Sozialdemokratische Partei Deutschlands

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Socialdemokratische Partei Deutschlands (SPD)

SPD-Logo 2022 (rot).svg

Oprichting 27 mei 1875
Opheffing
Actief in Vlag van Duitsland Duitsland
Richting Centrumlinks
Stroming Sociaaldemocratie
Progressivisme
Europeanisme
Europees federalisme
Presidentskandidaat
President
Vicepresidentskandidaat
Vicepresident
Voorzitter van het Huis van Afgevaardigden
Oprichter(s)
Partijleider Saskia Esken
Lars Klingbeil
Partijvoorzitter
Secretaris-generaal
- Bondsdag
- Regionale parlementen
- Europees Parlement
- Provinciale Staten
- Gemeenteraden
- Burgemeesters
- Commissarissen van de Koning
Zetels
- Bondsdag
120 van de 630
- Regionale parlementen
453 van de 1894
- Europees Parlement
14 van de 96
- Provinciale Staten
van de 572
- Gemeenteraden
van de 8512
- Burgemeesters
van de 345
- Commissarissen van de Koning
van de 12
Overig
Wetenschappelijk bureau
Partijblad
Partijlied
Jongerenorganisatie
Studentenorganisatie
Vrouwenbeweging
Lhbt-vleugel
Zusterpartij(en)
Fractie in het Benelux-parlement
Europese fractie Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten
Internationale organisatie
Voorgaande partij(en)
Opvolgende partij(en)
Fusie van
Opgegaan in
Afsplitsing van
Afsplitsing(en)
Voortzetting van
Portaal Portal.svg Politiek

De Sozialdemokratische Partei Deutschlands (Nederlands: 'Sociaaldemocratische Partij van Duitsland'), afgekort SPD, is een politieke partij uit Duitsland. De SPD is samen met de Christlich Demokratische Union Deutschlands (Nederlands: 'Christendemocratische Unie van Duitsland', afgekort CDU), een van de twee grote politieke partijen van het land. Het is meestal de CDU of de SPD die sinds de Tweede Wereldoorlog de grootste is geworden. De SPD is in 1875 opgericht met de afschaffing van de monarchie en is daarmee de oudste politieke partij van het land. De partij was tussen 1933 en 1945 verboden. Na de Tweede Wereldoorlog werd de partij heropgericht.

De SPD heeft tussen 1969 en 1982, tussen 1998 en 2005 en tussen 2021 en 2025 de bondskanselier van het land geleverd. Qua standpunten komt de SPD overeen met de Nederlandse Partij van de Arbeid (PvdA) of het Vlaamse Vooruit. De partij komt op voor de arbeiders en zet zich in voor hogere lonen, betere werkomstandigheden en hogere pensioenen. Daarnaast is de SPD erg van de gelijkheid en zet zich in voor onder meer gelijke behandeling van en rechten voor minderheden. Qua ledenaantal was de SPD ooit de grootste partij van Duitsland. Nog steeds is de SPD de grootste sociaaldemocratische partij ter wereld.

Geschiedenis

Voorgeschiedenis

De SPD-fractie in 1889. De partij was toentertijd nog verboden, maar de partij had enkele onafhankelijke leden in het parlement.

De geschiedenis van de SPD gaat helemaal terug naar 1863. Toen stichtte Ferdinand Lassalle de Allgemeiner Deutscher Arbeiterverein (ADAV). Zes jaar later richtten Wilhelm Liebknecht en August Bebel de Sozialdemokratische Arbeiterpartei (SDAP) op. De twee partijen gingen samen op in één partij in 1875 na een conferentie in Gotha. De partij kreeg de nieuwe naam Sozialdemokratische Arbeiterspartei Deutschlands (SAPD). De conferentie werd ook gevolgd door de Duitse filosoof Karl Marx. Hij schreef over de conferentie zijn Kritiek op het program van Gotha (1875).

De sociaaldemocratische partij was een vereniging en officieel geen partij. Het socialisme werd namelijk onderdrukt in Duitsland. In 1878 werd de SAPD door rijkskanselier Otto von Bismarck verboden. De SAPD was namelijk tegenstander van de monarchie en voorstander van een revolutie. Desondanks groeide de partij in ledenaantal. Ook kon de partij alsnog leden krijgen in het parlement, omdat het mogelijk was om als onafhankelijk lid aan de verkiezingen mee te doen. In 1890 werd het verbod opgeheven, waarna de partij zetels in de Rijksdag kreeg. De partij veranderde toen ook haar naam naar Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD).

Tijdens het keizerrijk

De verkiezingsposter van SPD in 1903: "Rode verkiezingen".

De SPD richtte zich op het verbeteren van de levensomstandigheden van de werkende klasse. De partij zorgde ervoor dat fabrieken gecontroleerd werden, vrouwen en kinderen van soldaten in de dienstplicht een uitkering kregen en het werk in de mijnen veiliger werd. Naast een politieke partij had de SPD ook veel bibliotheken, klaslokalen en theaters om de ideologie verder te verspreiden.

In 1891 kwam de SPD met het programma van Erfurt. Dat was nog radicaler dan het programma van Gotha. De partij pleitte voor een volledige nationalisatie van de Duitse industrie. De partij sloot toentertijd nog niet een revolutie uit, maar aan het begin van de 20e eeuw werd de partij een stuk gematigder. In plaats van een revolutie wilde de SPD verandering bereiken op democratische weg via verkiezingen. Vooral Eduard Bernstein pleitte voor die meer gematigde weg. Radicalere leden van de partij, zoals Rosa Luxemburg, waren tegenstander van Bernstein. Zo verdedigde Luxemburg in haar pamflet Hervorming of revolutie een socialistische revolutie en keurde de ideeën van Bernstein af.

In 1912 behaalde SPD 35% van de stemmen in Duitsland, waardoor zij de grootste partij in het parlement werden. Voor de conservatieve elites in Duitsland zat de angst er goed in. In 1914 begon de Eerste Wereldoorlog. De SPD was sterk antimilitaristisch (zij waren tegenstanders van oorlog) en voerde demonstraties tegen de oorlog. Conservatieve politici zagen de SPD daarom als anti-Duits en wilden de partij verbieden. Het partijbestuur van de SPD werd steeds loyaler aan de regering en de keizer. SPD-leider Friedrich Ebert besloot daarom om de oorlog te steunen. Volgens Ebert was dat nodig omdat Duitsland de oorlog van Rusland zou verliezen als de arbeidersklasse de oorlog niet zou steunen. Hierdoor zou Duitsland onder het gezag van de tsaar vallen, wat nog slechter voor de werkende klasse was.

In 1917 werden antimilitaristische leden van de SPD uit de partij gezet, waaronder Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en Huga Haase. Zij richtten vervolgens de Spartacusbond op. Ook Eduard Bernstein en Karl Kautsky verlieten de partij. De Spartacusbond kwam aan het einde van de oorlog in opstand tegen de Duitse regering (de Spartacusopstand). Die werd hard neergeslagen door de Reichswehr, waarbij Luxemburg en Liebknecht vermoord werd. Ebert steunde die onderdrukking en werd vervolgens benoemd tot bondskanselier.

Weimarrepubliek

Verkiezingsposter in 1932: "Tegen Papen, Hitler en Thälmann". Franz von Papen was de leider van de monarchistische conservatieven, Adolf Hitler was de leider van nazi's en Ernst Thälmann was de leider van de communisten. De drie pijlen waren een symbool van de sociaaldemocraten. Zij verzetten zich namelijk tegen de drie ideologieën.

Na de Eerste Wereldoorlog werd de monarchie afgeschaft en ontstond de Weimarrepubliek. De SPD speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de republiek. De partij werkte samen met de christendemocratische Zentrumpartei, de links-liberale Deutsche Demokratische Partei (DDP) en enkele conservatief-liberale partijen in de regering. Via de regering wist de SPD sociaal beleid door te voeren, zoals bescherming van banen, werkloosheidsuitkeringen, de achturige werkdag, de zorgverzekering, het pensioen en betere arbeidsomstandigheden.

De grote concurrent van de partij was de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). Die partij werd gesticht door radicale linkse leden van de SPD. De SPD en KPD konden slecht met elkaar overweg. De KPD beschuldigde de sociaaldemocraten van revisionisme, terwijl de SPD weigerde om een regering met de communisten te vormen. De SPD was aanvankelijk erg populair in Duitsland en was vaak de grootste partij van het land. Vooral in Pruisen was de partij erg populair. Dat veranderde na de beurskrach van 1929. De partij verloor tijdens de verkiezingen van 1932 erg veel zetels. Enerzijds verloor de SPD zetels aan de KPD en anderzijds aan de NSDAP. Tijdens de laatste vrije verkiezingen in maart 1933 behaalde de SPD nog maar 18% van de stemmen.

De SPD was de enige partij die in zijn geheel tegen de machtigingswet van 1933 stemde. De KPD was ook tegen die wet, maar was toentertijd al verboden en de parlementsleden mochten niet stemmen. Na de machtigingswet werden veel SPD-politici gearresteerd; het leiderschap van de partij vluchtte naar Praag. Enkele maanden later werd de partij officieel verboden in Duitsland, maar streed tegen de nazi's ondergronds en via het buitenland.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog werd het verbod opgeheven. De SPD deed in alle vier de bezettingszones mee aan de verkiezingen. Tussen 1949 en 1966 zat de SPD in de oppositie in de Bondsdag in West-Duitsland. De SPD was toentertijd de tweede grootste partij van Duitsland na de Christich Demokratische Union. Vanuit de oppositie voerde de SPD druk uit op Konrad Adenauer om de verzorgingsstaat op te bouwen. In Oost-Duitsland was de SPD in 1946 samen gegaan met de KPD. Hierdoor ontstond de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). De SED was niet verbonden met de SPD in West-Duitsland, maar was communistische partij die Oost-Duitsland leidde.

In de West-Duitse Bondsdag was de SPD constructieve oppositie. Dat betekent dat de SPD de regering (waar het CDU) bekritiseerde, maar ook met het CDU wilde samenwerken. In 1966 viel de regering bestaande uit de CDU en de Freie Demokratische Partei (FDP). De CDU besloot toen samen te werken met de SPD, waardoor zij voor het eerst na de oorlog in een regering zaten. Dat leidde tot een grote uitbreiding van de verzorgingsstaat.

Willy Brandt en Helmut Schmidt

Willy Brandt op een verkiezingsposter in 1972

In 1969 behaalde de SPD de eerste plaats tijdens de verkiezingen. De SPD vormde vervolgens samen met de FDP een regering met Willy Brandt als bondskanselier. In 1959 had de SPD waar marxistische ideologie officieel achter zich gelaten. In plaats daarvan wilde de partij zich richten op sociale zekerheid. Ook werd de partij een voorstander van het Duitse lidmaatschap van de NAVO. Onder Brandt werden de banden tussen West- en Oost-Duitsland genormaliseerd. Dat wordt ook wel de Ostpolitik genoemd.

Brandt bleef bondskanselier tot 1972. Hij moest aftreden na een spionageschandaal. Vervolgens werd Helmut Schmidt bondskanselier. Tijdens die periode raakte Duitsland in een economische crisis. Schmidt verloor in 1982 de verkiezingen van CDU-politicus Helmut Kohl. Tussen 1982 en 1998 zouden de sociaaldemocraten daarom in de oppositie zitten.

Gerhard Schröder

In 1998 won de SPD de verkiezingen en vormde samen met Bündnis 90/Die Grünen een regering onder bondskanselier Gerhard Schröder. Schröder vormde hierdoor de eerste linkse regering na de Tweede Wereldoorlog. Voorheen zat er altijd een rechtse partij in de regering; nu bestond de regering alleen uit linkse partijen. Onder Schröder werden enkele progressieve maatregelen doorgevoerd. Zo konden werkende ouders meer verlof krijgen, werd de kinderbijslag verhoogd en werd de huurtoeslag hoger. Ook werden de pensioenen en gezondheidszorg hervormd.

Tijdens de verkiezingen van 2002 verloor de SPD enkele zetels, maar bleef de grootste partij. Samen met Bündnis 90/Die Grünen vormde Schröder opnieuw een regering. Toch was er ook kritiek op het beleid van SPD. De partij was ooit opgericht om op te komen voor de rechten van de werkende klasse. Toch stegen armoede en economische ongelijkheid onder de regering van Schröder. Sommige SPD-politici verlieten zelfs de partij. Zij vonden dat Schröder te gematigd en te neoliberaal was. Zij voegden zich uiteindelijk bij Die Linke.

Partijvoorzitter Franz Müntefering sprak zich in 2005 ook uit dat de Duitse regering meer moest ingrijpen in de economie. Zijn uitspraak zorgde zowel voor lof als kritiek. Critici hekelden zich over de keuze van zijn woorden. Hij zou namelijk een term hebben gebruikt die ook door de nazi's gebruikt werd.

Sinds 2005

Olaf Scholz, bondskanselier tussen 2021 en 2025

De SPD verloor de verkiezingen van 2005 en Angela Merkel van het CDU werd bondskanselier. Toch was de partij tussen 2005 en 2009 onderdeel van de regering. Tijdens deze periode zag de SPD een neergang. De partij behaalde steeds slechtere resultaten en verloor kiezers aan Die Linke, Bündnis 90/Die Grünen en Alternative für Deutschland (AfD). De partij zat tussen 2009 en 2013 in de oppositie. Na de verkiezingen van 2013 had de CDU met de FDP geen meerderheid meer. De CDU vormde vanaf nu een coalitie met de SPD (een zogeheten grote coalitie). Tijdens deze periode ging de partij nog verder achteruit.

In het midden van 2019 stond de partij in de peilingen op nog maar 12%. De CDU, Bündnis 90/Die Grünen en AfD stonden allemaal voor de SPD. De partij koos uiteindelijk Olaf Scholz als de nieuwe partijleider voor de verkiezingen van 2021. Ongeveer een maand voor de verkiezingen beleefde de partij een plotselinge opleving, waardoor de SPD de grootste partij van Duitsland werd. De SPD vormde vervolgens een regering FDP en Bündnis 90/Die Grünen. Scholz wilde het buitenlands beleid van Merkel voortzetten. Daarnaast wilde hij meer progressief sociaal beleid doorvoeren en meer aan klimaatverandering doen. Zijn populariteit maakte een snelle duik na de Russische invasie van Oekraïne. Dat zorgde voor hogere energieprijzen en economische problemen.

Eind 2024 viel de regering van Olaf Scholz. Tijdens de verkiezingen van 2025 kwam de SPD op de derde plek na CDU en AfD. De SPD vormde vervolgens een regering met de CDU onder bondskanselier Friedrich Merz.

Ideologie

Een SPD-verkiezingsposter uit 1919. "Vrouwen! Gelijke rechten, gelijke plichten. Stem Sociaaldemocratisch!".

Qua ideologie is de SPD sinds 1875 erg veranderd. De partij was oorspronkelijk een linkse tot radicaal-linkse marxistische partij die een revolutie niet uitsloot. Tegenwoordig is de SPD een centrumlinkse, sociaaldemocratische partij. De SPD gelooft in een gemengde economie waarin de markt vrij is, maar waarin de overheid ook kan ingrijpen. Daarnaast vindt de SPD de verzorgingsstaat en sociale zekerheid zeer belangrijk. De partij wil armoede en sociale ongelijkheid aanpakken, gezondheidszorg en onderwijs verbeteren en strijdt voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden. De SPD heeft hierdoor ook goede banden met vakbonden. Zij wil een hoger minimumloon en sterkere collectieve onderhandelingen.

Op sociale kwesties is de SPD een progressieve partij. De partij vindt het bestrijden van racisme en discriminatie belangrijk. Ook wil de partij zich inzetten voor lhbt-rechten en is de partij voorstander van het legaliseren van het homohuwelijk, abortus, euthanasie en wiet. Sinds het begin van de 20e eeuw heeft de SPD enkele groene standpunten overgenomen. De partij is voorstander van groene energie en duurzaamheid. De SPD is een groot tegenstander van kernenergie.

De SPD staat bekend als een voorstander van de Europese Unie (EU). De partij wil zelfs meer Europese samenwerking en ziet een federaal Europa als einddoel. Volgens de SPD is de EU belangrijk voor de welvaart en vrede. De SPD is ook een voorstander van het Duitse lidmaatschap van de NAVO.

Electoraat

Tot de Tweede Wereldoorlog kwamen de kiezers van de SPD vooral uit het noorden en westen van Duitsland. Het electoraat van de partij bestond uit protestantse en atheïstische arbeiders en linkse en progressieve intellectuelen. De partij deed het slecht in de katholieke regio's van Duitsland, voornamelijk in Beieren. De katholieke arbeiders stemden namelijk eerder op de Deutsche Zentrumpartei.

Na de Tweede Wereldoorlog deed de partij het vooral goed in de grote steden en industriële regio's (zoals het Ruhrgebied). Naast de werkende klasse had de SPD ook veel aanhang onder immigranten en jongeren. Vooral in de jaren 1960 en 1970 was de SPD een zeer populaire partij onder jongeren vanwege hun progressieve standpunten. Na de Duitse eenwording werd de SPD ook een periode lang populair in Oost-Duitsland.

Vanaf de jaren 2000 verloor de SPD veel van haar aanhang. Jongeren stemden liever op Die Linke, Bündnis 90/Die Grünen, Freie Demokratische Partei en Alternative für Deutschland. Daardoor heeft de SPD vandaag de dag een vrij oud electoraat. In Oost-Duitsland verloor de partij kiezers aan AfD en Die Linke. In de grote steden verloor de partij weer kiezers aan Die Linke en Bündnis 90/Die Grünen. Enkele belangrijke bolwerken van de SPD zijn Bremen, het Ruhrgebied, Oost-Friesland, Brandenburg, Berlijn, het noorden van Hessen, Saarland en delen van Rijnland-Palts. De partij behaalt de minste stemmen in Beieren, Thüringen en Saksen.

Verkiezingsresultaten in de Bondsdag

Hieronder vind je de verkiezingsresultaten van de SPD in de Bondsdag, het parlement van Duitsland. In de tabel zijn enkel de verkiezingsresultaten vanaf 1949 opgenomen. De SPD was ook vertegenwoordigd voor de Tweede Wereldoorlog in de Rijksdag. Tot en met de verkiezingen van 2021 lag het maximale aantal zetels van de Bondsdag niet vast. Hierdoor verschillende het aantal zetels doorheen de jaren.

Helmut Schmidt, bondskanselier tussen 1974 en 1982
Gerhard Schröder, bondskanselier tussen 1998 en 2005
Jaar Lijsttrekker Zetels +/- Status
1949 Kurt Schumacher
131/402
Oppositie
1953 Erich Ollenhauer
162/509
+31 Oppositie
1957
181/519
+19 Oppositie
1961 Willy Brandt
203/521
+22 Oppositie
1965
217/518
+14 Oppositie
Coalitie
(CDU/CSU-SPD)
1969
237/518
+20 Coalitie
(SPD-FDP)
1972
242/518
+5 Coalitie
(SPD-FDP)
1976 Helmut Schmidt
224/518
-18 Coalitie
(SPD-FDP)
1980
228/519
+4 Coalitie
(SPD-FDP)
Oppositie
1983 Hans-Jochen Vogel
202/520
-26 Oppositie
1987 Johannes Rau
193/519
-9 Oppositie
1990 Oskar Lafontaine
239/662
+46 Oppositie
1994 Rudolf Scharping
252/672
+13 Oppositie
1998 Gerhard Schröder
298/669
+13 Coalitie
(SPD-Bündnis 90/Die Grünen)
2002
251/603
-47 Coalitie
(SPD-Bündnis 90/Die Grünen)
2005
222/614
-29 Coalitie
(CDU/CSU-SPD)
2009 Frank-Walter Steinmeier
146/622
-76 Oppositie
2013 Peer Steinbrück
193/630
+42 Coalitie
(CDU/CSU-SPD)
2017 Martin Schulz
153/709
-40 Coalitie
(CDU/CSU-SPD)
2021 Olaf Scholz
206/736
+53 Coalitie
(SPD-Bündnis 90/Die Grünen-FDP)
2025
120/630
-86 Coalitie
(CDU/CSU-SPD)


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Sozialdemokratische_Partei_Deutschlands&oldid=937887"