Moord op Theo van Gogh
De moord op Theo van Gogh vond plaats op 2 november 2004. Theo van Gogh werd door Mohammed Bouyeri vermoord in de Linnaeusstraat in Amsterdam. Theo van Gogh was als publicist betrokken bij verschillende controverses vanwege zijn provocerende uitspraken, boeken en films. Van Gogh had onder andere kritiek op de islam.
De moord
Op een doodnormale dag fietst Theo van Gogh op weg van huis naar zijn kantoor, wanneer hij plotseling door Bouyeri met een pistool wordt beschoten en door een aantal kogels wordt geraakt. Snel vlucht Van Gogh naar de overkant van de weg en valt hij daar op het fietspad op de grond. Bouyeri loopt naar Van Gogh toe en schiet nogmaals meerdere keren op hem. In totaal wordt Van Gogh door acht kogels getroffen. Van Gogh smeekt Bouyeri om vergiffenis en spreekt zijn laatste woorden uit: "Genade, genade! We kunnen er toch over praten?" Daarna vermoordt Bouyeri hem op gruwelijke wijze . Met een kleiner fileermes steekt Bouyeri een brief met een aan Ayaan Hirsi Ali gerichte doodsbedreiging op het lichaam van Van Gogh. Ayaan Hirsi Ali is een Nederlands-Amerikaans feministe en staat bekend om haar kritiek op de islam. Na zijn daad loopt Bouyeri rustig het nabijgelegen Oosterpark in. Hij verlaat het Oosterpark weer aan de Mauritskade en schiet op politieagenten en politievoertuigen, waarbij één agent geraakt wordt. De politie schiet terug, raakt hem in een been en arresteert hem.
Bouyeri werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, waarbij de rechtbank in aanmerking nam dat er geen kans werd gezien voor resocialisatie, en dat maximale bescherming van de Nederlandse samenleving van het grootste belang was.
De moord op Theo van Gogh werd gezien als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting.