Ustaša
De Ustaša of Ustaše (spreek uit als Oestatsja) was een Kroatische fascistische en extreem-nationalistische organisatie. De Ustaša bestond tussen 1929 en 1945 en werd geleid door Ante Pavelić. De organisatie speelde een grote rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het leidde namelijk toen de Onafhankelijke Staat Kroatië; een vazalstaat van nazi-Duitsland en fascistisch Italië. De Ustaša wilde alle Kroaten verenigen in één land. Dat land moest volledig "Kroatisch" en katholiek zijn. Hierdoor voerde de organisatie allerlei wreedheden uit tegen minderheden, voornamelijk de Serven (die als ergste vijand gezien werden).
Het woord Ustaša betekent "opstandeling" in het Kroatisch. Het meervoud hiervan Ustaše. Beide namen werden voor de organisatie gebruikt.
Geschiedenis
Oprichting
Kroatië was tijdens de oprichting van de Ustaša onderdeel van het koninkrijk Joegoslavië. De Kroaten waren hierin de tweede grootste bevolkingsgroep na de Serven. De Serven hadden echter de meeste macht in het land. De regering had in het Servische Belgrado en de koning van het land was ook een Serviër. In Kroatië vonden veel inwoners dit oneerlijk en wilden meer zelfbestuur hebben. De Joegoslavische overheid wilde dit niet, waardoor de spanningen steeds hoger opliepen. Hierdoor ontstonden steeds meer politieke problemen en er was ook veel geweld tussen de bevolkingsgroepen. In 1929 schoot een Servisch parlementslid twee Kroatische leden dood. Om het land te redden, greep koning Alexander I de absolute macht in een staatsgreep op 6 januari 1929.
Het Kroatische parlementslid Ante Pavelić richtte vervolgens één dag na de staatsgreep de Ustaša op. Al in de 19e eeuw waren er ideeën op een land voor de Kroaten op te richten. In deze tijd wilde de Kroatische nationalist Ante Starčević alle Kroaten in één land verenigen (Groot-Kroatië). Aanhangers van de ideologie van Groot-Kroatië waren vaak fel tegen de Serven en Oostenrijk-Hongarije. Een groot deel van de Kroaten woonde namelijk in Oostenrijk-Hongarije, terwijl een ander deel een minderheid vormde in Servië. Pavelić gebruikte deze ideeën voor zijn eigen organisatie. Hij werd gesteund door de Katholieke Kerk en de Italiaanse fascist Benito Mussolini. De Katholieke Kerk en Mussolini hadden ook invloed op de ideologie van de organisatie.
Beginjaren
De Joegoslavische overheid legde huisarrest aan Pavelić op. Enkele dagen later ontvluchtte hij Joegoslavië. Uiteindelijk ging hij in Italië wonen. Hoewel de Ustaša in Joegoslavië actief was, werd de organisatie vanuit de Italiaanse stad Turijn bestuurd. Mussolini was namelijk groot voorstander van de Ustaša. Hij gaf steun aan de organisatie en wilde hierdoor zijn invloed op de Balkan vergroten. De Ustaša nam hierdoor veel dingen van de Italiaanse fascisten over, maar ook een hoop van de nazi's.
In 1932 startte de organisatie een eigen nieuwsblad en in 1933 werden de ideologie vastgelegd. De ideologie van de organisatie waren de zogeheten "Zeventien Principes". Zo mochten iedereen van "niet-Kroatisch bloed" zich niet met de politiek bemoeien en was het land belangrijker dan de individuele rechten.
De organisatie speelde een grote rol in de moordaanslag op koning Alexander I van Joegoslavië op 9 oktober 1934. Hierna kreeg de organisatie steeds meer voet aan de aarde in Kroatië. De organisatie zat achter veel geweld in Kroatië. Dit geweld was voornamelijk tegen de Serven gericht. De Ustaša zag de Serven namelijk als de grootste vijand, maar niet de enige vijand. De organisatie was ook tegen Joden, Roma, etnische moslims, protestanten, vrijmetselaars en communisten.
Tweede Wereldoorlog
Na de invasie van Joegoslavië door de Asmogendheden werd de Onafhankelijke Staat Kroatië opgericht. Dit land was een vazalstaat van de Asmogendheden en werd geleid door de Ustaša. Pavelić werd hierdoor de leider van het land en noemde zichzelf "Poglavnik". De Ustaša maakte van Kroatië een fascistische dictatuur. Hoewel de organisatie over een groot deel van het land de controle had, was dit niet overal zo. In het oosten bijvoorbeeld hadden de Joegoslavische partizanen (communisten) de macht in handen. Zij vochten tegen de Ustaša en de Asmogendheden. Over het verloop van de oorlog verloor de Ustaša steeds meer macht in Kroatië.
De Ustaša voerde tijdens hun bewind een genocide (volkerenmoord) uit op de Servische minderheid, Joden, Roma en etnische moslims (voornamelijk Bosniërs). Deze groepen werden opgepakt, in concentratiekampen gestuurd en om het leven gebracht. Volgens schattingen zijn zo'n 320.000 tot 340.000 Serven, 30.000 Joden en 30.000 Roma om het leven gekomen tijdens het Ustaša-bewind.
Einde
Nadat Kroatië door de Geallieerden bevrijd werd, werden veel Ustaša opgepakt en berecht door de partizanen. Andere Ustaša vluchtten naar onder andere Canada, Australië en Zuid-Amerika. Pavelić vluchtte ook naar het buitenland en overleed uiteindelijk in Spanje. Hij werd nooit berecht voor zijn misdaden in de oorlog.
Heropleving
Hoewel de Ustaša officieel werd opgeheven, ging de groep ondergronds. Voor jaren probeerden de Ustaša weer aan de macht te komen in Kroatië. Het gebruiker van Ustaša-symbolen werd verboden in Joegoslavië en Joegoslavië greep hard tegen het Kroatisch nationalisme. In de jaren 1990 werden veel Ustaša-strijders opnieuw geëerd in Kroatië. Zo zijn er straten vernoemd naar strijders als Mile Budak en Jure Francetić, maar zijn later weer verwijderd. Kroatische extreem-nationalisten halen nog steeds hun inspiratie uit de Ustaša. Zij gebruiken Ustaša-symbolen en eren strijders van deze organisatie.
Tegenwoordig wordt het woord "Ustaša" nog steeds als scheldwoord voor Kroaten gebruikt, voornamelijk door Servische nationalisten.