Taalbegrip
Taalbegrip is het begrijpen van de taal die er gesproken en geschreven wordt. Van jongs af aan heb je daarmee te maken. Als baby luister je (als je oren teminste in orde zijn) naar wat er om je heen gezegd wordt. Maar de baby heeft nog geen idee wát er gezegd wordt. Naarmate het ouder wordt leert het dat de dingen om zich heen een eigen naam hebben en dat ook dat wat je doet dat daar woorden voor zijn. Dat koppelen van dingen en handelingen aan woorden wordt labelen genoemd. Alles heeft dus zeg maar een naamkaartje. Elke keer als je nieuwe dingen leert met de daarbij behorende woorden, gebeurt dat labelen voortdurend in je hersenen. Je slaat beelden op en die worden gekoppeld aan woorden die ook opgeslagen worden in je hersenen. Dit gebeurt eerst in je moedertaal. Leer je later een andere taal (sommige kinderen worden zelfs tweetalig opgevoed), dan worden er nieuwe andere woorden toegevoegd die op hun beurt ook weer gekoppeld moeten worden aan de bijhorende beelden. Vanaf ongeveer vier jaar gaan de meeste kinderen leren lezen en schrijven. Voor de verschillende klanken zijn er letters, die samen de woorden en zinnen vormen. De woordenschat wordt alsmaar groter en groter. Aan het ding of de handeling wordt niet alleen het gesproken woord gekoppeld, nu wordt er ook een geschreven woord (eigenlijk ook een beeld) gekoppeld.
Nu is het in het Nederlands soms best lastig dat sommige woorden meerdere betekenissen hebben. Vooral buitenlanders die het Nederlands moeten leren hebben daar best moeite mee. Ook spreekwoorden en gezegden zijn lastig te begrijpen.
Naarmate je op school verder leert vullen je hersenen zich met beelden en woorden. Dit is al een vorm van kennis. Maar de gesproken en geschreven zinnen hebben op hun beurt ook weer een eigen betekenis. Want staat er achteraan een zin een vraagteken (?), dan blijkt het ineens een vraag te zijn. Ook in de uitspraak is er iets veranderd. lees maar hardop: De man loopt naar huis of Loopt de man naar huis? Al die kennis heb je nodig om mee te kunnen doen in de maatschappij.
Nu doet niet iedereen hetzelfde werk. Bij beroepen en vakken heb je eigen termen, gereedschappen en handelingen. Dat noem je vaktaal. Dat leer je tijdens de beroepsopleiding. Je zou kunnen spreken van vaktaalbegrip.
Kortom om elkaar goed te kunnen begrijpen in de communicatie heb je veel taalbegrip nodig. En dat leer je je leven lang.