Rudolf Steiner
Wetenschapper | ||||
Persoonlijke info | ||||
---|---|---|---|---|
Volledige naam | Rudolf Joseph Lorenz Steiner | |||
Geboren | februari 1861 | |||
Geboorteplaats | Donji Kraljevec | |||
Geboorteland | toen deel van Oostenrijk, nu Kroatië | |||
Overleden | 30 maart 1925 | |||
Overleden te | Dornach | |||
Bekend van | ||||
Vakgebied | Filosofie | |||
Bekend van | grondlegger van de antroposofie | |||
|
Rudolf Joseph Lorenz Steiner was een Oostenrijkse esotericus, schrijver, architect en filosoof. Hij had een geheel eigen zienswijze op pedagogie. Steiner werd in februari 1861 geboren en overleed op 30 maart 1925. Hij is bekend geworden als grondlegger van de antroposofie. Na 1902 ontving hij de leringen van de theosofie zoals die bestonden in de werken van Helena Petrovna Blavatsky. Tussen 1904 en 1910 presenteerde Steiner zijn eigen vorm van theosofie in fundamentele geschriften, die hij ' geesteswetenschap ' noemde, en vanaf 1910 ook antroposofie. Ook het rozenkruisersdom, de gnosis, de filosofie van het Duitse idealisme en het wereldbeeld van Goethe waren van grote invloed bij de uitwerking ervan .
Het werk van Rudolf Steiner begon in Wenen met de uitgave van Goethe's wetenschappelijke geschriften , redactioneel werk aan tijdschriften en encyclopedieën en werk als redacteur.
Op basis van zijn antroposofische wereldbeeld ontwikkelde Rudolf Steiner nieuwe concepten voor verschillende gebieden. Denk hierbij aan antroposofische architectuur, vrijeschoolonderwijs, antroposofische geneeskunde, antroposofische farmacie , biodynamische landbouw, euritmie en de christelijke gemeenschap.
Hij beweerde dat hij een helderziende was. Toen hij negen jaar oud was, geloofde Steiner dat hij de geest zag van een tante die was overleden in een verre stad, die hem vroeg haar te helpen op een moment dat noch hij, noch zijn familie wisten van de dood van de vrouw. Veel van zijn ideeën zijn dan ook pseudowetenschappelijk (niet écht wetenschappelijk).
Levensloop
Steiner ging naar de dorpsschool, maar na een meningsverschil tussen zijn vader en de schoolmeester kreeg hij korte tijd thuis onderwijs. In 1869, toen Steiner acht jaar oud was, verhuisde het gezin naar het dorp Neudörfl en in oktober 1872 ging Steiner van de dorpsschool daar naar de realschule in Wiener Neustadt.
In 1879 verhuisde het gezin naar Inzersdorf om Steiner in staat te stellen om aan het Weense Instituut voor Technologie te studeren, waar hij zich inschreef voor cursussen in wiskunde, natuurkunde, scheikunde, plantkunde, zoölogie en mineralogie en gecontroleerde cursussen in literatuur en filosofie. Hij kreeg een academische beurs van 1879 tot 1883, waar hij zijn studie en de vereisten van de Ghega-beurs naar tevredenheid voltooide. In 1882, stelde een van Steiner's leraren, Karl Julius Schröer, hem voor aan Joseph Kürschner. Hij was hoofdredacteur van een nieuwe editie van Goethe's werken, die Steiner vroeg om de natuurwetenschappelijke redacteur van de editie te worden. Dit was een werkelijk verbazingwekkende kans voor een jonge student zonder enige vorm van academische geloofsbrieven of eerdere publicaties.
Voordat hij naar het Weense Instituut voor Technologie ging, had Steiner Kant, Fichte en Schelling bestudeerd.
In 1888 werd Steiner, als resultaat van zijn werk voor de Kürschner-editie van Goethe 's werken, uitgenodigd om als redacteur te werken bij de Goethe-archieven in Weimar. Steiner bleef tot 1896 bij het archief. In 1891 ontving Steiner een doctoraat in de filosofie aan de Universiteit van Rostock.
Twee jaar later, in 1894, publiceerde hij Die Philosophie der Freiheit. Hoewel dit boek niet echt goed ontvangen werd, vormde het wel de basis voor zijn latere ideeën over de antroposofie.
In 1897 verliet Steiner de archieven van Weimar en verhuisde naar Berlijn. Hij werd mede-eigenaar van, hoofdredacteur van, en een actieve medewerker van het literaire tijdschrift Magazin für Literatur , waar hij hoopte een lezerspubliek te vinden dat sympathiek stond tegenover zijn filosofie.
In 1899 trouwde Steiner met Anna Eunicke; het paar ging enkele jaren later uit elkaar. Anna stierf in 1911.
Steiner ontmoette Marie von Sivers bij de de Theosophical Society. Zij werd zijn tweede vrouw in 1914. In 1904 werd Steiner benoemd door Annie Besantom leider te worden van de Theosophical Esoterische Vereniging voor Duitsland en Oostenrijk. De Duitse afdeling van de Theosophical Society groeide snel onder leiding van Steiner terwijl hij in een groot deel van Europa lezingen gaf over zijn spirituele wetenschap. In 1913 splitste zic een deel van de groep af en werd de Anthroposophical Society. Steiner verhuisde in 1913 van Berlijn naar Dornach en woonde daar tot het einde van zijn leven.
Eigen school
Vanaf 1919 begon te werken met andere leden van de vereniging aan tal van praktische instellingen en activiteiten, waaronder de oprichting van de eerste Waldorfschool (in Nederland bekend als Vrije school), die dat jaar in Stuttgart, Duitsland werd geopend.
Kort na de Eerste Wereldoorlog voorzag Steiner de problemen die zouden ontstaan door de opkomst van het nationaalsocialisme. Hij werd later dan ook fel bekritiseerd door Adolf Hitler die hem een instrument van de Joden noemde. Gek genoeg waren er ook sympathisanten voor de antroposofie onder hoge leidinggevenden van de nazi's. Twee jaar voor zijn dood werd hij steeds zieker en kon geen lezingen meer geven.