagd Maria met het kind Jezus.
Een meer eigen bouwstijl ontstaat voorzichtig in de eerste eeuw.
Vroegchristelijke beeldhouwkunst vindt men als reliëf terug op grafstenen, wijwatervaten en sarcofagen.