Steekpasser
Een steekpasser is een meetinstrument of een (meet) gereedschap dat lijkt op een gewone passer, maar dan zonder een schrijfstift. Je kunt er wel cirkels mee krassen in materialen als hout, metaal en plastic. De punt van de ene 'been' gebruik je als middelpunt van de cirkel en de punt van de andere 'been' als kraspen.
Net als bij een krompasser kun je met de steekpasser een maat van een voorwerp overnemen.
Stel je hebt een verrotte lat van een bepaalde breedte die vervangen moet worden door een nieuwe lat. Je plaatst de punten van de steekpasser bij de zijkanten van de lat. Door het stroefgaande scharnier van de steekpasser blijft deze op de aangenomen breedte staan. De steekpasser houd je bij de nieuwe lat en je weet of de lat goed is of dat er nog wat van de breedte afgeschaaft of -gezaagd moet worden. Natuurlijk kun je dit ook met een meetlatje doen, maar in sommige gevallen gaat het meten met een steekpasser makkelijker.
De steekpasser wordt ook vaak gebruikt bij de navigatie op schepen, waarbij de steekpasser bij het uitzetten van een koers op een papieren kaart wordt gebruikt.
Als je de cijfers van een klok bekijkt, dan zie je dat uren netjes verdeeld zijn over de ronding van de klok. De afstand tussen elk uur noemt men ook wel een steek die 12 keer wordt herhaald om op het eerste punt terug te komen. Met een passer of steekpasser kun je de straal (r) van een cirkel 6 x afpassen. Met een halve straal is dat 12 x.
Hier is het gezegde "Ergens geen steek mee verderkomen" vanaf geleid.