Snoeien
Snoeien is een klusje bij het tuinieren of een tuinbouw- , boom- en bosbouw werk waarbij bepaalde delen van een plant, zoals takken, knoppen of wortels, selectief worden verwijderd door zagen, knippen of snijden. Hiervoor gebruik je een takkenzaag, takkenschaar, snoeischaar, heggenschaar of snoeimes.
Het gaat hierbij om het gericht verwijderen van ziek, beschadigd, dood, niet-productief (levert bijvoorbeeld geen vruchten), vervormd of anderszins ongewenst plantmateriaal van gewas- en landschapsplanten.
Het snoeien van planten en bomen is een vak op zich, bijvoorbeeld door een boomverzorger of boomchirurg. Je moet namelijk goed weten wat je doet. Ook het tijdstip waarop gesnoeid kan worden is niet voor iedere boom of plant hetzelfde. Snoeien van oude bomen is soms noodzakelijk om de boom te kunnen behouden of omdat dood hout wat erin zit een gevaar kan opleveren (afbreken en afvallen).
Soms wordt een boom zó groot, dat die getopt moet worden of uitgedund. Bomen langs wegen waar veel bussen en vrachtwagens rijden, worden de onderste takken gesnoeid.
Gespecialiseerde snoeipraktijken kunnen worden toegepast op bepaalde planten, zoals rozen , fruitbomen en wijnstokken. Bij het snoeien is het belangrijk dat bepaalde takken van de boom heel blijven, omdat dit de boom helpt rechtop te blijven staan (in evenwicht). Ook mag de tak die gesnoeid (afgezaagd) wordt, niet te ver inscheuren, waardaar er onnodig een te grote wond ontstaat in de boom. Bij kruidachtige planten kunnen andere snoeitechnieken worden toegepast dan bij meerjarige houtige planten. Door hun ontwerp worden heggen meestal (maar niet uitsluitend) onderhouden door heggen te knippen of 'scheren' in plaats van te snoeien.
Grasmaaien zou je ook een vorm van snoeien kunnen noemen.
Een bijzondere manier van snoeien is bonsai. Hierbij worden boompjes van jongs af aan klein gehouden.
Spreekwoordelijk
Een penningmeester of de regering moet wel eens "in de begroting snoeien". Er moet dan op bepaalde posten bezuinigd worden.