Reuzenpanda
| Reuzenpanda Ailuropoda melanoleuca | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Kwetsbaar | |||
| Leefgebied | China | ||
| Leefomgeving | Bamboebossen op berghellingen | ||
| Behoort tot de | Beren (Ursidae) | ||
|
| |||
| |||
De reuzenpanda, meestal gewoon panda genoemd, is een beer die leeft in Azië. In centraal China voornamelijk in Sichuanom en ook in de naburige Shaanxi en Gansu om precies te zijn. Als gevolg van landbouw, ontbossing en andere ontwikkelingen is de reuzenpanda verdreven uit de laaglandgebieden waar hij ooit leefde. Het dier is ongeveer 1 meter 80 groot. Panda's hebben een klein staartje. Dat gebruiken ze als borstel. Ze hebben 5 tenen aan elke voet en scherpe nagels; die hebben ze nodig om de bamboe te plukken. Panda's eten heel veel kilo bamboe en ze kunnen wel 100 drollen per dag produceren.
De meeste mensen vinden panda's erg schattig. Ze zien er dan ook erg knuffelig uit, maar het is maar beter als je ze niet knuffelt. Ze kunnen namelijk ontzettend hard bijten!
Panda's zijn een kwetsbaar diersoort, omdat het leefgebied wordt bedreigd.
De reuzenpanda's zitten in Ouwehands Dierenpark
Naam
De wetenschappelijke naam 
is Ailuropoda Melanoleuca. Melanoleuca betekent zwart-wit in het Latijn en dat is precies de kleur van de vacht van de Panda. De Chinese naam van de panda is 大熊猫 (dà xióng māo). Dat betekent letterlijk grote beerkat. De naam panda komt van het Nepalese woord Poonya, want bamboe-eter betekent.
De reuzenpanda moet niet verward worden met de rode panda (ook wel kleine panda genoemd). Ook dit rode beestje eet bamboe, maar het is geen familie van de panda. Hij lijkt meer op een wasbeer.
Voedsel
De panda is een beer. Beren vallen onder de carnivoren: vleeseters. De panda is alleen zelf geen vleeseter. Hij is veel te traag om op prooien te jagen en heeft zich daarom aangepast aan een dieet van planten. De voorouders van de panda aten dus wel vlees, maar de panda van nu niet meer.
Panda's eten vooral bamboe, zowel de bladeren als de jonge, groene takjes. Ze besteden het grootste deel van de dag aan het eten. Dat komt omdat het in de Chinese bergen erg koud is. Om warm te blijven hebben ze dus veel energie nodig, waarvoor ze dus veel moeten eten. Bamboe is ook best taai, waardoor ze goed moeten kauwen. Behalve bamboe eten ze soms ook wel eens andere planten, vooral in dierentuinen. Heel soms eten ze ook wel eens vogeltjes of kleine knaagdieren, maar de panda is toch grotendeels een planteneter.Eet 15 kilo bamboe.
Voortplanting en ontwikkeling
Panda's zijn solitaire dieren. Dat betekent dat ze alleen leven, en niet in paartjes of in een groep. Alleen tijdens de paartijd komen panda's bij elkaar. De vrouwtjes laten dan geursporen achter op de bomen en de mannetjes gaan naar de vrouwtjes op zoek. De paartijd vindt plaats van maart tot mei. In die periode zoeken de mannetjes naar vrouwtjes. Per jaar zijn pandavrouwtjes maar één tot drie dagen vruchtbaar. Als de mannetjes een vrouwtje hebben gevonden, moeten ze dus ook het geluk hebben dat het "haar dag" is. De voortplanting van panda's is dus heel lastig.
Als de panda's eenmaal gepaard hebben én het vrouwtje is inderdaad bevrucht, is ze zo'n vier à vijf maanden drachtig . Meestal wordt er maar één jong geboren en heel soms twee of zelfs drie. Als er meerdere jongen zijn, voedt de moeder er maar eentje op. De anderen jongen worden dan verstoten. In dierentuinen worden die verstoten jongen dan opgevoed door verzorgers, maar in het wild sterven ze.
Pandajongen zijn compleet hulpeloos: Ze zijn doof, blind en ontzettend klein. Ze wegen maar zo'n 100 gram bij de geboorte! Ter vergelijking: mensenbaby's wegen bij geboorte al zo'n 3400 gram. Panda's zijn véél zwaarder dan mensen, dus na de geboorte gaat het jong dan ook snel groeien. Binnen vier dagen is het jong al 4x zo zwaar en twee maanden na de geboorte wel 20x. Na die twee maanden doet het jong ook eindelijk de ogen open. Weer twee maanden later, als het jong vier maanden oud is, kan het ook zelf lopen. 11 maanden na de geboorte stopt het jong met melk drinken bij de moeder. Dan gaat het jong bamboe eten. In totaal blijven pandajongen zo'n anderhalf jaar bij de moeder.
Vijanden van de panda
De panda heeft in de natuur weinig vijanden. Roofdieren zoals luipaarden en jakhalzen zouden de panda kunnen aanvallen. Maar liever doen ze dat niet. Ze gaan liever op herten etc. af. De panda heeft erg sterke kaken: gemaakt om bamboe mee te eten. Maar met zijn kaken kan hij ook een poot van een jakhals verslinden.
Hoe de panda zich beschermt tegen vijanden? Eigenlijk gewoon niet. Is hij slaperig, dan gaat hij gewoon liggen waar hij is. Bang is de panda zeker niet. Hij lijkt misschien schattig maar hij kan zoals gezegd ook een poot verslinden. Maar de kleintjes van een panda kunnen gepakt worden door sneeuwvogels en sneeuwpanters.
De mens is de grootste vijand. Er worden steeds meer mensen geboren en het gebied van de panda's verdwijnt dus. Als we nu niks doen dan gaan we ze nooit meer zien.
Panda's in dierentuinen
Panda's zijn super populaire dieren. Mensen houden van panda's en vinden ze schattig. Het is daarom niet voor niks dat bijvoorbeeld het Wereld Natuur Fonds een panda als logo heeft. Waarom vinden mensen panda's dan zo leuk? Dat komt omdat mensen soms menselijke trekjes herkennen in de beesten. Als panda's eten gaan ze bijvoorbeeld precies zo zitten als mensen dat doen. Ook houden ze ontzettend veel van spelen. Niet alleen pandajongen spelen, maar ook volwassen panda's. Onderzoekers hebben zelfs ontdekt dat een pandamoeders hun jongen wakker maken, omdat ze willen spelen! Een schattige zwart/witte beer die aan het spelen is? Dat kunnen veel mensen niet weerstaan.
Dierentuinen willen dan ook graag panda's hebben. Als een dierentuin panda's heeft komen er altijd veel bezoekers, omdat er maar een paar dierentuinen in de wereld met panda's zijn. Het is dan ook moeilijk om aan een panda te komen. Er zijn veel dierentuinen in China met panda's, maar buiten China zijn ze zeldzaam. Er zijn buiten China maar 19 dierentuinen met panda's, waaronder Pairi Daiza in België. Alle panda's zijn eigendom van de Chinese overheid. Veel zijn er geboren in het fokcentrum in de Chinese stad Chengdu. Hier wordt ervoor gezorgd dat er genoeg panda's blijven en dat ze niet uitsterven. Vervolgens leent de Chinese overheid de panda's voor 10 of 15 jaar uit aan de dierentuin. Dat doen ze niet gratis, per jaar moet er ongeveer 1 miljoen dollar per panda betaald worden. De dierentuin moet vervolgens ook zorgen voor genoeg bamboe, want panda's eten heel veel. De dierentuin van Atlanta in de Verenigde Staten heeft bijvoorbeeld zes mensen in dienst die niks anders doen dan elke dag bamboe kopen. Dat kost allemaal veel geld. Eén panda kost voor een dierentuin evenveel als vijf olifanten.
Meestal hebben dierentuinen twee panda's geleend: een mannetje en een vrouwtje. Dan is er een kans dat er nog meer panda's worden geboren. Ook de panda's die in het buitenland geboren worden zijn dan weer eigendom van de Chinese overheid. China geeft ook alle panda's een naam. Zo heten de panda's in België Hao Hao en Xing Hui. Hao Hao is in 2013 door Chinese fans verkozen tot "favoriete panda van China". Volgens de Chinese fans omdat ze zo mooi en vriendelijk is.
In 2015 ging de Nederlandse koning Willem-Alexander op staatsbezoek naar China. Toen werd bekend gemaakt dat China ook twee panda's aan Nederland zou lenen. Vanaf april 2017 zijn ze te zien in Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Dat is erg bijzonder.... want dan is dat de enige dierentuin in Nederland die panda's heeft. Deze twee panda's kregen in 2019 een jong, dat in september 2023 naar China ging.
Fotogalerij
Een panda's in dierentuinen eten ook andere dingen dan bamboe, zoals appels.
Panda's in het fokcentrum in Chengdu, China
Een pasgeboren panda, ook in Chengdu
Een panda tijdens zijn lunchpauze.
