Tapdansen
Tapdansen is een vorm van dans waarbij door tikken op de grond met metalen plaatjes aan de schoenzolen en onder de tenen ritmische klanken worden gemaakt. In feite is de danser daarmee een soort Slaginstrument.
De dansstijl ontstond in de 19e eeuw in de wijk Five Points in New York en is een mix van Afrikaanse shuffle en Ierse, Schotse en Engelse step dances. Je kreeg een vermenging van Afrikaanse ritmes met die van de Ieren, Schotsen en Engelsen, waarbij men een off-beat ritme (syncope) maakte. Dus net naast de tel (niet strak een, twee, drie, vier maar iets losser e-ne, twee, drie vier)
Wat je later ook terugziet in de Hip-hop waren er groepen dansers uit verschillende immigrantengroepen die met elkaar wedijverden (streden) wie de beste moves en ritmes kon maken. Hieruit ontstond een Amerikaanse stijl.
De bloeitijd van tapdansen liep van ongeveer 1900 tot 1955. Je zag het in theaters en in films en later ook op televisie met sterren als Fred Astaire, Gene Kelly en Ann Miller. Tapdansen werd voor de Tweede Wereldoorlog ook wel jazzdans genoemd vanwege de muziek waarop gedanst werd.
Na de jaren 1970 kwam de tapdans weer terug en ook de Ierse shows als Riverdance en Lord of the Dance met Michael Flatley werden razend populair nadat in 1994 tijdens de pauze van het Eurovisiesongfestival een stukje van de Ierse show te zien was.
Het tapdansen kent roots (voorgangers) als de Spaanse flamenco en zelfs de Nederlandse klompendans.