Petrus (discipel)
Petrus (Grieks: Πέτρος, Petros oftewel "rots, " Aramees: Cephas; vernederlandst Sint-Pieter); ook Simon Petrus genoemd; (Galilea, geboortedatum onbekend - Rome(?), ca. 64) was in de Romeinse Tijd één van de twaalf discipelen (volgelingen) / apostelen (zendelingen) van Jezus. Hij staat in het Nieuwe Testament vaak genoemd. Voor de Rooms-Katholieke Kerk is hij een heilige. Hij was één van de eerste christenen in de wereldgeschiedenis. Hoewel hij een discipel van Jezus was liet hij Jezus aan de vooravond van Diens kruisiging uiteindelijk - ondanks grote woorden - vallen door Hem drie keer te verloochenen (verraden). Toen Jezus gekruisigd was, was Petrus er niet bij. Echter wel bij de opstanding uit de dood. Toen was Petrus samen met de apostel Johannes na Maria en enkele andere vrouwen de eerste die zag dat Jezus weer leefde. Vanaf de dag van Pinksteren ging Petrus met de andere apostelen aan iedereen het evangelie (het verhaal van Jezus) vertellen, ondanks alle vijandige reacties.
Petrus heette oorspronkelijk Simon bar Jona. Hij was een visser die leefde bij het Meer van Tiberias. Na zijn ontmoeting met Jezus gaf die hem de nieuwe naam Petrus (eigenlijk Kefas, maar later is dit in het Grieks vertaald als Petrus).
In de Handelingen van Petrus, een geschrift dat rond het jaar 200 moet zijn geschreven, staat dat Petrus later in zijn leven in Rome is geweest en daar leider van de vroege christenen werd. Hij zou hier ook net als Jezus zijn gekruisigd, op zijn eigen verzoek met zijn hoofd naar beneden. Ook Eusebius schrijft dat Petrus naar Rome is gegaan.
Betekenis
Het woord Petrus betekent "rots". Je kunt het nog horen aan het woord petroleum. Dat betekent olie uit de rotsen of uit het gesteente. Vlak voordat Jezus naar de hemel ging (met Hemelvaart) vergaf Hij Petrus zijn verloochening. Jezus gaf hem de naam Rots omdat hij een Rots wilde om zijn kerk op te bouwen. Hij gaf ook de sleutels van de hemel aan Simon (Petrus). Die bewaakt volgens het christendom sindsdien de hemelpoort en beslist of iemand wordt toegelaten tot de hemel of richting hel moet.
Petrus is de naamgever van onder andere Sint-Petersburg in Rusland en van de Sint-Pietersbasiliek (Sint Pieter is de naam die katholieken aan hem geven) in Rome.
Paus?
De Rooms-Katholieke Kerk ziet Petrus als de allereerste paus. Hij zou de leider van de christenen in Rome zijn geweest, dus was hij ook bisschop van Rome. De Rooms-Katholieke Kerk zegt ook dat hij de belangrijkste apostel van Jezus was. Dit kan kloppen want als de apostelen zich voorstelden dan was Petrus altijd de eerste die dat deed en hij voerde altijd het woord voor de apostelen. In zijn tijd noemde de mensen hem geen paus, maar bisschop van Rome of patriarch. Samen met de patriarch van Antiochië en die van Alexandrië leidde hij de Kerk. Zijn opvolgers werden uiteindelijk de pausen, dus je kan hem de eerste paus noemen. In zijn tijd was hij dat echter niet.
Legende
Er is een legende die zegt dat als er ooit nog een paus komt die zich Petrus zal noemen, de wereld zal vergaan. Waar deze mythe vandaan komt is onduidelijk.
Videoclips
- Petrus ontdekt na Maria Magdalena het lege graf, nadat Jezus uit de dood is opgestaan
- Hemelvaartsdag van Jezus in het bijzijn van zijn apostelen
- Pinksteren, Petrus en de andere leerlingen raken vol van het verhaal van Jezus nadat de Heilige Geest is gekomen
Apostelen | |||
---|---|---|---|
Petrus · Andreas · Jakobus · Johannes · Filippus · Bartolomeüs · Thomas · Mattheüs · Jakobus (zoon van Alfeüs) · Judas Taddeüs · Simon de Zeloot · Judas Iskariot |
Petrus (30-c. 67) · Linus (c. 67-76) · Anacletus (76-92) · Clemens I (92-99) · Evaristus (99-107) · Alexander I (107-115) · Sixtus I (115-c. 126) · Telephorus (c. 126-137) · Hyginus (137-142) · Pius I (142-154) · Anicetus (154-168) · Soter (168-174) · Eleuterus (174-189) · Victor I (189-199) · Zefyrinus (199-217) · Calixtus I (217-223) · Urbanus I (223-230) · Pontianus (230-235) · Anterus (235-236) · Fabianus (236-250) · Cornelius (250-253) · Lucius I (253-254) · Stephanus I (254-257) · Sixtus II (257-258) · Dionysius (258-268) · Felix I (269-274) · Eutychianus (275-283) · Cajus (283-296) · Marcellinus (296-304) · Marcellus I (308-309) · Eusebius (309-c. 310) · Miltiades (311-314) · Silvester I (314-335) · Marcus (335-336) · Julius I (336-352) · Liberius (352-366) · Damasus I (366-384) · Siricius (384-399) · Anastasius I (399-401) · Innocentius I (401-417) · Zosimus (417-418) · Bonifatius I (418-422) · Celestinus I (422-432) · Sixtus III (432-440) · Leo I (440-461) · Hilarius (461-468) · Simplicius (468-483) · Felix II (III) (483-492) · Gelasius I (492-496) · Anastasius II (496-498)
Symmachus (498-514) · Hormisdas (514-523) · Johannes I (523-526) · Felix III (IV) (526-530) · Bonifatius II (530-532) · Johannes II (533-535) · Agapetus I (535-536) · Silverius (536-537) · Vigilius (537-555) · Pelagius I (555-561) · Johannes III (561-574) · Benedictus I (575-579) · Pelagius II (579-590) · Gregorius I (590-604) · Sabinianus (604-606) · Bonifatius III (607-607) · Bonifatius IV (608-615) · Adeodatus I (615-618) · Bonifatius V (619-625) · Honorius I (625-638) · Severinus (640-640) · Johannes IV (640-642) · Theodorus I (642-649) · Martinus I (649-655) · Eugenius I (654-657) · Vitalianus (657-662) · Adeodatus II (672-676) · Donus (676-678) · Agatho (678-681) · Leo II (682-683) · Benedictus II (684-685) · Johannes V (685-686) · Conon (686-687) · Sergius I (687-701) · Johannes VI (701-705) · Johannes VII (705-707) · Sisinnius (708-708) · Constantijn I (708-715) · Gregorius II (715-731) · Gregorius III (731-741) · Zacharias (741-752) · Stephanus II (752-757) · Paulus I (757-767) · Stephanus III (768-772) · Adrianus I (772-795) · Leo III (795-816) · Stephanus IV (816-817) · Paschalis I (817-824) · Eugenius II (824-827) · Valentinus (827-827) · Gregorius IV (827-844) · Sergius II (844-847) · Leo IV (847-855) · Benedictus III (855-858) · Nicolaas I (858-867) · Adrianus II (867-872) · Johannes VIII (872-882) · Marinus I (882-884) · Adrianus III (884-885) · Stephanus V (885-891) · Formosus (891-896) · Bonifatius VI (896-896) · Stephanus VI (896-897) · Romanus (897-897) · Johannes IX (898-900) · Benedictus IV (900-903) · Leo V (903-903/904) · Sergius III (904-911) · Anastasius III (911-913) · Lando (913-914) · Johannes X (914-928) · Leo VI (928-929) · Stephanus VII (929-931) · Johannes XI (931-935) · Leo VII (936-939) · Stephanus VIII (939-942) · Marinus II (942-946) · Agapitus II (946-955) · Johannes XII (955-964) · Benedictus V (964-964) · Leo VIII (964-965) · Johannes XIII (965-972) · Benedictus VI (973-974) · Benedictus VII (974-983) · Johannes XIV (983-984) · Johannes XV (985-996) · Gregorius V (996-999)
Silvester II (999-1003) · Johannes XVII (1003-1003) · Johannes XVIII (1004-1009) · Sergius IV (1009-1012) · Benedictus VIII (1012-1024) · Johannes XIX (1024-1032) · Benedictus IX (1032-1045) · Silvester III (1045-1045) · Benedictus IX (1045-1045; 2e keer) · Gregorius VI (1045-1046) · Clemens II (1046-1047) · Benedictus IX (1047-1048; 3e keer) · Damasus II (1048-1048) · Leo IX (1049-1054) · Victor II (1055-1057) · Stephanus IX (1057-1058) · Nicolaas II (1059-1061) · Alexander II (1061-1073) · Gregorius VII (1073-1085) · Victor III (1086-1087) · Urbanus II (1088-1099) · Paschalis II (1099-1118) · Gelasius II (1118-1119) · Calixtus II (1119-1124) · Honorius II (1124-1130) · Innocentius II (1130-1143) · Celestinus II (1143-1144) · Lucius II (1144-1145) · Eugenius III (1145-1153) · Anastasius IV (1153-1154) · Adrianus IV (1154-1159) · Alexander III (1159-1181) · Lucius III (1181-1185) · Urbanus III (1185-1187) · Gregorius VIII (1187-1187) · Clemens III (1187-1191) · Celestinus III (1191-1198) · Innocentius III (1198-1216) · Honorius III (1216-1227) · Gregorius IX (1227-1241) · Celestinus IV (1241-1241) · Innocentius IV (1243-1254) · Alexander IV (1154-1161) · Urbanus IV (1161-1164) · Clemens IV (1165-1168) · Gregorius X (1271-1276) · Innocentius V (1276-1276) · Adrianus V (1276-1276) · Johannes XXI (1276-1277) · Nicolaas III (1277-1280) · Martinus IV (1281-1285) · Honorius IV (1285-1287) · Nicolaas IV (1288-1292) · Celestinus V (1294-1294) · Bonifatius VIII (1294-1303) · Benedictus XI (1303-1304) · Clemens V (1305-1314) · Johannes XXII (1316-1334) · Benedictus XII (1334-1342) · Clemens VI (1342-1352) · Innocentius VI (1352-1362) · Urbanus V (1362-1370) · Gregorius XI (1370-1378) · Urbanus VI (1378-1389) · Bonifatius IX (1389-1404) · Innocentius VII (1404-1406) · Gregorius XII (1406-1415) · Martinus V (1417-1431) · Eugenius IV (1431-1447) · Nicolaas V (1447-1455) · Callixtus III (1455-1458) · Pius II (1458-1464) · Paulus II (1464-1471) · Sixtus IV (1471-1484) · Innocentius VIII (1484-1492) · Alexander VI (1492-1503)
Pius III (1503-1503) · Julius II (1503-1513) · Leo X (1513-1521) · Adrianus VI (1522-1523) · Clemens VII (1523-1534) · Paulus III (1534-1549) · Julius III (1550-1555) · Marcellus II (1555-1555) · Paulus IV (1555-1559) · Pius IV (1559-1565) · Pius V (1566-1572) · Gregorius XIII (1572-1585) · Sixtus V (1585-1590) · Urbanus VII (1590-1590) · Gregorius XIV (1590-1591) · Innocentius IX (1591-1591) · Clemens VIII (1592-1605) · Leo XI (1605-1605) · Paulus V (1605-1621) · Gregorius XV (1621-1623) · Urbanus VIII (1623-1644) · Innocentius X (1644-1655) · Alexander VII (1655-1667) · Clemens IX (1667-1669) · Clemens X (1670-1676) · Innocentius XI (1676-1689) · Alexander VIII (1689-1691) · Innocentius XII (1691-1700) · Clemens XI (1700-1721) · Innocentius XIII (1721-1724) · Benedictus XIII (1724-1730) · Clemens XII (1730-1740) · Benedictus XIV (1740-1758) · Clemens XIII (1758-1769) · Clemens XIV (1769-1774) · Pius VI (1775-1799) · Pius VII (1800-1823) · Leo XII (1823-1829) · Pius VIII (1829-1830) · Gregorius XVI (1831-1846) · Pius IX (1846-1878) · Leo XIII (1878-1903) · Pius X (1903-1914) · Benedictus XV (1914-1922) · Pius XI (1922-1939) · Pius XII (1939-1958) · Johannes XXIII (1958-1963) · Paulus VI (1963-1978) · Johannes Paulus I (1978-1978) · Johannes Paulus II (1978-2005)
Benedictus XVI (2005-2013) · Franciscus (2013-)