Internet der dingen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Internet of Things.jpg

Internet der dingen, in het Engels Internet of Things (afgekort: IoT), is een verzamelnaam voor apparaten die op het internet zijn aangesloten. Ze kunnen zelfstandig handelen en communiceren. Daarbij wisselen ze data (informatie) uit. Als een apparaat van eerder verzamelde data kan leren, dan noemen we dat slim (Engels: smart). Ze zijn gemaakt om het dagelijks leven makkelijker te maken.

Het internet der dingen wordt een revolutie genoemd. Sommige mensen zeggen dat het de vierde industriële revolutie is na de stoommachines, de verbrandingsmotor en de komst van het internet (de digitale revolutie). De verwachting is dat er in het jaar 2020 in totaal 50 miljard apparaten met het internet zijn verbonden.

IoT apparaten

  • Smartphone, tablet.
  • Speelgoed zoals bestuurbare auto’s.
  • Een pop die kan luisteren en terug kan praten.
  • Quadricopters (vliegtuigje met 4 propellers).
  • Slimme thermostaat: vanaf je smartphone kun je de verwarming aan of uit zetten.
  • Slimme koelkast: als je melk bijvoorbeeld op is, geeft de koelkast dit aan. Ook merken ze het als je eten niet meer goed is.
  • Apple Watch.
  • Google Glass.
  • Zelfrijdende of zelfsturende auto's.
  • Lampen, airco, wasmachine: die je vanaf je smartphone kunt bedienen.

Een smartphone of tablet zijn apparaten die we tegenwoordig bijna allemaal hebben. Deze apparaten bestaan altijd uit:

  • Sensors: hiermee kun je meten of een deur dicht of open is.
  • Internettoegang: verbinding hebben met het internet.
  • Processors: het apparaat bezit altijd van een bepaalde rekenkracht. Zo kan hij informatie verwerken en versturen.

De IoT-apparaten hebben ook sensors, internettoegang en processors. Maar de IoT-apparaten hebben ook nog andere kenmerken, namelijk:

  • Ze doen lang met een batterij.
  • Ze zijn betrouwbaar. Sommige apparaten moeten kunnen overleven in de buitenlucht.
  • Veiligheid

Toekomst

Deze vrouw draagt haptische handschoenen

De Apple Watch of Google Glass worden 'wearables' genoemd: een stuk draagbare technologie op het lichaam. In de toekomst worden er nog meer wearables verwacht. Een voorbeeld is de haptische handschoen. Dat zijn handschoenen die je spieren aan kunnen sturen, zodat je bijvoorbeeld piano kunt spelen zonder dat je dat ooit hebt geleerd. Echt nuttig worden wearables als je je handen niet meer goed kunt gebruiken door bijvoorbeeld een ziekte. Haptische handschoenen kunnen dan ondersteuning bieden.

Op straat worden voertuigen, zoals auto's en vrachtwagens, via het internet met elkaar verbonden. 'Connected vehicals' wordt dat genoemd: auto's en andere voertuigen vertellen elkaar waar ze heen gaan. Ook een kruispunt kan iets vertellen aan de voertuigen die er gebruik van maken. Zo kan het kruispunt bijvoorbeeld actuele informatie aan vrachtwagens geven over de wind waardoor de snelheid automatisch wordt aangepast. Mensen verwachten dat deze slimme voertuigen en kruispunten zorgen voor meer veiligheid.

Nog iets verder in de toekomst is het door het internet der dingen waarschijnlijk mogelijk om al het verkeer te regelen in een stad. En om alle energie in de stad slim te regelen. Als je als stad alles slim regelt via het internet der dingen, dan heet dat een slimme stad (smart city).

Internet der dingen en de toekomst van het onderwijs

In de toekomst zijn er waarschijnlijk ook slimme scholen. In een slimme school wordt het klaslokaal automatisch opgewarmd voordat de leerlingen binnenkomen en gaat de verwarming uit als ze weer weggaan.

Ook zullen leerlingen er anders gaan leren. Elke leerling werkt op zijn eigen tempo en elke opdracht die wordt gemaakt wordt bijgehouden door de computer. Met de data over de leerling kan de computer automatisch het niveau aanpassen. Adaptief leren wordt dat genoemd. De leerkracht kan in de computer direct de resultaten van het werk van de leerling zien en direct helpen. Doordat leerlingen hun antwoorden invoeren op een tablet hoeft de leerkracht niet meer na te kijken.

Het zou kunnen dat niet alleen uitkomsten van rekensommen of een goed gespeld woord door de computer worden gecontroleerd. Maar ook hoe je iets maakt of doet. Een slimme machine kijkt dan wat de leerling doet en beoordeelt wat de leerling heeft uitgevoerd.

In de toekomst is het mogelijk om data te verzamelen over emoties van mensen. Door spraak, mimiek en hoe je iets zegt, maar ook door de hoeveelheid zweet en bloeddruk te meten.

Internet der dingen bij de vakken wetenschap en technologie

Internet der dingen: littleBits

Op basisscholen wordt al gewerkt met internet der dingen. Dat wordt makeronderwijs genoemd. Voorbeelden van de technologie van het internet der dingen zijn littleBits en de MaKey MaKey. Ook zijn er over de hele wereld – dus ook in Nederland – Fablabs ofwel Makerspaces, waar machines zoals een 3D-printer, lasersnijder, freesmachine, vinylsnijder en borduurmachine staan. Iedereen kan hier terecht zelf dingen te maken. Dat geldt dus ook voor leerlingen van het basisonderwijs.

Een ander voorbeeld van internet der dingen bij de vakken wetenschap en technologie is een slimme plantenpot die informatie deelt over de gezondheid van de plant. De pot heeft sensoren die de luchtvochtigheid, temperatuur, licht en de vochtigheidsgraad van de potgrond meten. Kinderen verzamelen door te meten data over de plant.

Risico's

De vraag is: wat gebeurt er met alle informatie die het internet der dingen verzamelt? De meeste mensen hebben goede bedoelingen. Maar er zijn altijd mensen die willen meekijken of meeluisteren.

Veiligheid is belangrijk bij het internet der dingen. Op dit moment is er geen officiële Europese wet die de privacy van kinderen regelt.

Bronnenlijst


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Internet_der_dingen&oldid=820141"