Schip (bouwkunst)

De ligging van het schip in een kerk

Een voorbeeld van een schip

Een schip of een beuk is het langgerekte gedeelte van een kerk. Aan de kant van het schip bevindt zich de hoofdingang van de kerk. Traditioneel bevindt het schip zich aan de oostelijke kant van de kerk. Als je een kerk van bovenaf bekijkt, is het meestal de vorm van een kruis. Het lange stokje waarop het kruis staat is het schip. Het westelijke gedeelte van de kerk (dat korter is), heet het koor. De twee delen worden verbonden door het transept, oftewel het dwarsschip. Eenvoudige en kleine kerken hebben geen transept. Het schip loopt direct over in het koor.

Het schip is weer verdeeld in drie gedeeltes:

• Het middenschip: dat is waar de banken/stoelen en loopbanen zich bevinden. In het middenschip staan meestal kerkbanken of stoelen. Bij grotere en oude kerkgebouwen staan er ook een heleboel zuilen om het dak omhoog te houden. Tot aan de jaren 1960 was het schip verdeelt in een mannen- en vrouwenkant. Rechts zaten de mannen, terwijl links de vrouwen zaten. De banken worden gescheiden door één of meer looppaden.
• De zijbeuken: dat zijn de ruimtes aan de zijkanten van het middenschip. Dat is meestal een open ruimte tussen het einde van de banken/stoelenrij en de zijmuur van de kerk. Het is een extra looppad, waar soms ook standbeelden, gedenktekens of andere objecten staan.
• De narthex: dat is het gedeelte bij de ingang. Het is een soort van inkomsthal. Vaak wordt die door middel van een muur met deuren gescheiden van het middenschip.